Het Deense asielrecept: strenge regels en een ongastvrij imago
De Nederlandse minister van Asiel en Migratie Faber (PVV) is op bezoek in Denemarken. Ze wil er meer leren over het asielbeleid, dat bekendstaat als een van het strengste in Europa. Het land krijgt dan ook maar weinig asielaanvragen.
Migratiedeskundige Thomas Gammeltoft Hansen van de Universiteit van Kopenhagen merkt het afgelopen jaar de belangstelling uit veel Europese landen. De centrale vraag: hoe kan het dat zo weinig vluchtelingen in Denemarken asiel aanvragen?
Hij vindt het moeilijk om één verklaring te geven. "In de praktijk is het een opeenstapeling van ruim honderd aanscherpingen in de afgelopen tien jaar, die gezamenlijk een versterkend effect hebben gehad." Veel van die aanscherpingen zijn "indirect".
Opt-out
Hansen: "We houden geen vluchtelingen tegen aan de grens en ze hebben net zoveel recht op asiel als in andere landen." Maar de regels maken Denemarken voor vluchtelingen onaantrekkelijk: minder rechten op sociale voorzieningen, een kortere verblijfsvergunning en strenge voorwaarden om een permanente verblijfsvergunning te krijgen.
Hansen: "Het moet het signaal geven: kies een ander land dan Denemarken." Daarbij heeft Denemarken meer bewegingsvrijheid dan andere landen in de Europese Unie vanwege een uitzondering, een zogenoemde opt-out, op Europees asiel-en migratiebeleleid.
Minister Faber heeft de Europese Commissie ook om zo'n opt-out voor Nederland gevraagd, maar die komt er sowieso niet op korte termijn omdat het verdrag van de Europese Unie daarvoor gewijzigd moet worden.
Het ministerie van Migratie had jarenlang een teller op de website om aan te geven hoeveel aanscherpingen er bij het asielbeleid werden doorgevoerd.
Bovendien speelt voor Denemarken het negatieve imago een rol. Door jarenlang consequent een streng asielbeleid te voeren staat het land te boek als ongastvrij. Hansen: "Het is een Deens handelsmerk: streng zijn voor asielzoekers. En uit onderzoek blijkt dat de koppeling tussen strenge regelgeving en dit negatieve imago heeft geleid tot een vermindering van het aantal asielzoekers dat naar Denemarken komt."
Hij spreekt van "negative nation branding". "Het ministerie van Migratie had bijvoorbeeld jarenlang een teller op de website om aan te geven hoeveel aanscherpingen er bij het asielbeleid werden doorgevoerd. En er werden advertenties geplaatst in landen waar vluchtelingen vandaan komen, die uitleggen hoe streng de regels zijn."
Ook speelde de veelvuldige media-aandacht vanuit het buitenland in op het versterken van dit imago: het kleine, vredelievende landje van sprookjesschrijver Hans Christian Andersen dat buitenlanders weert.
Koerswending
Na de vluchtelingencrisis in 2015, waarbij ook Denemarken het aantal asielzoekers zag toenemen, werd het beleid opnieuw strenger. Vluchtelingen die vanwege oorlog asiel aanvragen, worden beschouwd als een aparte groep die elk jaar of om het jaar opnieuw een tijdelijke verblijfsvergunning moet aanvragen.
In 2019 kondigde de sociaaldemocratische regering een koerswending aan: vanaf het begin moest duidelijk zijn dat vluchtelingen altijd tijdelijk in Denemarken zijn. Als de situatie in hun land van herkomst niet direct gevaarlijk meer is, kan de verblijfsvergunning worden ingetrokken. Zo beschouwt de regering de Syrische hoofdstad Damascus en omgeving als veilig gebied.
Na acht jaar in Denemarken kunnen vluchtelingen wel proberen om een permanente verblijfsvergunning aan te vragen. Ze moeten dan aan een lange lijst met eisen voldoen.
Snel veranderend speelveld
Hoe moeilijk dat is weet het Syrische gezin Ajek uit Damascus. De vader vluchtte in 2014 naar Denemarken, ruim een jaar later kwamen zijn vrouw en drie kinderen. In de jaren daarna werden de regels voor gezinshereniging aangescherpt.
Het gezin is volledig geïntegreerd: de ouders werken fulltime in de zorg, de oudste dochters zijn bezig aan hun masteropleiding bouwdesign en software-engineering. Maar na tien jaar leven ze nog steeds met de mogelijkheid om in een uitzetcentrum te worden geplaatst. Alleen de jongste zoon, die minderjarig was toen hij in Denemarken aankwam, heeft een permanente verblijfsvergunning.
Steeds meer Europese landen willen het Deense model kopiëren, wat de vraag oproept of het strenge beleid dan nog effect heeft op het aantal asielzoekers. "Denemarken heeft lang geprofiteerd van het feit dat ze de enige waren", zegt Hansen. Maar het speelveld verandert snel.
Hansen spreekt van een "zero sum game", waarbij landen met elkaar wedijveren wie het strengst is en het voordeel voor de één een even groot nadeel voor de ander betekent. Volgens de migratie-deskundige kan die toenemende strengheid zelfs een ongewenst effect hebben, doordat onvoorspelbaarder wordt waar vluchtelingen naartoe reizen en asiel aanvragen.
Ik wil het liefst dat we als gezin in Denemarken kunnen blijven. Maar tegelijkertijd zou ik ergens anders opnieuw willen beginnen.
Bovendien kleven er ongewenste neveneffecten aan het imago als ongastvrij land. Zo blijkt het aantrekken van geschoolde arbeidskrachten, waar heel Europa om schreeuwt, extra moeilijk in Denemarken. "Arbeidsmigranten die naar Denemarken komen, vertrekken gemiddeld een jaar eerder dan in andere landen", aldus Hansen.
"Je durft niet over een toekomst te dromen", zegt de 27-jarige Ola Ajek. "Elke keer dat je denkt: 'nu zijn we er bijna', worden de regels weer aangescherpt." Voor haar en haar jongere zus Lojain (masterstudent software-engineering) is een permanente verblijfsvergunning nog ver weg.
Lojain: "Ik wil het liefst dat we als gezin in Denemarken kunnen blijven. Maar tegelijkertijd zou ik ook ergens anders opnieuw willen beginnen. Ik vind het moeilijk om te leven met de gedachte dat ik morgen in een vertrekcentrum kan worden geplaatst."