Recordboete en verbanning uit China voor accountantskantoor PwC
De Chinese autoriteiten sluiten tijdelijk de deur voor het Britse accountantskantoor PwC. De Chinese tak mag zes maanden geen zaken doen als gevolg van de rol van het bedrijf als accountant van gevallen vastgoedreus Evergrande.
Naast de verbanning moet PwC een boete van 441 miljoen renminbi (56 miljoen euro) betalen.
Projectontwikkelaar Evergrande balanceerde sinds 2021 op de rand van de afgrond. Begin dit jaar ging de reus uiteindelijk failliet, met een schuldenlast van maar liefst 300 miljard dollar (270 miljard euro).
Geknoei
Achter de val van Evergrande gingen problemen op de Chinese vastgoedmarkt schuil, maar ook geknoei met de cijfers. En dat nemen de autoriteiten ook de accountant kwalijk.
Gevreesd werd voor een boete van 1 miljard renminbi. Zo hoog werd het uiteindelijk niet, maar ook de miljoenenboete die PwC wel kreeg is de hoogste voor een accountant ooit in China.
'Teleurgesteld'
Het internationale hoofdkantoor van PwC in Londen laat weten teleurgesteld te zijn over de werkzaamheden van de eigen Chinese tak in deze zaak. "Het werk van het team was ver onder onze verwachtingen en dat is volledig onaanvaardbaar", zegt Mohamed Kande, topman van PwC.
Het bedrijf zal de Chinese straf volledig naleven. Daarnaast zegt PwC dat het maatregelen heeft genomen in China. Er zijn zes partners vertrokken en vijf werknemers die de controles bij Evergrande deden ontslagen.