Wie tellen mee en waarom geen volkstelling? Vijf vragen over 18 miljoen mensen
Vanaf vandaag heeft Nederland volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek 18 miljoen inwoners. Hoe weet het CBS dat, wie horen erbij en hoeveel Nederlanders zijn er op de wereld? Vijf vragen naar aanleiding van deze mijlpaal.
Wie tellen er mee en wie niet?
Het CBS telt iedereen mee die in de gemeentelijke basisadministratie is opgenomen. Dat zijn bijvoorbeeld ook buitenlandse studenten (128.000 in het studiejaar 2023/2024) en buitenlandse werknemers (635.000 werknemers uit een ander EU-land in december 2022).
Ook asielzoekers die bij een gemeente zijn ingeschreven, worden meegerekend. Vorig jaar kwamen er 48.000 asielzoekers naar Nederland. Asielzoekers moeten binnen een half jaar bij de gemeente worden ingeschreven en tellen vanaf dan dus mee bij het inwonertal van Nederland.
Niet meegeteld zijn de mensen die illegaal in Nederland verblijven. Hun aantal kan alleen worden geschat. Volgens het ministerie van Justitie en Veiligheid zijn het er enkele tienduizenden.
Mensen zonder vaste woon- en verblijfplaats tellen in principe wel mee: zij zijn opgenomen in de basisadministratie van de gemeente Den Haag.
Hoe wordt het aantal inwoners geteld?
Het CBS houdt het aantal inwoners van Nederland bij op het Dashboard bevolking. Dat is geen exacte telling maar een schatting, een realtime prognose.
De gegevens krijgt het CBS van de gemeenten. De teller gaat niet direct omhoog zodra er een kind wordt geboren, of een immigrant zich inschrijft, en ook niet meteen omlaag als iemand sterft of uit Nederland vertrekt.
De gemeenten geven in principe één keer per dag hun gegevens aan het CBS door, en in hun registratie zit enige vertraging. Een geboorte moet bijvoorbeeld binnen drie werkdagen worden gemeld, een overlijden binnen zes dagen.
Wie precies de 18 miljoenste inwoner van Nederland wordt kan het CBS niet vaststellen. Een woordvoerder zegt dat de kans het grootst is dat het een immigrant is, want gemiddeld schrijven zich per dag meer immigranten in dan dat er geboortes worden aangegeven (in 2023 ging het 920 immigranten per dag, tegenover 487 baby's).
Hoeveel Nederlanders wonen in het buitenland en hoeveel Nederlanders zijn er?
Op 1 januari 2023 woonden er volgens cijfers van het CBS 849.577 mensen met de Nederlandse nationaliteit in het buitenland, maar het statistiekbureau waarschuwde dat dat zeker een onderschatting was. Vermoedelijk wonen er in werkelijkheid ongeveer 1 miljoen Nederlanders in het buitenland.
Van de 18 miljoen inwoners van Nederland hebben er ongeveer 16,5 miljoen de Nederlandse nationaliteit. Dat zou betekenen dat er 17,5 miljoen Nederlanders zijn.
De grootste groep Nederlanders in het buitenland woont in Europa. Het CBS registreerde er in 2023 ruim een half miljoen. België (135.000), Duitsland (97.000) en het Verenigd Koninkrijk (78.000) telden de meeste Nederlanders.
Hoeveel mensen met een Nederlandse afkomst zijn er?
Het CBS houdt niet bij hoeveel mensen met een Nederlandse afkomst in het buitenland verblijven.
Grote migratiegolven waren er in de 19de eeuw, toen veel Nederlanders naar Amerika trokken, en in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog. In die laatste periode emigreerden een half miljoen Nederlanders, van wie 80 procent naar Canada, Australië en Nieuw-Zeeland.
Een manier om het aantal mensen van Nederlandse afkomst te tellen, is om mensen te vragen of ze zichzelf zo beschouwen. In de Verenigde Staten doet de federale overheid dit. Volgens die tellingen zeiden in 2021 3,1 miljoen Amerikanen een Nederlandse afkomst te hebben, van wie 885.000 beweerden volledig van Nederlandse afkomst te zijn.
Dat zijn er veel meer dan in Australië. Daar stelde het overheidsbureau voor statistiek in 2010 vast dat er 310.000 mensen van Nederlandse afkomst waren, van wie er nog 36.000 thuis Nederlands spraken.
Waarom houdt het CBS geen volkstelling?
Het CBS werd in 1899 opgericht om een volkstelling uit te voeren. Het bureau deed dat om de tien jaar, tot de laatste in 1971. Die volkstelling leidde tot veel protest. Er waren maar liefst 120 comités die zich ertegen verzetten.
Het belangrijkste argument was dat de privacy geschonden zou worden. Onderzoekers gingen voor het CBS de huizen langs en stelden wel honderd vragen. Ze telden de Nederlanders niet alleen, maar wilden bijvoorbeeld ook weten of ze een auto hadden, hoe ze woonden en wat hun geloof was.
Ondanks alle protest ging de volkstelling in 1971 door en deed meer dan 97 procent van de Nederlanders mee. Tien jaar later was de deelname zo klein dat de operatie gestaakt werd. Daarna werd de volkstelling wettelijk afgeschaft.
Maar de Europese Unie wil dat de lidstaten elke tien jaar een volkstelling aanleveren voor het Europese statistiekbureau Eurostat. Daarom houdt het CBS sinds 2001 om de tien jaar een virtuele volkstelling met gegevens van onder andere de gemeenten, sociale diensten en het kadaster.