Nog altijd 300 mensen onder puin na aardverschuiving Papoea-Nieuw-Guinea
Een dag na de grote aardverschuiving in Papoea-Nieuw-Guinea hebben reddingswerkers het getroffen gebied kunnen bereiken, maar de hulp komt mondjesmaat op gang. Volgens lokale media zijn meer dan driehonderd mensen en ruim 1100 huizen bedolven onder de aarde, boomstammen en rotsen. Gevreesd wordt dat er honderden doden zijn. Een officieel dodenaantal is er nog niet.
In totaal zijn zeker zes dorpen getroffen door de aardverschuiving. De dorpen liggen in een afgelegen regio in het land. Doordat het gebied onherbergzaam is en veel toegangswegen bedolven zijn, zijn de dorpen alleen bereikbaar per helikopter.
De reddingsoperatie wordt bemoeilijkt vanwege de angst voor meer aardverschuivingen. "De grond blijft glijden en bewegen, dat maakt het werk heel lastig", zegt een VN-functionaris tegen persbureau AFP. Hij spreekt van een ongekende natuurramp.
'Alles is plat'
Volgens inwoners van nabijgelegen dorpen staat geen enkel huis meer overeind in de dorpen. "Alles is plat. Er zijn alleen maar rotsen en aarde", zegt een van hen tegen de Australische nieuwszender ABC. Premier Marape van Papoea-Nieuw-Guinea heeft het leger ingezet om de hulpdiensten bij te staan. Ook het nabijgelegen Australië en de Verenigde Staten hebben hulp aangeboden.
De aardverschuiving was gisteren midden in de nacht, waardoor veel bewoners werden verrast in hun slaap. De getroffen dorpen liggen in de hooggelegen provincie Enga, zo'n 600 kilometer ten noordwesten van hoofdstad Port Moresby.
Op dronebeelden is de schade goed te zien: