Oehoe bezig aan opmars: 'Mogelijk al boven de honderd'
Roel Pauw
Verslaggever
Roel Pauw
Verslaggever
Er komen steeds meer oehoes in Nederland. Sinds de eeuwwisseling is de uilensoort met een gestage opmars bezig. "Tot 2001 werd er af en toe een nestelend paar gevonden, nu zitten we mogelijk al boven de honderd", zegt Gejo Wassink van Oehoewerkgroep Nederland.
Hij is op pad om vier jonge oehoes van een ring te voorzien. Deze kuikens zijn geboren op het terrein van afvalverwerker Twence in Hengelo, waar al dertien jaar een oehoepaar verblijft. In die jaren zijn 42 nakomelingen voortgebracht.
De komst van de oehoes naar Nederland is te danken aan Duitsland: daar heeft een succesvolle herintroductie plaatsgevonden en wordt niet meer op de uilen gejaagd. Sindsdien hebben ze hun leefgebied steeds verder uitgebreid en zijn zodoende ook bij ons terecht gekomen. De oostelijke provincies waren het eerst aan de beurt.
Geduchte jager
Ze zijn nu vier weken oud en dat is de leeftijd waarop ze worden geringd. Gewapend met een grote gele boodschappentas klimmen leden van het ringteam langs een uitschuifladder naar het nest: een rechthoekige houten bak die speciaal voor de oehoes in een boom is geplaatst. Daar kunnen ze rustig hun gang gaan, terwijl verderop op het terrein grote machines bezig zijn met het scheiden van afval.
Een voor een komen de uilskuikens uit de tas. Met een tang brengt Wassink een metalen ring aan om de nu al stevige poten van de jonge vogel. De lange gekromde nagels laten zien dat dit een geduchte jager wordt.
De dieren worden geringd en gewogen:
De oehoe is in Europa de grootste uilensoort. Een volwassen vogel kan 70 centimeter hoog worden en een spanwijdte tot wel 180 centimeter krijgen. Het vrouwtje wordt het grootst en kan prooien tot een kilo of drie meezeulen.
Op deze voormalige stortplaats zijn ratten het voornaamste voedsel, maar er komen ook wel eens jonge hazen en konijnen voorbij. Of een duif of een kraai. Oehoes zijn niet kieskeurig. Het lijkt Wassink daarom waarschijnlijk dat zich ook elders in Nederland gaan vestigen.
"Neem de Flevopolders, daar wemelt het van de ganzen en de watervogels. Ik zou niet weten waarom hij zich daar niet thuis zou voelen." Misschien wordt dat wel het nieuwe territorium van een van deze vier kleintjes.
Nu nog vol in het dons en aandoenlijk hulpeloos, maar vanaf september moeten ze zich zelf zien te redden. Tot die tijd worden ze nog gevoerd door hun ouders en krijgen ze les in het jagen.
Sterren in hun eigen soap
Er zijn ook bedreigingen die de groei van de populatie kunnen afremmen. "Vooral het verkeer maakt slachtoffers. En prikkeldraad. Een oehoe heeft ongelooflijk goede ogen, maar als hij volledig gefocust achter een haas aan gaat, dan ziet hij dat niet en blijft hij erin hangen. Hier in Twente is her en der prikkeldraad vervangen door ander hekwerk en dat helpt."
Het gaat dus goed met de oehoe, maar een beetje aandacht kan geen kwaad. De vier gedocumenteerde en geringde kuikens gaan weer in de tas en worden teruggezet op het nest. En nu zijn het weer de sterren in hun eigen soap: op de beelden van Beleef de Lente zie je ze lekker tegen elkaar gekropen wachten totdat vader aan komt vliegen met een heerlijke dikke rat.