Kampioenscoach Bosz: 'Heel dankbaar dat ik trainer van dit PSV mag zijn'
Peter Bosz trainde een keur aan clubs sinds zijn debuut in het betaalde voetbal in 2002 bij De Graafschap. Heracles Almelo, Vitesse en Ajax. En in het buitenland onder meer Bayer Leverkusen en Olympique Lyon.
Nu is het dan eindelijk raak. Het 25ste kampioenschap voor PSV is de eerste landstitel voor de trainer Bosz. En óf dit een verdiende titel is, zegt de 60-jarige coach in gesprek met de NOS. "Ja, dat vind ik wel."
Nee, de trainer die geboren is in Apeldoorn en als voetballer jaren bij Feyenoord speelde, durft zichzelf niet al na één seizoen een PSV'er te noemen. "Maar ik heb het wel naar mijn zin hier. Waarom? Het is een amicale club, waar je wel moet presteren, maar waar het er ook familiair en gemoedelijk aan toe kan gaan. Ik vind het een hele prettige omgeving waarin je tóch kunt presteren."
De kampioenswedstrijd tegen Sparta Rotterdam zondagmiddag was niet zo goed, zegt Bosz. Zeker met de demonstratie van vorig weekend indachtig, de 8-0 uit bij sc Heerenveen. PSV leek tegen Sparta haast vergeten dat de spanning al even uit de titelstrijd was geslopen.
Draak van een wedstrijd
Bosz: "Wat een draak van een wedstrijd. Kun je nagaan dat je slecht speelt en toch weer vier keer scoort. We kregen het niet cadeau, Sparta speelde goed, maakte het ons lastig, maar ja, je scoort toch weer vier keer."
Ondanks het bijna perfecte eredivisieseizoen - PSV verloor slechts één keer - kreeg de nummer twee van de competitie ook vaak de lof toegezwaaid: Feyenoord. Bosz: "Nee, dat steekt mij totaal niet. Ik vind dat terecht. Ik vind dat Feyenoord het heel goed gedaan heeft."
"Maar kun je nagaan hoe goed wij het wel niet gedaan hebben. Als je nu nog steeds 9 punten voorstaat, met een beter doelsaldo, dan hebben wij het héél goed gedaan." PSV scoorde tot nog toe 107 keer. Feyenoord 'maar' 80 keer.
En dan wijst Bosz automatisch naar de samenwerking bij PSV. Daar is hij trots op. "Voetbal is een teamsport. Daar heb je niet alleen elf spelers voor nodig, maar ook de jongens die invallen. Je zag ook vandaag weer dat zij het verschil kunnen maken."
En niet vergeten, de technische staf. Bosz: "Een voetbalelftal heeft tegenwoordig meer begeleiders dan voetballers. Het is een grote groep die je aanstuurt, met z'n allen hebben we dit bereikt. Ik ben gewoon heel dankbaar dat ik trainer van dit PSV mag zijn."
Voor volgend jaar ligt de grote uitdaging in het vasthouden van dit niveau, weet hij. "Want er komen is één, er blijven is twee. Ja, dat is moeilijker."
Tillman breekt in
Dan grinnikt Bosz wat. Vanuit zijn ooghoek ziet hij hoe Malik Tillman toekijkt hoe de trainer wordt geïnterviewd. Met een microfoon voor zijn neus zegt de Amerikaanse middenvelder: "Dankzij de trainer hebben we ons ontzettend ontwikkeld, ik denk in bijna alles wel. Verdedigend, maar ook in balbezit. Hij laat ons zo goed zien hoe we ons op moeten stellen op het veld."
Tillman groeide dit seizoen uit tot een van de sterkhouders van dit PSV. Maar blijft de huurling van Bayern München ook ná de zomer in Eindhoven? Dat is de vraag. "Ja, dat zullen we zien. Als ik blijf, dan ben ik heel erg blij. Het hangt meer van de clubs af dan van mij. We zullen zien wat er gebeurt in de toekomst."
Er staat een clausule in Tillmans contract die bepaalt dat de Eindhovenaren hem voor een bepaald bedrag kunnen overnemen van Bayern. Maar als PSV hem koopt, kunnen de Duitsers hem ook voor een bepaald bedrag terugkopen.
Degradatie
Bosz wijzend naar Tillman: "Malik houdt helemaal niet van persconferenties, dat heeft hij me zelf verteld. En nu praat-ie uit zichzelf met jullie. Dat is ongelofelijk, haha!"
Bosz glimlacht van oor tot oor. Het is ruim twintig jaar geleden dat hij zijn trainerscarrière in de eredivisie begon, in het seizoen 2002/03. Hij eindigde dat seizoen op een roemloze achttiende plaats met De Graafschap, waarop een degradatie volgde.
Ja, dan voelt die eerste landstitel met PSV toch fijner, zegt hij met gevoel voor understatement. "Als je de andere kant van de medaille kent, dan waardeer je zo'n kampioenschap misschien nog wel meer."