Financiële situatie voetbalclubs niet florissant: 'Te veel focus op korte termijn'
Bij voetbalclubs zijn financiële problemen nooit ver weg. Alleen al dit seizoen werd duidelijk dat VVV-Venlo, MVV en natuurlijk Vitesse hun geldzaken niet op orde hebben. Een blik op de afgelopen decennia levert een nog langere lijst aan probleemgevallen op.
Het lerend vermogen bij talrijke betaaldvoetbalorganisaties (bvo's) blijkt beperkt. Uit onderzoek op basis van de jaarverslagen van de eredivisieclubs van vorig jaar komt naar voren dat meerdere clubs een risicovol financieel spel spelen.
"De kans dat er in de toekomst nog meer clubs in de problemen komen, is groot", zegt Job Gulikers, die samen met collega Willem de Boer namens hogeschool HAN voor het vierde jaar op rij de financiële situatie van eredivisieclubs in kaart heeft gebracht.
De KNVB merkt ook dat diverse clubs het financieel lastig hebben. De bond zegt dat dit mede het gevolg is van de coronapandemie, al staat elke situatie op zichzelf.
Inkomsten nemen toe, maar uitgaven ook
"Je ziet dat de inkomsten van clubs, met uitzonding van de coronajaren, al jaren toenemen, maar dat geldproblemen de voetbalwereld blijven teisteren", vertelt Gulikers. Hij ziet dat de meeste clubs structureel te veel uitgeven. "En corona mag geen excuus zijn, want clubs hebben voldoende tijd gehad om hun beleid aan te passen en conservatiever te begroten."
Tsjalle van der Burg, sporteconoom en verbonden aan de Universiteit Twente, ziet hetzelfde. Hij kan het uitgavenpatroon van voetbalclubs wel verklaren. "Je wordt als bestuurder vooral afgerekend op de ranglijst en niet op financiële prestaties."
Hij benoemt expliciet de druk van supporters, die soms spreekkoren ten gehore brengen. "Terwijl het bestuur ook op de tribune zit."
Volgens Van der Burg zorgt dit ervoor dat bestuurders zo nu en dan beslissingen nemen die bij supporters goed zullen vallen. "Het kopen van spelers bijvoorbeeld."
Dat bestuurders "soms ijdel" zijn en daardoor bij sportieve successen op de voorgrond treden, helpt volgens Van der Burg niet.
De universitair docent beklemtoont dat het logisch is om sportieve prestaties als uitgangspunt te nemen. Dat is immers waar het om draait bij een voetbalclub. "TV-gelden zijn steeds belangrijker geworden en die worden op basis van de ranglijst verdeeld." Desalniettemin hoopt hij dat financiële discipline belangrijker wordt in de voetbalwereld.
Gulikers zegt dat de prikkel om zuinig te zijn, ontbreekt. "Een fenomeen dat in de financiële wereld bekendstaat als 'moreel risico'. De geschiedenis leert ons dat er altijd wel een redder is in de vorm van een rijke investeerder of overheidssteun."
Volgens Gulikers zijn bestuurders zich hiervan bewust waardoor ze geneigd zijn om onder druk onverantwoorde risico's te nemen voor succes op de korte termijn: "In de wetenschap dat men persoonlijk geen financieel risico loopt."
Publiek geld
Dat er publiek geld naar de clubkassen vloeit, gebeurt regelmatig. Zo heeft VVV-Venlo met succes een zogenoemde WHOA-procedure afgerond. Hierbij wordt, simpel gezegd, een gedeelte van de schulden kwijtgescholden na tussenkomst van de rechter.
In het geval van VVV-Venlo werd bijvoorbeeld de schuld van drie miljoen euro bij de Belastingdienst voor 80 procent kwijtgescholden, zei interim directeur Ruud Timmermans tegen de Limburger.
Voor ADO Den Haag, dat een schuld had bij Belastingdienst en de gemeente, bood de WHOA-procedure (een wet die in 2021 werd van kracht ging) ook soelaas. Eerstedivisionist MVV, met schulden bij onder meer de gemeente Maastricht en de Belastingdienst, is ook een procedure gestart.
Vitesse zet nu ook in op een WHOA-procedure.
De problemen bij MVV en bij Vitesse laten volgens Gulikers zien wat er kan gebeuren als clubs afhankelijk zijn van 'extern' geld. Beide clubs waren immers in handen van buitenlandse investeerders, die vervolgens niet over de brug konden of wilden komen.
Algemeen directeur Edwin Reijntjes vertelt over de penibele situatie van Vitesse:
De KNVB plaatst op het gebied van "integriteit en continuïteit van de competities" vraagtekens bij de WHOA-procedure en gaat daarom met de adviescommissie licentiezaken in gesprek.
Fortuna: van elke euro die binnenkwam, ging er €1,30 uit
Op dit moment is er bij beide clubs een reddingsoperatie opgezet. Bij MVV krijgt die al gestalte, doordat een groep lokale ondernemers bij wil springen.
Gulikers wijst ook op de risico's voor andere clubs met een 'suikeroom'. Bij NEC (Marcel Boekhoorn), FC Utrecht (Frans van Seumeren) en Fortuna Sittard (met Atilla Aytekin en Umut Akpinar) worden financiële gaten gedicht door dit type investeerders, waardoor de clubs "boven hun stand leven".
Ter illustratie: uit de financiële ranglijst van HAN blijkt dat bij Fortuna vorig seizoen van elke euro die binnenkwam, één euro en dertig cent naar salarissen ging. "Zolang investeerders betalen is het geen probleem, maar je weet nooit wanneer ze stoppen."
"Boekhoorn en Van Seumeren steken op hun beurt geld in de club uit liefdadigheid, dus hun steun zal langduriger zijn. Maar ook voor hen geldt dat ze vroeg of laat stoppen. Dan moet je als club de bedrijfsvoering om gaan gooien. In andere woorden: keihard bezuinigen", vervolgt Gulikers.
Hij vindt wel dat Utrecht een goede zet heeft gedaan door het stadion te kopen.
Te weinig eigen vermogen
De onderzoeker ziet bovendien dat meerdere clubs te weinig eigen vermogen hebben. Oftewel: te weinig vet op de botten. Hij vindt dat de KNVB op dit gebied wel wat strenger mag zijn.
De bond meldt zelf dat er vooral tussen 2014 en 2020 goede stappen zijn gezet. "Maar wij blijven onze regels en maatregelen continu evalueren en waar nodig aanpassen." Er worden kaders gemaakt, maar "uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid voor de financiële inrichting van de clubs bij de clubs zelf".
De focus ligt volgens Gulikers namelijk te veel op de korte termijn. "De ervaring leert dat clubs tegen zichzelf in bescherming genomen moeten worden om hun toekomst op de lange termijn veilig te stellen." Hier sluit Van der Burg zich bij aan.
Gulikers vindt het bovendien niet gezond dat er vorig seizoen maar vier eredivisionisten (het gepromoveerde drietal PEC, Heracles en Almere City zijn daarin niet meegenomen) zwarte cijfers schreven zonder de inkomsten uit transfers. Dat zijn Ajax, FC Twente, Go Ahead Eagles en Excelsior. De rest had spelersverkopen nodig om de resultaten op te poetsen.
Dat voetbalclubs maatschappelijke waarde hebben en dat een speler kopen ook een investering kan zijn, zien Gulikers en Van der Burg allebei in. "Maar dat de ene club wel financieel verantwoord te werk gaat en de andere niet, is juist op sportief vlak niet eerlijk", besluit Van der Burg.