De Iraanse minister Ahmad Vahidi die de opdracht zou hebben gegeven voor de aanslag
NOS Nieuws

Argentinië wil aanhouding Iraanse minister vanwege bomaanslag in 1994

De Argentijnse regering wil dat de Iraanse minister van Binnenlandse Zaken wordt aangehouden. Ahmad Vahidi is volgens Argentinië verantwoordelijk voor de aanslag in 1994 op een Joods cultureel centrum in de hoofdstad Buenos Aires. Daarbij kwamen 94 mensen om het leven en raakten nog eens 300 mensen gewond.

Vahdi was destijds verantwoordelijk voor de Quds-brigade, de speciale afdeling van de Iraanse Revolutionaire Garde die verantwoordelijk is voor bijzondere militaire operaties in het buitenland. In die hoedanigheid zou hij volgens Argentinië de opdracht hebben gegeven voor de aanslag.

Buitenlandse reis

Het verzoek van Argentinië komt op een opvallend moment, omdat de Iraanse minister deze dagen met een delegatie een bezoek zou brengen aan Pakistan en Sri Lanka. Die landen hebben van de internationale politieorganisatie Interpol het verzoek gekregen om hem aan te houden, maar ze zijn niet verplicht om dat te doen.

Het is niet duidelijk of dat aan de orde is, omdat het Iraanse persbureau Irna schrijft dat Vahidi vandaag in Iran was. Het is onbekend of hij eerder is teruggekomen van de reis of dat hij helemaal niet is vertrokken.

Het Argentijnse verzoek komt twee weken na een uitspraak van de hoogste rechter in het land, die bepaalde dat Iran verantwoordelijk is voor het bloedbad.

Een joodse man loopt door het puin, na de aanslag

Bij de aanslag op 18 juli 1994 liet een zelfmoordterrorist in Buenos Aires een zware bom afgaan die in een bestelbus lag. De bus was geparkeerd in het belangrijkste gebouw van de Joodse gemeenschap van de stad. Er volgde een enorme explosie, waardoor het gebouw van zeven verdiepingen helemaal werd verwoest. Vrijwel alle slachtoffers waren Joods. Het is nog steeds de dodelijkste aanslag in de Argentijnse geschiedenis.

Hezbollah

Argentinië, maar ook de Verenigde Staten en Israël, houden terreurorganisatie Hezbollah verantwoordelijk voor de aanslag. Op de achtergrond zou Iran een belangrijke rol hebben gespeeld als opdrachtgever. Hezbollah en Iran hebben altijd ontkend er iets mee te maken te hebben en tot een veroordeling kwam het nooit.

Dat had waarschijnlijk te maken met de politieke situatie in Argentinië. Verschillende presidenten zouden het onderzoek naar de aanslag hebben gefrustreerd. President Menem, die in 1994 aan de macht was, zou Iraanse steekpenningen hebben gekregen. Zijn toenmalige chef inlichtingen is in die zaak veroordeeld. Later had het onderzoek geen prioriteit omdat Argentinië en Iran op economisch gebied de banden wilden aanhalen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl