Omwonenden spannen rechtszaak aan tegen lelieteler in Limburg
Tientallen inwoners van Sevenum en bollenteler Peter van Meijel staan vandaag voor de rechter in Roermond. Van Meijel wil lelies gaan verbouwen op een veld dat grenst aan de achtertuinen van de Sevenummers. Zij willen dat de rechter het planten van de lelies verbiedt. Ze maken zich zorgen over hun gezondheid en die van hun kinderen. Pogingen van de 35 omwonenden om er samen met de teler uit te komen, liepen op niets uit.
Conflicten over lelieteelt eindigen vaker in de rechtbank. De telers houden zich aan de regels, maar omwonende zijn toch bang voor effecten die nog niet onderzocht zijn. Voor het verbouwen van lelies zijn ruim vier keer meer bestrijdingsmiddelen nodig dan voor aardappelen of tulpen. De bestrijdingsmiddelen worden in verband gebracht met neurodegeneratieve ziekten zoals parkinson, alzheimer en ALS. Verder kan een aantal van deze middelen kankerverwekkend zijn in bepaalde hoeveelheden. De lelieteelt nam de afgelopen 10 jaar met zo'n 28 procent toe.
Afgelopen zomer gaf een rechter in Drenthe omwonenden van een lelieveld in Boterveen gelijk. Op grond van het voorzorgsprincipe oordeelde de rechter dat de teler per direct moest stoppen met het spuiten van pesticiden. In hoger beroep oordeelde het gerechtshof dat de teler wél weer mocht spuiten, maar slechts met vier middelen in plaats van de 33 die hij eerder gebruikte. Na de zaak in Boterveen volgden nog meer rechtszaken.
Kinderen en cocktails
Laura Redeker is een van de eisers in de Sevenumse zaak. Zij woont met haar man en twee kinderen van 10 en 4 tegenover het veld waar de lelies zullen worden geplant. Hun tuin ligt op een afstand van ongeveer 15 meter. Als de rechter niet ingrijpt, zullen de lelies straks volgens Redeker twee keer per week worden bespoten met 32 verschillende bestrijdingsmiddelen. "De bestrijdingsmiddelen zijn individueel getest, maar voor lelieteelt wordt een cocktail gebruikt. We weten niet hoe die middelen op elkaar reageren en ook niet wat het doet met kinderen. Hun lichaam is veel kleiner dan dat van een volwassene."
De teler zegt dat het om minder dan 32 middelen gaat, maar hoeveel precies zegt hij niet. Hij stelt verder dat de middelen die hij gebruikt zijn getest en goedgekeurd door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Dat is de organisatie die toetst of bestrijdingsmiddelen veilig zijn voor de volksgezondheid.
Hij heeft ook meerdere voorzorgsmaatregelen genomen. Zo heeft hij Afrikaantjes geplant, waardoor hij twee bestrijdingsmiddelen minder hoeft te gebruiken. Verder heeft hij voorgesteld om een bufferzone van 50 meter aan te houden. Ook had de teler toegezegd om de buurt op voorhand te informeren over de spuitmomenten, via de buurtapp. Van Meijel: "Natuurlijk ik wil het zo goed mogelijk doen en niet de gezondheid van anderen schaden, maar als de middelen zijn getest dan ga je ervan uit dat het goed is. Het is zeer spijtig dat we er samen niet uit zijn gekomen."
Middelen zijn getest, maar niet in combinatie
Het Ctgb bevestigt dat de middelen zijn getoetst en veilig zijn bevonden vanaf een afstand van 3 meter, ook voor kinderen. Wel zegt de toezichthouder dat het geen onderzoek heeft gedaan naar hoe de combinatie van middelen werkt. "Daarvoor is meer onderzoek nodig", zegt een woordvoerder.
Redeker en de andere omwonenden die samen 25 minderjarige kinderen hebben, zijn er niet gerust op. De middelen zijn getest door verspreiding via de lucht, "maar hoe zit het met verspreiding via huidcontact", vraagt Redeker zich af. Haar kinderen spelen in de tuin, rollen door het gras en springen op de trampoline waar mogelijk residu achterblijft, legt ze uit. "Het advies is om binnen te blijven als er wordt gespoten. Dan moeten we de ramen en deuren sluiten. Hoe lang moeten we binnen blijven? Moeten we de was binnenhalen? Waar kan ik oppervlakken mee schoonmaken waar een residu op achter is gebleven? Niemand kan mij een concreet antwoord geven."
Bas Bloem, hoogleraar Neurologie aan het Radboudumc is kritisch op het toelatingsbeleid van het Ctgb. Het college zou niet genoeg oog hebben voor het mogelijke verband tussen een cocktail van bestrijdingsmiddelen en hersenziekten. Dat het Ctbg deze tekortkomingen erkent en aangeeft dat nader onderzoek nodig is, noemt hij 'een doorbraak'.
Bloem is zelf overtuigd van de link die er bestaat tussen pesticiden en parkinson, al geeft hij toe dat er verder onderzoek moet worden gedaan. "Maar de indruk bestaat dat er in bijvoorbeeld de bollenstreek veel meer parkinson voorkomt dan in andere streken. Zo veel meer, dat het bijna geen toeval meer kan zijn." Ook verwijst hij naar nieuwe regelgeving uit Frankrijk, waar Parkinson nu een erkende beroepsziekte is onder wijnboeren.
Over drie weken doet de rechter in Roermond uitspraak in het kort geding.