Hightech uit Nederland voor Oekraïense drones
Demissionair minister Kajsa Ollongren van Defensie wil dat Nederlandse hightechbedrijven "technologie toevoegen aan hun drones zodat Oekraïne sterker wordt en weerstand kan bieden aan de manier waarop Rusland de oorlog voert".
Zij zei dit na een tweedaags bezoek aan Oekraïne, waar zij werd vergezeld door drie Nederlandse hightechbedrijven die samenwerkingsovereenkomsten hebben gesloten met Oekraïense partners.
Nederland levert de hightech, terwijl Oekraïne de ervaring heeft op het slagveld. "Er zijn Oekraïense bedrijven die drones bouwen. En er zijn Nederlandse bedrijven, gespecialiseerd in artificial intelligence, die kunnen helpen de besturing te verbeteren. Dan ontstaat een win-winsituatie", zei Ollongren over het doel van haar reis.
Maurits Korthals Altes beaamt dit. Hij is van 'Avalor AI', een bedrijf dat 'artificial intelligence'-oplossingen biedt voor een 'onzekere omgeving'.
Zelfstandige drones
Die is volop voorhanden in Oekraïne. Korthals Altes noemt de samenwerking met zijn Oekraïense partners dan ook nuttig. Hun ervaring op het slagveld wil Avalor gebruiken om zijn software te verbeteren. Hij kan zich voorstellen dat in de toekomst, "als de oorlog is afgelopen", zijn nieuwe zakenpartner gaat leveren aan het Nederlandse leger.
Met zijn technologie wil Korthals Altes drones 'zelfstandig' maken. De meeste drones, zeker de kleinere, worden op afstand bestuurd, met een console en joysticks. Dat maakt ze kwetsbaar voor elektronische oorlogsvoering.
De Russen zijn zeer bedreven geworden in het jammen, oftewel het verstoren van de verbinding tussen drone en dronepiloot. De Oekraïeners verliezen hierdoor dagelijks vele drones. Door ze zelfstandig te maken met behulp van AI worden ze minder gevoelig en dus ook dodelijker.
Wat Korthals Altes ziet, zien meer bedrijven. Time Magazine schrijft dat Oekraïne een markt is waar je als serieuze wapenproducent aanwezig moet zijn, wil je de boot niet missen.
Kanonnenoorlog
Dat realiseert ook Rheinmetall zich, een grote Duitse wapenproducent die de Leopard tank maakt en de 155-millimeter granaten voor de moderne westerse artillerie, die het Oekraïense leger gebruikt. Aan die granaten is een schreeuwend tekort, omdat de levering uit de VS stokt. Om het tekort te verhelpen, wil Rheinmetall munitie gaan produceren, in Oekraïne.
Maar daar is het op dit moment niet mee geholpen, nu de Russen het gevoel hebben aan de winnende hand te zijn en aanval na aanval doen. Vanwege het tekort aan artilleriegranaten zet de Oekraïense generale staf zwaar in op het gebruik van drones, die Oekraïne grotendeels zelf kan produceren.
Maar de drone kan de granaat maar zeer gedeeltelijk vervangen. Tachtig procent van de doelen op het slagveld wordt namelijk uitgeschakeld door artillerie. Massale Russische aanvallen kunnen alleen worden tegengehouden met zware granaten. In die zin is dit nog altijd meer een kanonnenoorlog dan een drone-oorlog.
De kleinere drones hebben batterijen, die gevoelig zijn voor kou. In de mist zien hun cameraatjes niets. En de meeste kunnen niet veel meer dan handgranaat afwerpen. Van al die beperkingen heeft de robuuste 155-millimetergranaat geen last.
Toch wil minister Ollongren de drone geen lapmiddel noemen: "Het is én én, ze kunnen niet zonder elkaar. De drones zijn hard nodig om de artillerie preciezer te maken." Met andere woorden, ze zijn noodzakelijk om scherper doelwitten te bepalen, zodat artilleristen zuiniger kunnen omspringen met hun schaarse granaten.
Dat hoeven de Russen veel minder. Als antwoord op iedere Oekraïense granaat, kunnen de Russen er zeven afschieten. Die situatie is niet lang meer houdbaar aan het front. Als de tekorten zo nijpend blijven, is een grote Russische doorbraak een kwestie van tijd. Daarom spant de Tsjechische president zich nu ook zo hard in om overal ter wereld 155-millimeter granaten vandaan te halen.
'Oekraïeners pushen ons'
De levering van een miljoen granaten moet in april beginnen. Volgens analisten, die in Time worden geiteerd, zijn die alleen maar voldoende om te verdedigen. Met een voorraad van een miljoen hoeven de Oekraïense generaals niet eens te piekeren over een nieuw offensief deze zomer. Dan mogen ze blij zijn als ze voldoende manschappen en wapens hebben om te kunnen blijven zitten waar ze zitten.
Minister Ollongren wil niet somber klinken: "Natuurlijk is het taai. Maar de Oekraïeners zijn vastberaden door te vechten. Daar ben ik iedere keer weer van onder de indruk. Daarom pushen ze ons ook, dat we hen blijven steunen."
Aan de hand van beelden en data van aanvallen, experts, en gesprekken met soldaten analyseert Nieuwsuur de drone-oorlog tussen Oekraïne en Rusland.