ISS-accu neergestort in Atlantische Oceaan
Een accupakket van het internationale ruimtestation ISS is gisteravond rond 20.30 uur neergekomen in de westelijke Atlantische Oceaan. Het moet ergens tussen Guatemala en Florida in zee zijn gestort.
Het ging om een object ter grootte van een personenauto, zo'n 2600 kilo zwaar en ongeveer 12 kubieke meter groot. Daarmee is het het grootste brokstuk dat ooit zo van het ISS terugkeerde naar de aarde. Het was in 2021 afgestoten van het ISS en kwam nu ongecontroleerd terug de dampkring in.
Daarbij passeerde het ook enkele malen Nederland. Rond 19.20 uur vloog het voor de laatste keer op zo'n 140 kilometer hoogte over ons land.
Satellietexpert Marco Langbroek legde die laatste keer vast:
De Duitse rampendienst had vooraf gewaarschuwd dat het object ook meerdere malen door het eigen luchtruim zou scheren. De kans dat daarbij iets fout zou gaan was klein, maar het zou wel een supersone knal of een zwerm vallende sterren kunnen veroorzaken als het in de atmosfeer uiteenviel en verbrandde.
Uiteindelijk zijn er geen berichten gekomen over schade op de grond. Experts gaan ervan uit dat het grootste gedeelte van het object in de atmosfeer is verbrand.
Voorwerpen van deze grootte komen ongeveer een keer per maand terug naar de aarde. Meestal komen ze in de oceaan of onbewoond gebied terecht.