CO2-uitstoot rijke landen bij energieproductie naar laagste niveau in 50 jaar
De rijke landen hebben vorig jaar bij het opwekken van energie de laagste CO2-uitstoot in vijftig jaar gehad. Ze profiteerden van de groei van wind- en zonne-energie, gebruikten vaker gas in plaats van steenkool en bespaarden op hun energieverbruik.
Tegelijkertijd steeg de wereldwijde uitstoot in 2023 juist naar recordhoogte. Dat komt doordat alle andere landen samen steeds meer kooldioxide uitstoten. De minder ontwikkelde economieën kunnen bijvoorbeeld veel minder investeren in duurzame energie.
Dat staat in een rapport van het Internationaal Energieagentschap (IEA). Het gaat de goede kant op met de energietransitie, concludeert de IEA. Maar het agentschap wijst er ook op dat de rijke landen de zwakkere economieën meer moeten helpen.
De rijke landen kwamen op een CO2-uitstoot uit energie van 10,4 miljard ton, een daling van bijna 5 procent. Waar deze landen hun uitstoot nog nooit zo snel zagen dalen, steeg de wereldwijde uitstoot dus toch, met iets meer dan een procent naar 37,4 miljard ton. Die stijging had groter kunnen zijn, maar bleef beperkt door eerdere investeringen in schone energie.
Droogte spelbreker
Het opwekken van energie wereldwijd had afgelopen jaar veel te lijden onder de droogte. Waterkracht leverde daardoor veel minder op en dat gemis moest worden opgevangen met fossiele brandstoffen. Zonder die problemen was de stijging van de wereldwijde uitstoot veel kleiner geweest, stelt het IEA.
Met name China en India hadden last van de droogte. In China nam de CO2-uitstoot met 565 miljoen ton toe, en daarmee steeg het land naar de tweede plaats van de meeste uitstoot per hoofd van de bevolking. In India bedroeg de stijging 190 miljoen ton, al ligt de uitstoot per hoofd van de bevolking hier veel lager dan het wereldwijde gemiddelde. In de Europese Unie daalde de uitstoot met 9 procent.