Hermelijn blijft sneeuwwit in zachte Nederlandse winters, en dat is een probleem
Rolf Schuttenhelm
redacteur Klimaat
Rolf Schuttenhelm
redacteur Klimaat
Zoals Lapland de sneeuwhaas en de poolvos rijk is, heeft Nederland de hermelijn: het enige dier in onze natuur dat nog elke winter een sneeuwwitte camouflage heeft. Dat blijkt een probleem door klimaatverandering.
Want ondertussen loopt de winter op zijn einde zonder dat er veel sneeuw te zien is geweest. Er was in ieder geval geen vlok te bekennen in de recordzachte februari.
Die witte vacht herinnert dan ook aan een tijd lang geleden, toen Nederlandse winters koud en sneeuwrijk waren. In die tijd bood de witte vacht een goede schutkleur. Hoe goed precies hebben Nederlandse wetenschappers recent onderzocht in Noord-Zweden.
Opvallende vacht maakt kwetsbaar
In besneeuwd en onbesneeuwd landschap hingen ze bruine en witte bewegende knuffels op. De contrasterende kleuren werden door roofdieren eenvoudig opgepikt.
"Uit ons nieuwe onderzoek blijkt dat het voor soorten een grote impact heeft als ze in de natuur de verkeerde kleur hebben", zegt Tim Hofmeester van de Zweedse Universiteit voor Landbouwwetenschappen.
Het onderzoek in Zweden ging over de sneeuwhaas, maar in Nederland willen dezelfde onderzoekers zich nu richten op de hermelijn. Ook die heeft door de opwarming van het klimaat waarschijnlijk vooral nadeel van de witte wintervacht, zegt onderzoeker Joris Cromsigt, naast de Zweedse universiteit ook verbonden aan de Universiteit Utrecht.
"Je zou verwachten dat hermelijnen 's winters minder succes hebben met jagen en dat ze bovendien kwetsbaarder zijn om zelf bejaagd te worden." Hermelijnen vangen onder andere muizen en konijnen, maar kunnen zelf ten prooi vallen aan bijvoorbeeld loslopende katten en vossen.
Stilletjes verdwijnen
De hermelijnpopulatie gaat dan ook achteruit in Nederland. De Zoogdiervereniging is zelfs bevreesd dat de hermelijn "stilletjes uit Nederland verdwijnt" en heeft 2024 uitgeroepen tot jaar van de hermelijn.
Die achteruitgang kent meerdere oorzaken. Zo zijn er steeds minder konijnen en verdwijnen brede rietkragen, waar kleine marters (wezel, hermelijn, bunzing) graag in leven. Toch gaat de hermelijn sneller achteruit dan z'n kleinere neefje, de wezel, die in Nederland het hele jaar door bruin is. Het vermoeden is dan ook dat zachte winters een extra klap zijn.
Kan de hermelijn zich daar niet aan aanpassen? Door bijvoorbeeld later te verkleuren? Daar is nog geen sprake van, ontdekte hermelijnexpert Matthijs Smaal. Hij bouwde een speciale cameraval om hermelijnfoto's te kunnen maken. "Gewone wildcamera's werken met infraroodbeeld, maar de witte vacht is zo reflectief dat de sensor de hermelijn niet oppikt."
Dankzij de foto's van Smaal is duidelijk geworden dat hermelijnen in Nederland nog steeds wit worden rond 1 december en pas begin maart weer langzaam verkleuren naar hun zomervacht.
Dat bevestigt het vermoeden dat 'de schakelaar in het DNA' die het verharen inzet niet reageert op temperatuur, maar op het korter worden van de dagen, zegt Maurice La Haye van de Zoogdiervereniging. "En die daglengte blijft hetzelfde, ook als de temperatuur steeds verder oploopt."
Meerdere experts delen dat vermoeden. Alleen Dick Klees denkt dat de hermelijn naast daglengte óók op temperatuur reageert. Dat verklaart volgens hem "kwakkelhermelijnen": sommige hermelijnen worden niet volledig wit, maar behouden wat bruine haartjes, vooral op de schedel.
Wat is dan de toekomst van onze hermelijnen? "De tijd zal het leren", zegt zoogdieronderzoeker Carola van den Tempel. "Als er hermelijnen bruin blijven in de winter, zouden die via natuurlijke selectie de overhand kunnen krijgen."
Emily Mensink van de Zoogdiervereniging hoopt dat de witte hermelijn, ooit zo geliefd voor koningsmantels, ook behouden kan blijven als die evolutie uitblijft. Daarvoor moet het landschap weer geschikt worden gemaakt. "Het belangrijkste is dat bestaande leefgebieden worden verbonden en uitgebreid zodat hermelijnen onderling contact houden en voldoende voedsel kunnen vinden", zegt de vrijwilliger van de werkgroep kleine marters.
De beste kans om een witte hermelijn tegen te komen heb je nog in de Zaanstreek en in natuurgebied de Onlanden, bij de stad Groningen. Maar dan wel vóór de derde week van maart. Daarna zijn de dagen alweer zo lang, dat de hermelijn de winterjas uit heeft.