Vitesse in beroep tegen KNVB-besluit om overname af te wijzen: 'Voelt onrechtvaardig'
Vitesse gaat in beroep tegen de uitspraak van de licentiecommissie van de KNVB. Die oordeelde gisteren dat de overname door de Amerikaanse Common Group geen doorgang mag vinden.
De Arnhemse club stelt vraagtekens bij enkele conclusies die door de licentiecommissie zijn getrokken en probeert alsnog toestemming te krijgen.
Vitesse zit klem in een lastige situatie. Na de inval van Rusland in Oekraïne vertrok de toenmalige Russische eigenaar Valeri Ojf. Vitesse vond in de Amerikaanse Common Group een partij die de aandelen wilde overnemen, maar voor een overname van meer dan 25 procent van de aandelen is toestemming nodig van de KNVB.
Die toestemming kwam er niet, omdat de licentiecommissie niet heeft kunnen achterhalen waar het geld van de Common Group vandaan komt en of er voldoende vermogen is bij de Amerikaanse partij.
"Dat voelt niet goed en niet rechtvaardig", zei Coley Parry, de eigenaar van de Common Group vandaag op een persconferentie. "Wij hebben het proces van de KNVB achttien maanden lang gerespecteerd, maar het voelt als een vooringenomen besluit."
Peter Rovers, interim-directeur van Vitesse, zegt er alles aan te hebben gedaan om voldoende informatie te hebben aangeleverd. "We hebben ongetwijfeld fouten gemaakt, maar het is voor ons ook een nieuw proces. Maar we hebben alles gedaan uit goede intenties voor de club."
Vitesse heeft op dit moment flinke tekorten en er is geen partij die de tekorten dekt, zoals Ojf dat deed. Om het seizoen door te komen, heeft de Arnhemse club 11 miljoen euro geleend bij Parry. Als de overname ook na het hoger beroep wordt afgekeurd, zijn de financiële zorgen nog groter. Vitesse moet dat geld met rente terugbetalen aan de Amerikaan.
De club is ondertussen ook bezig met een plan B. Daarin moeten Arnhemse investeerders de ruimte krijgen om de club te redden.
