Nederland moet stoppen met uitvoer van F-35-onderdelen naar Israël, Staat in cassatie
Nederland moet stoppen met de uitvoer van F-35-onderdelen naar Israël. Dat heeft het gerechtshof in Den Haag in hoger beroep beslist. Binnen zeven dagen na de uitspraak van het hof moeten de leveringen gestaakt zijn.
"Israël houdt bij haar aanvallen onvoldoende rekening met de gevolgen voor de burgerbevolking", schrijven de rechters. "Het hof oordeelt dat er een duidelijk risico bestaat dat met de F-35-gevechtsvliegtuigen van Israël ernstige schendingen van het humanitaire oorlogsrecht worden gepleegd in de Gazastrook."
Oxfam Novib, Pax Nederland en The Rights Forum hadden de Nederlandse Staat voor de rechter gedaagd om de uitvoer te stoppen. Ze vinden de uitvoer van de F-35-onderdelen in strijd met het oorlogsrecht, omdat Nederland weet dat de jachtvliegtuigen gebruikt worden voor aanvallen op de Gazastrook.
Demissionair minister Van Leeuwen voor Buitenlandse Handel laat weten dat de Staat in cassatie gaat tegen de uitspraak van het gerechtshof. Volgens Van Leeuwen heeft het gerechtshof er onvoldoende rekening mee gehouden dat het aan de Staat is om zijn buitenlandbeleid vorm te geven. Wel zal de minister de uitspraak van het hof uitvoeren.
Onmiskenbaar risico
Eerder oordeelde de rechter in Den Haag dat de leveringen konden doorgaan. Het gerechtshof oordeelt nu dus anders. In tegenstelling tot de lagere rechter vindt het Hof niet dat het standpunt van de regering "dat de situatie in Gaza te complex is om vast te kunnen stellen dat Israël het internationaal humanitair oorlogsrecht op ernstige wijze schendt".
"Dat op dit moment niet een definitief juridisch oordeel kan worden gegeven over de vraag of Israël het humanitair oorlogsrecht op ernstige wijze schendt, dat klopt op zichzelf", ging de rechter verder. "Dat oordeel geeft het hof ook niet. Maar daar gaat het in deze zaak niet om. Het gaat er in deze zaak alleen om of er een duidelijk risico is dat de naar Israël uitgevoerde F-35-onderdelen gebruikt worden bij het begaan van ernstige schendingen van het humanitair oorlogsrecht. Het hof oordeelt dat onmiskenbaar is dat dat een duidelijk risico is."
Ingrijpende veranderingen
De vergunning voor de export van de onderdelen is in 2016 afgegeven voor onbepaalde tijd. Hierom zei de Staat dat de vergunning niet heroverwogen hoefde te worden.
Ook dat ziet het hof anders: de omstandigheden vergeleken met 2016 zijn volgens het hof "ingrijpend" veranderd. De redenering van de Staat kan er volgens het hof toe leiden dat vergunningen voor onbepaalde tijd op een later moment nooit meer heroverwogen hoeven te worden.
"Zelfs niet indien op een later tijdstip met de uitgevoerde militaire goederen ernstige schendingen van het humanitair oorlogsrecht zouden worden gepleegd." Dat kan volgens het hof niet de bedoeling zijn.
Economische overwegingen
Volgens het hof was de minister verplicht om uitvoervergunning opnieuw te beoordelen naar aanleiding van het optreden van Israël na 7 oktober 2023. Dat is ook gebeurd, zegt de rechter, "maar dan moet de minister dat wel goed doen". Buitenlandpolitieke overwegingen, zoals de goede relatie met Israël en de Verenigde Staten, of economische overwegingen hadden daarbij geen rol mogen spelen, laakt de rechter de overwegingen van de minister.
Bij die economische overwegingen gaat het met name om de rol via vliegbasis Woensdrecht in het F-35-programma. Nederland speelt al jaren een grote rol in het onderhoud van de onderhoudsintensieve Amerikaanse straaljagers en er liggen voor honderden miljoenen aan F-35-onderdelen bij de basis in Brabant. Daarmee maakt Woensdrecht Nederland een belangrijke spil in het uiterst kostbare F-35-programma.
Kabinet bestudeert uitspraak
De maatschappelijke organisaties die bij de rechter eisten dat Nederland stopt met het leveren van F-35-onderdelen aan Israël zijn "meer dan tevreden" dat het gerechtshof in Den Haag ze in het gelijk heeft gesteld, vertelde Oxfam Novib-directeur Michiel Servaes tegen de NOS op NPO Radio 1.
"Het was een hele duidelijke uitspraak van de rechter. Over de schendingen die er plaatsvinden in Gaza, de verantwoordelijkheid van Nederland en zijn oordeel dat het per direct moet stoppen", reageerde Servaes, die het jammer zei te vinden dat er een rechtszaak van maanden nodig was. "Laat vandaag een belangrijk moment zijn en hopelijk een keerpunt, in ieder geval in de manier waarop Nederland zich opstelt in deze vreselijke oorlog."
Minister Van Leeuwen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is momenteel in Brussel. Hij zegt dat hij de uitspraak bestudeert.
Overigens mag de Staat van het hof een nieuwe vergunning verlenen voor de F-35-onderdelen. Wel moet daaraan de voorwaarde worden verbonden dat Israël de F-35 niet inzet bij de operaties in Gaza.