Meer meldingen van schadelijk gedrag in onderwijs en kinderopvang
In het onderwijs en de kinderopvang zijn de afgelopen jaren vaker meldingen gedaan bij de vertrouwensinspecteur. Die maakt een dossier op als er een vermoeden bestaat van seksuele intimidatie, seksueel misbruik, discriminatie, radicalisering en psychisch of fysiek geweld.
Onder meer ouders, leerlingen, docenten en directies kunnen melding doen bij de vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs. Die informeert en adviseert over de stappen die de melders kunnen zetten, zoals bijvoorbeeld een formele klacht indienen of aangifte doen.
In het schooljaar 2022-2023 zijn er in het onderwijs 2152 nieuwe dossiers bij het meldpunt binnen gekomen. Het schooljaar ervoor waren dat er 1743. In de kinderopvang ging het in 2022 om 233 dossiers, in 2019 waren dat er 134.
In de kinderopvang rapporteert de inspectie over 2022 omdat er vertraging is opgelopen bij het publiceren van de cijfers. Het jaar wordt met 2019 vergeleken, omdat de kinderopvang in de tussenliggende jaren deels dicht zat door corona.
De onderwijsinspectie heeft geen verklaring voor de stijging omdat hier geen onderzoek naar is gedaan. Volgens een woordvoerder kan het zijn dat er in de sector meer bekendheid is over het bestaan van de vertrouwensinspecteur. Ook is het mogelijk dat er daadwerkelijk vaker sprake is van schadelijk gedrag.
Meer ernstig geweld
In het onderwijs gaan de meeste dossiers over psychisch geweld, gevolgd door fysiek geweld en seksuele intimidatie. Alleen meldingen over radicalisering zijn afgenomen. Bij seksuele intimidatie of misbruik gaat het vaker over leerkrachten of ondersteunend personeel richting een minderjarige leerling of student. Bij 75 van de 91 dossiers is de melder naar de zedenpolitie doorverwezen om daar melding te maken of om aangifte te doen.
In de kinderopvang is er in alle categorieën een stijging te zien. In 22 van de 26 dossiers over seksueel misbruik verwees de vertrouwensinspecteur de melder door naar de politie. Het gaat hier om personen die verantwoordelijkheid hebben naar kinderen. Dat kunnen ook vrijwilligers zijn of huisgenoten van de gastouder.
Volgens de inspectie valt het op dat meer dan de helft van het aantal dossiers in het onderwijs over kinderen jonger dan 13 gaat. Daarnaast is er op basisscholen en middelbare scholen steeds vaker sprake van ernstig geweld. Ging het voorheen voornamelijk over duwen en trekken, afgelopen schooljaar was er een verschuiving naar mishandeling of letsel door schuld.
Nieuwe wet
Wanneer er een vermoeden bestaat van een zedenmisdrijf of mishandeling van een kind is de houder van de kinderopvangorganisatie verplicht dat aan de vertrouwensinspecteur voor te leggen. In het onderwijs geldt dat voor een vermoeden van seksueel misbruik.
Er ligt een wetsvoorstel om de meldplicht in het onderwijs uit te breiden met seksuele intimidatie. Het slachtoffer hoeft dan ook niet langer een minderjarige of wilsonbekwame leerling te zijn. De meldplicht moet dan ook voor het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs gaan gelden.