Vele water geeft goede uitgangspositie, maar is geen garantie tegen droogte
Door de vele regenval van de laatste maanden is er nu water in overvloed. Is het ook genoeg om een droge zomer door te komen? De NOS legde die vraag voor aan verschillende waterschappen. Zij zijn optimistisch, maar met een voorbehoud. "We hebben zeker een goede uitgangspositie, maar als we een heel droog voorjaar krijgen, dan heb je zo weer een probleem".
De afgelopen tijd waren de waterschappen vooral bezig het water zo snel mogelijk af te voeren. Gemalen werkten op maximale capaciteit, alle schutten stonden omlaag. Het water stroomde door uiterwaarden of werd tijdelijk 'geparkeerd' in retentie- en waterbergingsgebieden. Die lopen op dit moment op de meeste plekken weer leeg.
"Je kunt niet alles vasthouden", zegt Brenda Arends, droogte-expert van het Brabantse waterschap Aa en Maas. "Je moet die gebieden ook weer vrijmaken voor een mogelijk volgend hoogwater". Bovendien hebben veel van die tijdelijke overstromingsgebieden normaal een andere functie, zoals akkerbouw of recreatie.
Daarbij is het vasthouden van water niet overal zinvol, hoor je bij alle waterschappen. Open water - in bassins of retentiegebieden - verdampt heel snel. Er zouden enorme hoeveelheden van nodig zijn, wil het echt zoden aan de dijk zetten. Ook liggen de stukken land die nu overstroomd zijn vaak laag, terwijl watervoorraden het hardst nodig zijn op de hogere - en droge - zandgronden.
De beste plek om het water vast te houden is in de grond. Daar ziet de situatie er nu in heel Nederland goed uit; overal staan de grondwaterpeilen 'op groen'. "De bodem is echt verzadigd nu, alle tekorten zijn weggewerkt", vertelt Jane Alblas van de Unie van Waterschappen. "Daarmee begin je het jaar goed, maar op het moment dat er weer langere tijd geen regen valt, of het heel heet wordt en alle gewassen weer veel water nodig hebben, heb je zo weer een tekort".
Een van de grootste grondwaterreservoirs is de 'zoetwaterbel' in het Veluwe Massief. Dat is een waterkolom van zo'n 60 meter hoog. "Daarin zit zeven keer zo veel water als in het IJsselmeer", vertelt Maarten Veldhuis van waterschap Vallei en Veluwe.
"Door de droogte in 2017 en 2018 was de voorraad in de bel flink geslonken. Nu is 'ie weer goed aangevuld." Je ziet - tot vreugde van Veldhuis en andere natuurliefhebbers - dat er zelfs water uit de grond ontspringt op plekken waar dat jarenlang niet gebeurde.
Het droogteprobleem is dus het grootste op de zandgronden. Die wateren sneller af doordat de mens er sloten en greppels in heeft gegraven. Nu ook water vasthouden steeds belangrijker wordt, zijn op sommige plekken sloten gedempt en beken en riviertjes weer in natuurlijke staat gebracht - van recht naar kronkelend - en zijn er in die sloten en greppels stuwen gezet om snelle afwateren tegen te gaan. De waterschappen zetten die nu de ergste wateroverlast voorbij is zo snel mogelijk weer omhoog.
Een groot deel van de watergangen is in handen van boeren. Ook zij accepteren tegenwoordig meer water op hun akkers en weilanden, om droogte later in het jaar te voorkomen, zeggen meerdere waterschappen.
Toch komt er ook weer een moment dat zij het land willen bewerken, dan wordt ook er ook veel water weggepompt. "We zouden in februari en maart de peilen wat hoger moeten laten", zegt Veldhuis van Vallei en Veluwe. "Daarin zouden we strenger moeten zijn." Bij een hoog grondwaterpeil kunnen boeren niet met zware machines het land op om bijvoorbeeld te ploegen of te zaaien.
Op termijn moet er beter bekeken worden welke activiteit er op welke plek past. Daarbij moeten "water en bodem sturend" worden bij de inrichting van het land, zoals demissionair minister Harbers in 2022 aankondigde in zijn kamerbrief. Daar botsen soms belangen. Bijvoorbeeld als er een woonwijk gebouwd wordt in een hele lage polder of bij landbouw in de vruchtbare Brabantse beekdalen, waar akkers met mais en aardappelen steeds vaker onder water komen te staan. Je kunt daar water blijven wegpompen, of de rivier de ruimte geven.
Ook dijkgraaf Hein Pieper van waterschap Rijn en IJssel denkt dat er beter gekeken moet worden naar welke grond waarvoor geschikt is en of er water beschikbaar is. "Er is nog steeds een soort maakbaarheidsidee dat we alles naar onze hand kunnen zetten. Dat kan niet meer, maar ik vraag me af of we snel genoeg kunnen schakelen."