Long covid is lichamelijk en 'zit niet tussen de oren', toont onderzoek aan
Long covid heeft een lichamelijke oorzaak. Dat hebben onderzoekers van het Amsterdam UMC en de Vrije Universiteit aangetoond door spierweefsel van mensen met en zonder long covid te bestuderen.
De resultaten van het onderzoek zijn vandaag gepubliceerd in het wetenschappelijke blad Nature Communications en zijn een belangrijke stap in het beter begrijpen van het nog altijd mysterieuze ziektebeeld.
De Amsterdamse onderzoekers namen monsters van spierweefsel van mensen met en zonder long covid, voor en na een inspanningstest op de fiets. Daarmee konden ze zien dat wanneer mensen met long covid fysiek te actief zijn, de schade in het spierweefsel bij hen groter is. Bovendien functioneren hun mitochondriën veel minder goed, de energiecentrales in de cellen.
Als gevolg van de inspanning ontstaat bij mensen met long covid een langdurige verergering van klachten, zogenoemde post-exertionele malaise (PEM). Bij PEM is sprake van extreme vermoeidheid na fysieke, cognitieve of emotionele inspanning.
De cyclus van het afbraakproces
Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat vooral die mitochondriën minder goed functioneren. De wetenschappers denken dat dit verklaart waarom mensen zo moe zijn. Tegelijkertijd hopen schadelijke eiwitten zich op in de cellen, mogelijk omdat deze energiefabrieken niet goed functioneren. Dat zou mogelijk verklaren waarom de gezondheid van een aanzienlijke groep mensen blijft verslechteren.
Dezelfde onderzoeksgroep ontdekte al eerder dat elk menselijk lichaam bij een covidinfectie het zogeheten IDO-2-enzym aanmaakt om de infectie te bestrijden. Bij de meeste mensen verdwijnt dit enzym weer. Maar bij patiënten met long covid blijft het lichaam het IDO-2-enzym produceren. Het is de hypothese van de onderzoekers dat dit enzym eraan bijdraagt dat de energiefabrieken verzwakt raken.
Oorspronkelijke therapie werkte averechts
Dat er nu meer duidelijkheid is over de neerwaartse spiraal die long covid in het lichaam veroorzaakt, ziet onderzoeksleider en hoogleraar inwendige geneeskunde Michèle van Vugt als belangrijke nieuwe kennis. "De volgende stap is onderzoeken hoe we deze afbraakcyclus kunnen doorbreken. Wellicht zit daar de mogelijkheid om mensen te genezen."
Daarnaast maakt het onderzoek duidelijk dat het onverstandig is om patiënten met long covid te behandelen met intensieve hersteltherapie bij fysiotherapeuten, zoals dat een tijd gangbaar was. Inmiddels zijn de richtlijnen aangepast en is deze behandeling niet meer de norm. Maar patiënten met andere vergelijkbare post-infectieuze ziekten als Q-koorts, Lyme of ME-CVS ervaren dit nog wel.
Volgens de Amsterdamse onderzoekers werkt te veel inspannen dus averechts. Het moet gedoseerd gaan.
"Concreet adviseren wij deze patiënten hun fysieke grenzen te bewaken en hier niet overheen te gaan", zegt arts-onderzoeker Brent Appelman. "Denk aan lichte inspanning die niet leidt tot verergering van de klachten. Wandelen is goed, of fietsen op een elektrische fiets, om de fysieke conditie enigszins te behouden. Houd er daarbij rekening mee dat iedere patiënt een andere grens heeft."
Dat is niet gebeurd bij patiënten die al sinds het begin van de pandemie met long covid kampen. Zij hebben intensieve therapieën ondergaan en menen dat die behandelingen hun ziektebeeld heftiger hebben gemaakt.
In juni maakten we dit portret van Mette. Zij heeft long covid:
Patiënten- en belangenorganisaties reageren opgetogen op het onderzoek. "Het is niet alleen medisch belangrijk maar ook maatschappelijk", zegt Diewke de Haen, directeur van PostCovidNL.
"Er wordt nog te vaak tegen mensen met long covid gezegd: 'Het zit tussen je oren.' Helaas horen wij van patiënten terug dat hun omgeving, soms zelfs hun huisarts, nog denkt dat het een burn-out is. Wij hopen dat dit onderzoek bijdraagt aan de publieke bewustwording dat dit een lichamelijke ziekte is waar mensen zelf niets aan kunnen doen."