Rederijen Maersk en Hapag-Lloyd blijven Rode Zee mijden vanwege Houthi-aanvallen
De Deense rederij Maersk en de Duitse rederij Hapag-Lloyd blijven de Rode Zee de komende tijd mijden, vanwege het gevaar van aanvallen door Houthi-rebellen. De schepen van de twee rederijen zullen blijven omvaren langs Kaap de Goede Hoop.
Hapag-Lloyd houdt dit vol tot zeker 9 januari, dan maken zij opnieuw een afweging. Het besluit van Maersk geldt voor onbepaalde tijd.
Sinds half december mijden de meeste grote rederijen de Rode Zee vanwege de aanvallen door de Houthi's. Die hebben het voorzien op schepen die een link met Israël hebben. Ze zeggen met hun acties de Palestijnen te willen ondersteunen.
Vorige week had Maersk juist besloten de route via de Rode Zee weer te gaan gebruiken, nadat bekend was geworden dat de VS een multinationale veiligheidsoperatie gaat leiden in het gebied. Maar na een nieuwe aanval, zaterdag, besloot Maersk toch weer om minstens 48 uur weg te blijven uit de Rode Zee. Die termijn is nu dus verlengd.
De Amerikaanse marine kwam het schip dat zaterdag onder vuur werd genomen tijdens de aanval te hulp en doodde naar eigen zeggen tien Houthi's. Volgens de Amerikanen was het de 23e aanval van de Jemenitische beweging op de internationale scheepvaart sinds 19 november.
Extra brandstofkosten
De Houthi's hebben nauwe banden met Iran en de Amerikaanse regering is er zeker van dat Iran de rebellen van wapens voorziet en traint. Ze beschikken over een groot raket- en drone-arsenaal, waarmee ze doelen tot honderden kilometers ver kunnen raken.
Ongeveer een derde van alle containers wereldwijd wordt vervoerd via de Rode Zee. Er wordt geschat dat de omleiding langs Kaap de Goede Hoop per schip bijna 1 miljoen euro extra aan brandstof kost. Door de alternatieve vaarroute doet een schip er gemiddeld acht dagen langer over om van Europa naar Azië te varen dan over het Suezkanaal en de Rode Zee.