Extra kraamhulp voor kwetsbare gezinnen: 'Geeft ouders meer zelfvertrouwen'
Tobias van der Valk
Tobias van der Valk
Helpt extra kraamzorg om kinderen uit kwetsbare gezinnen een betere start te geven? Ja, zegt de GGD Zuid-Limburg. Gezinnen in die regio kunnen bij wijze van proef veel langer kraamzorg krijgen en hoeven daar in sommige gevallen ook geen eigen bijdrage voor te betalen.
De pilot Geboortezorg Flex loopt sinds 2021. In de praktijk krijgen zo'n 100 gezinnen de mogelijkheid om tot 6 maanden langer kraamzorg af te nemen. Ook konden 150 gezinnen een kwijtschelding van de eigen bijdrage voor kraamzorg aanvragen.
Een eerste evaluatie van de GGD Zuid-Limburg is positief. 75 procent van de ondervraagde gezinnen zegt zich zekerder te voelen in het ouderschap, ruim 90 procent zegt (soms) minder stress te ervaren. Ook constateert de GGD dat deelnemende gezinnen makkelijker om hulp durven vragen, waar hulp nu regelmatig wordt geweigerd.
Bijkomend voordeel is de grotere tevredenheid onder kraamverzorgers zelf. "Alle ondervraagden gaven aan dat ze door de proef veel meer voldoening halen uit hun werk, meer uitdaging ervaren en zich meer van betekenis voelen", staat in de evaluatie.
Schulden, huiselijk geweld en gezondheidsproblemen
Ingewikkelde gezinssituaties zien ze relatief veel in Zuidoost-Limburg, vertelt Joost Groothuijsen, directeur van Geboortezorg Limburg. Het is een van de meest ongezonde en arme regio's van Nederland.
"We zien bijvoorbeeld veel mensen met schulden. Ook gezondheidsproblemen, psychische problemen en huiselijk geweld komen we regelmatig tegen." Allemaal dingen die ook direct invloed hebben op het welzijn van een pasgeboren kind.
Groothuijsen: "We zagen dat juist die kwetsbare gezinnen minder kraamzorg afnamen, vaak vanwege hun financiële situatie. Daarnaast mag de kraamverzorger maar tien dagen zorg geven. Vaak gaven onze medewerkers aan dat er meer ondersteuning nodig was." Met onder meer gemeenten, zorgverzekeraars CZ en VGZ en de GGD werd daarom de pilot opgetuigd.
Jareyenne Pieter Cumma (23) uit Kerkrade heeft veel gehad aan de extra kraamzorg. Ze beviel een paar maanden geleden van haar zoontje Azari. Bijzonder, maar ook nieuw en spannend, zegt ze. "Toen ik naar huis moest, dacht ik: 'oh mijn god. Ik moet alles alleen doen'."
De vader van Azari is niet in beeld. En hoewel Jareyennes moeder de eerste weken uit Curaçao overkwam om te helpen, stond ze er verder grotendeels alleen voor.
Hulp van een kraamverzorger was dus meer dan welkom. "Zij was er meteen op de eerste avond. Ze heeft me uitleg gegeven hoe ik dingen moest doen en een planning met me gemaakt. Dat gaf heel veel rust."
'Als ze het maar op een rijtje krijgt'
Die kraamverzorger was Anja Moonen. Het zijn doorgaans basale dingen waar ze mee helpt, maar die voor ouders en kind een groot verschil maken. "Bij het geven van extra kraamzorg komen we een paar dagen per week. Dan kijken we: hoe gaat het? Waar loop je tegenaan?"
Zo ook bij Jareyenne. "Mevrouw had een traumatische ervaring in haar relatie gehad.", zegt Moonen. "Toen ik aankwam, zat ze met giechelende vriendinnen op de bank. Ik dacht: 'als ze het maar op een rijtje krijgt'." Dat lukte uiteindelijk na twee weken extra kraamzorg. "Na die tijd voelde ik dat ze voldoende kennis en zelfvertrouwen had om zelf verder te gaan."
Die extra hulp was voor Jareyenne heel belangrijk, vertelt ze: "Zonder Anja was het een stuk chaotischer geweest, denk ik. En stressvol. Vooral haar kennis en ervaring was heel belangrijk. We hadden een mapje met een dagplanning die we afwerkten. We spraken af dat als ze er om 08.00 uur was, dat ik dan gedoucht had en alles zou klaarstaan. Dan zouden we de dag samen beginnen."
De aandacht van kraamverzorgers mag ouders dan helpen, een belangrijke vraag is of ze niet te veel op de stoel van sociaal werkers gaan zitten. "Die vraag stellen wij onszelf ook", zegt Groothuijsen. "Onze medewerkers hebben verstand van de relatie tussen moeder en kind. We zien dat ze daar de eerste zes maanden echt mee kunnen helpen. Daarna gaat het meer over ouderschap en andere dingen. Dat is een andere discipline."
De GGD, Geboortezorg Limburg en andere betrokken organisaties pleiten ervoor om de aanpak van Geboortezorg Flex uit te rollen. Zowel het kwijtschelden van de eigen bijdrage als de uitgebreidere kraamzorg is wat hen betreft een succes.
"Je moet dit niet in een pilot blijven gieten", zegt Groothuijsen. "We willen een vaste vorm." Een probleem is wel dat voor het kwijtschelden van de eigen bijdrage een wetswijziging nodig is.
De mogelijkheid om langer kraamzorg te kunnen bieden, is wel al deels wettelijk geregeld. Vanaf 2025 is het voor kraamzorgorganisaties mogelijk om tot maximaal zes weken kraamzorg aan te bieden. Nog niet zes maanden dus, maar wel een forse uitbreiding van de tien dagen die er nu voor staan.