Pleidooi tegen 'wegwerpmaatschappij' op Black Friday
De Nederlandse overheid moet zich niet alleen richten op initiatieven voor een duurzamere economie, maar ook meer doen tegen de 'wegwerpmaatschappij'. Dat zegt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli), een adviesorgaan van de overheid, in een nieuw advies, niet toevallig gepubliceerd op koopjesfestijn Black Friday.
In Nederland en de rest van de wereld wordt volgens het rapport steeds meer afval gecreëerd. Die toename zou niet alleen komen doordat er meer wordt geconsumeerd, maar ook door het gebruik van goedkope, niet-duurzame goederen. Vooral sinds het jaar 2000 is de hoeveelheid producten die worden verkocht en al snel weer worden weggegooid sterk gegroeid.
De wegwerpmaatschappij wordt volgens de raad gekenmerkt door 'fast fashion', 'fast furniture' en bepaalde elektronica. Het gaat dan om producten van lage kwaliteit met een vaak korte levensduur. Die kunnen leiden tot milieuvervuiling, gezondheidsproblemen, CO2-uitstoot, uitputting van natuurlijke grondstoffen en uitbuiting van arbeidskrachten.
Milieukosten niet doorberekend
Veel producenten kiezen er volgens de Rli voor om de kosten van negatieve milieu- en gezondheidseffecten niet door te berekenen in de productprijzen. Ook krijgen producten een steeds kortere levensduur door keuzes in materiaalgebruik en productiemethoden. In sommige gevallen zou dat zelfs een bewuste strategie zijn, zodat producten sneller vervangen moeten worden. Dat is dan weer goed voor de omzet van bedrijven.
Verder wordt er volgens het de raad bij het ontwerp van veel producten geen rekening gehouden met de afdankfase: hoe een product moet worden ingezameld en vernietigd, of juist kan worden hergebruikt of gerecycled. Consumenten zouden niet altijd beschikken over informatie die ze in staat stelt om in winkels een verantwoorde keuze te maken.
Zo is de hoeveelheid afgedankte kleding in Nederland in de afgelopen 25 jaar ruimschoots verdubbeld: van ongeveer 8 naar 15 kilo per inwoner per jaar. 'Fast fashion' is de afgelopen decennia gemeengoed geworden. Wereldwijd is het aantal keren dat een kledingstuk wordt gedragen in vijftien jaar tijd met 36 procent gedaald. Dat betekent dat kleding steeds sneller wordt weggegooid.
Fast furniture
In het rapport wordt ook gesproken over het minder bekende 'fast furniture'. Hiermee doelt men op de groeiende industrie van goedkopere en vaak trendgevoelige meubels, die veelal worden gemaakt van laagwaardig materiaal en (fossiele) kunststoffen. Inmiddels is 60 procent van de in Nederland verkochte meubels fast furniture, blijkt uit het rapport.
De raad zegt dat fast furniture bijvoorbeeld te koop is bij winkels als IKEA, Kwantum, Leen Bakker en Trendhopper. Fast furniture zou een sterke impact hebben gehad op Europese meubelindustrie, die vroeger juist gericht was op het maken van hoogwaardige producten. Het rapport wijst erop dat deze trend van goedkoop geproduceerde meubels, veelal gemaakt in Zuidoost-Azië, een grote ecologische voetafdruk heeft.
De bestedingen van huishoudens aan woninginrichting en decoratie zijn in de periode tussen 2000 en 2022 met 228 procent toegenomen. Ook de hoeveelheid afgedankte meubels nam sterk toe. Dat komt voornamelijk omdat fast furniture een kortere levensduur heeft.
Meer hergebruik en reparatie
Fast furniture is volgens de raad een blinde vlek in Nederland en de EU als het gaat om duurzaamheidsmaatregelen. De raad pleit voor het afdwingen van duurzame productieprocessen en het streven naar eerlijke productprijzen. Dat zou onder meer bereikt kunnen worden door de voorgestelde Europese regels hierover in te voeren in Nederland.
Ook dringt de raad aan op meer hergebruik en reparatie van product, door middel van een strengere en beter gereguleerde 'uitgebreide producentenverantwoordelijkheid' (UPV). Dat betekent dat bedrijven zelf verantwoordelijk worden voor inzameling, sortering, hergebruik en recycling van de producten die ze gemaakt hebben.
Er is al een UPV van kracht voor sommige producten, zoals elektrische apparaten en batterijen. Eerder dit jaar ging ook een UPV gelden voor textiel.
Verder zouden consumenten ondersteund moeten worden bij het maken van bewuste keuzes en beschermd moeten worden tegen valse duurzaamheidsclaims.