Oprichter muziekblad Rolling Stone onder vuur na omstreden interview
De oprichter van muziekblad Rolling Stone is zijn positie bij de Rock & Roll Hall of Fame kwijtgeraakt na een omstreden interview met The New York Times. Het antwoord dat Jann Wenner gaf op de vraag waarom hij alleen interviews met witte mannen had opgenomen in zijn boek The Masters, werd breed gezien als vrouwonvriendelijk en racistisch.
De 77-jarige Wenner nam in zijn boek zeven interviews op met muzikale grootheden: Bob Dylan, Mick Jagger, John Lennon, Jerry Garcia, Bruce Springsteen, Bono en Pete Townshend. The New York Times vroeg hem of daar niet ook een vrouwelijke of zwarte artiest tussen had moeten zitten.
"Een gevoelsmatige keuze" noemde Wenner dat. "Wat de vrouwen betreft was er niet eentje die welbespraakt genoeg was op dat intellectuele niveau", redeneerde hij, hoewel de interviewer opties als Janis Joplin, Joni Mitchell, Stevie Nicks of Madonna aandroeg.
'Geen filosoof van de rock-'n-roll'
"Ik wil niet zeggen dat ze niet welbespraakt zijn, maar probeer maar eens een diepgaand gesprek te voeren met Grace Slick of Janis Joplin. Echt, ga je gang", luidde zijn antwoord, om eraan toe te voegen dat Joni Mitchell "geen filosoof van de rock-'n-roll" genoemd kon worden. "Ze voldoet wat mij betreft niet aan die standaard."
Qua zwarte artiesten noemde Wenner uit zichzelf Stevie Wonder (een genie toch?"), Marvin Gaye en Curtis Mayfield als opties. "Maar als je een woord als 'meester' gebruikt, ligt het misschien aan dat woord", redeneerde hij. "Zij verwoordden het gewoon niet op dat niveau."
Kritiek voorkomen
Wenner lijkt zich tijdens het interview ook te realiseren dat zijn woorden grievend kunnen overkomen. "Misschien had ik omwille van de publieke opinie een zwarte artiest en een vrouw moeten opnemen, hoewel ze niet voldoen aan dezelfde historische standaard. Zo had ik deze kritiek kunnen voorkomen."
"Misschien ben ik wat ouderwets en kan het me geen reet schelen."
Dat inzicht was voor de Rock & Roll Hall of Fame in ieder geval niet voldoende. Hoewel Wenner in 1987 aan de wieg stond van die eregalerij werd hij gisteren ontslagen als bestuurslid. In een persbericht werden er weinig woorden vuilgemaakt aan de reden: "Jann Wenner is uit de raad van bestuur gezet van de Rock & Roll Hall of Fame", luidde de volledige mededeling van de stichting.
Excuses
Wenner richtte Rolling Stone in 1967 op als eerste muziekblad dat popmuziek serieus nam. Hij bleef decennia lang als hoofdredacteur verbonden aan het blad en kreeg in 2004 zelf een plek in de Hall of Fame voor zijn invloed op de muziekindustrie. Mick Jagger was een van de grootheden die hem destijds verwelkomde.
Rolling Stone zelf heeft een artikel gewijd aan de ophef, maar nog niet gereageerd op de uitspraken.
Wenner heeft inmiddels in een verklaring excuses aangeboden voor zijn uitlatingen. "Mijn opmerkingen deden afbreuk aan de bijdragen, genie en impact van zwarte en vrouwelijke artiesten. Daar wil ik volmondig mijn excuses voor aanbieden."
Hij voegde eraan toe dat de interviews een weerspiegeling van zijn eigen voorkeuren waren. "Ik begrijp dat mijn slecht gekozen woorden ophef veroorzaken. Ik bied daar mijn excuses voor aan en accepteer de gevolgen."