Foto uit 2016 van een Indonesiër die 14 jaar zonder proces gevangen zat omdat hij van communisme werd beschuldigd (geen link met dit verhaal)
NOS Nieuws

Bannelingen uit Soeharto-tijd willen excuses, Indonesië weigert

  • Fitria Jelyta

    redacteur Nieuws & Co

  • Fitria Jelyta

    redacteur Nieuws & Co

Zestig jaar na de staatsgreep door generaal Soeharto en de massamoorden die daarop volgden, wil Indonesië naar eigen zeggen in het reine komen met zijn verleden. Zo kunnen Indonesiërs die door Soeharto's regering werden verbannen vanwege hun steun aan diens voorganger Soekarno hun nationaliteit terugkrijgen. Maar de meeste bannelingen willen dat niet en eisen, tevergeefs, excuses van de huidige regering. Vandaag kwam een deel van hen bij elkaar in Amsterdam.

De Indonesische minister Mohammad Mahfud van Politiek, Recht en Veiligheid was eind vorige maand ook in Amsterdam voor een persoonlijke ontmoeting met de bannelingen. Toen kondigde hij aan dat zij als ze dat willen hun recht op de Indonesische nationaliteit terugkrijgen, ofwel een visum kunnen aanvragen voor een vijfjarig verblijf in Indonesië. Maar excuses komen er niet.

"Die krijgen we niet omdat de regering vindt dat alle schuldigen aan de massamoorden door Soeharto's regime en de mensen die hem steunden al zijn bestraft of om het leven zijn gekomen", zegt de 84-jarige Sungkono, die vandaag ook aanwezig was op de bijeenkomst. Bovendien zouden de huidige leiders zichzelf niet de aangewezen personen vinden om excuses aan te bieden.

Sungkono werd onder de regering van Soekarno, de eerste president van Indonesië, in de jaren 60 naar de communistische Sovjetunie gestuurd om daar techniek te studeren. Maar alles veranderde toen generaal Soeharto in Indonesië de macht greep. "De regering pakte in 1966 mijn paspoort af, omdat ik Soekarno nog als president zag toen Soeharto aan de macht kwam. Daardoor mocht ik niet meer terugkeren naar mijn eigen land, en werd ik staatloos."

Pas nadat hij in 1981 vanuit de Sovjetunie naar Nederland was gekomen, asiel had aangevraagd en een Nederlands paspoort had gekregen, kon Sungkono in 1995 terug naar Indonesië. "Maar tegen die tijd waren mijn ouders en andere familieleden overleden. Ik heb ze jarenlang niet kunnen zien of spreken, en kon geen afscheid van ze nemen." Bovendien werd hij bij zijn bezoekjes als Nederlandse toerist naar eigen zeggen in de gaten gehouden door de Indonesische regering.

Dat overkwam veel Indonesische bannelingen die na de staatsgreep van Soeharto staatloos werden gemaakt, vertelt schrijfster en activist Tatiana Lukman. Door heel Europa zijn nog altijd naar schatting ongeveer 600 Indonesische ballingen verspreid. In Nederland gaat het om zo'n 125 mensen van de eerste en tweede generatie, blijkt uit cijfers van vorig jaar.

Niet alleen studenten

Lukman stipt aan dat het niet alleen Indonesische studenten in het buitenland waren die werden verbannen door Soeharto's 'nieuwe orde'. "Het waren ook ambtenaren, zoals ambassadeurs en hun medewerkers die namens Soekarno's regering in het buitenland waren om Indonesische ambassades op te zetten." Ook die laatste groep valt nu onder de toezegging van de huidige regering, al worden alleen de studenten expliciet genoemd in de regeling.

"De huidige Indonesische regering wil het ook niet hebben over de misdaden die Soeharto en zijn militairen hadden gepleegd om communisme te bestrijden", zegt Lukman. Ze is zelf persoonlijk betrokken bij de zaak: haar vader werd door Soeharto's leger geëxecuteerd omdat hij leider was van de communistische partij PKI. Vanwege haar vaders politieke activiteiten werd Tatiana Lukman verbannen uit Indonesië.

Soeharto in 1967

Volgens haar weigeren de huidige Indonesische leiders excuses te maken omdat zij zichzelf ook zien als slachtoffers van Soeharto's bewind. "Zij zeggen dat zij hebben bijgedragen aan het bestrijden van Soeharto's corrupte regime. En dat zij daarom niet de aangewezen personen zijn om excuses aan te bieden voor wat zijn regering heeft gedaan."

Daar zijn Lukman en veel Indonesische bannelingen het niet mee eens. "De huidige regering wil ons de Indonesische nationaliteit teruggeven, maar dat betekent niets als de regering niet erkent dat ze misdaden heeft gepleegd en geen verantwoordelijkheid neemt voor de mensenrechtenschendingen uit het verleden."

'Schuldbekentenis voorkomen'

Ook in Indonesië zelf hebben mensen kritiek op de houding van de regering tegenover bannelingen en andere slachtoffers van mensenrechtenschendingen uit het verleden, vertelt Artien Utrecht. Zij is medeoprichter van de mensenrechtenorganisatie Watch 65, die opkomt voor de belangen van Indonesische bannelingen in Nederland.

"De huidige Indonesische president Joko Widodo heeft een team van ministeries en onderzoekers samengesteld voor de 'afhandeling' van twaalf grote mensenrechtenschendingen uit het verleden, waaronder dus de bannelingen in 1965", zegt Utrecht. "Maar daar worden geen juridische processen aan gekoppeld om daders te berechten."

Volgens Utrecht heeft dat te maken met de macht van de militairen in Indonesië. "Die willen per se dat de regering geen excuses maakt", zegt zij. "Excuses kunnen leiden tot een schuldbekentenis, waardoor de militairen als daders worden aangemerkt van de massamoorden rond 1965 tot begin jaren 70. Dat willen ze met alle macht voorkomen."

Toch verdienen de bannelingen excuses van Indonesië, vindt Sungkono. "Ik heb me altijd een Indonesiër gevoeld, zelfs toen ze me mijn paspoort afpakten", zegt hij. "De bannelingen hebben niets verkeerds gedaan. En als Indonesië vooruit wil, dan moet de regering zich niet langer verschuilen achter het verleden."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl