Huren ongeveer 2 procent hoger dan vorig jaar
De huurprijzen van woningen lagen in juli gemiddeld 2 procent hoger dan een jaar eerder, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek. De stijging is een procentpunt minder dan het jaar daarvoor.
Sociale huurwoningen van woningcorporaties werden nauwelijks duurder: hier lag de gemiddelde stijging op 0,1 procent. Dat komt mede doordat bepaalde groepen recht hadden op huurverlaging. Vorig jaar ging de huur van corporatiewoningen in de sociale sector nog omhoog met gemiddeld 2,6 procent.
Sociale huurwoningen van andere verhuurders werden 3,7 procent duurder. Dat was een jaar eerder nog 2,8 procent. Ook in de vrije sector was de huurstijging groter dan vorig jaar: van 3,8 procent naar 4,5 procent.
Nieuwe bewoners
De huren worden elk jaar over het algemeen op 1 juli verhoogd. Een uitzondering kan worden gemaakt bij een bewonerswisseling. De huur kan dan tussentijds worden verhoogd, vaak met een hoger percentage.
Gemiddeld stegen de huren bij bewonerswisselingen het afgelopen jaar met 10,9 procent., de grootste stijging sinds 2014. Vorig jaar was het 9,7 procent.
Huren volgen lonen
De huurstijgingen zijn het afgelopen jaar beperkt gebleven doordat het maximale stijgingspercentage in de vrije sector nu anders wordt berekend. Vroeger stegen de huren mee met de inflatie, maar toen die vorig jaar boven de 10 procent kwam, is het systeem veranderd.
De huren zijn nu gekoppeld aan de loonontwikkeling. In de vrije sector mogen ze maximaal 1 procentpunt meer stijgen dan de lonen.
In de sociale sector stelt de overheid elk jaar de maximale stijging vast. Die was voor dit jaar gelijk aan de gemiddelde loonstijging van 3,1 procent. Voor huurders met een relatief hoog inkomen kon de stijging wel wat hoger zijn.