Werknemers uit Azië populair in anti-migratielanden Polen en Hongarije
Christiaan Paauwe
verslaggever Midden- en Oost-Europa
Met gele hesjes aan en helmen op lopen groepen mannen rond lunchtijd door de beveiligingspoortjes op een industrieterrein buiten de Poolse stad Plock. Het is duidelijk dat het geen Poolse werknemers zijn, ook uit de talen die klinken en de gekruide lunch die wordt geserveerd. "De meesten komen uit Pakistan, Maleisië en de Filipijnen", zegt de manager van de bouw van de fabriek Jakub Zgorzelski.
Hij wijst naar de omliggende boerenvelden die nu vol staan met containerwoningen: goedkope huisvesting voor de arbeidsmigranten die werken aan de bouw van de nieuwe chemische fabriek in Plock. Daarvoor zijn bijvoorbeeld veel lassers en installateurs nodig, zegt Zgorzelski. "Maar die kun je in Polen amper nog vinden."
In het licht van het huidige migratiedebat in de Europese Unie is de situatie in Plock opmerkelijk. Juist in Polen, dat zich fel verzet tegen EU-plannen voor gezamenlijke opvang van asielzoekers, zijn Aziatische arbeidsmigranten op dit moment zeer gewild.
'Onliberaal' Hongarije
In Hongarije, dat net als Polen niet door Brussel wil worden gedwongen tot opvang van asielzoekers, speelt zich hetzelfde af. "Hongarije mag geen migratieland worden", zegt premier Orbán. Tegelijkertijd kent zijn land nu een forse instroom van migranten uit onder meer India.
Beide landen kampen met een groot tekort aan arbeidskrachten. In het geval van Hongarije wordt dat geschat op ruim 300.000, in Polen loopt het tekort de komende tien jaar mogelijk zelfs op tot 2 miljoen.
Veel jonge, hoogopgeleide Hongaren trekken weg uit het 'onliberale' Hongarije, zoals Orbán zijn land trots omschrijft. Een andere oorzaak van de leegloop is het lage inkomenspeil. Transportbedrijven kunnen zowel in Polen als Hongarije niet genoeg chauffeurs vinden; Poolse en Hongaarse chauffeurs werken liever tegen een hoger salaris in West-Europa.
Vrachtwagenchauffeurs uit India
In Hongarije vliegen bedrijven nu vrouwen uit India in om hen op te leiden tot vrachtwagenchauffeur. "Wij hebben ze heel hard nodig", zegt instructeur József Koroknai van rijschool Füredi in de Hongaarse stad Kecskemét. De rijschool is ingehuurd door de Hongaarse vestiging van het Deense transportbedrijf Baton dat in de komende vijf jaar in totaal nog 800 vrouwen in India wil werven. "Wij geven deze vrouwen uit India een duwtje in de rug zodat ze betere kansen voor zichzelf kunnen creëren", zegt de eigenaar van Baton.
Onder een tweejarig contract kunnen de Indiase vrouwen rekenen op een maandsalaris van 1800 euro. "Ik hoop dat meer vrouwen mijn voorbeeld zullen volgen", zegt Ayisha Kammer uit India, die nu drie maanden in Hongarije is. "Over een paar weken heb ik mijn examen en kan ik in Europa gaan rijden."
Inmiddels houden zich in Hongarije 25 recruitmentbureaus bezig met de zoektocht naar Aziatische arbeidskrachten. De bureaus richten zich naast India ook op Vietnam, Indonesië, Mongolië en de Filipijnen. Het Hongaarse parlement, dat wordt gedomineerd door de partij van Orbán, heeft onlangs een wet aangenomen die de procedures rondom de nieuwe arbeidsmigratie voor bedrijven versoepelt.
Ik mis mijn kinderen in India, maar hier kan ik iets opbouwen waarmee ik ze financieel kan ondersteunen.
Achter het stuur van een nagebouwde mini-vrachtwagencabine, uitgerust met videoschermen, zit de Indiase Sellammal Kumaran. Ze wordt nerveus van de pottenkijkers in de hal van rijschool Füredi. Net als Kammer moet ze over een paar weken afrijden. Instructeur Koroknai start een computerprogramma op waarmee Kumaran virtueel wordt getraind in het nemen van gevaarlijke bochten.
"Ik mis mijn kinderen in India", zegt ze na de les. "Maar hier kan ik iets opbouwen waarmee ik ze financieel kan ondersteunen."
In aanloop naar de Poolse parlementsverkiezingen dit najaar hamert de Poolse regering op het gevaar van migranten uit Afrika en het Midden-Oosten die de grens met Belarus proberen over te steken. De huidige nationalistisch-conservatieve regeringspartij PiS heeft op de dag van de verkiezingen een referendum uitgeschreven waarin Polen kunnen stemmen over de EU-plannen voor asielopvang. Die plannen zouden Polen verplichten tot de opvang van bijna 2000 asielzoekers.
Hypocriet
Dat PiS met het referendum de zorgen over die opvang wil aanwakkeren bij de kiezers is hypocriet, zegt de Poolse oppositiepartij Burgerplatform. Ze verwijzen naar de bouw van de fabriek in Plock. Daarvoor alleen al zullen de komende jaren 6000 arbeidsmigranten nodig zijn. Vergeleken met die aantallen is de groep asielzoekers die Polen van Brussel moet opvangen klein.
Bij omwonenden van de fabriek leven zorgen over het grote aantal arbeidsmigranten dat bij het industrieterrein komt wonen. Bijvoorbeeld als ze in grote groepen over straat lopen of naar de plaatselijke discotheek gaan.
Nu zijn het nog 500 arbeidsmigranten, maar dat zijn er over een jaar tien keer zo veel. "Ik denk dat het een probleem gaat worden", zegt een man die als IT'er meewerkt aan het project, wanneer hij de supermarkt in de buurt van de fabriek uitloopt. "De arbeidsmigranten zien er anders uit", zegt de IT'er. "Maar we hebben ze nodig. Want in Polen zijn er geen werknemers die het werk willen doen voor dit geld."
Maar het bedrijf dat de migranten heeft overgevlogen heeft garanties gegeven, zegt lokaal bestuurder Slawomir Wawrzynski van het district waar de fabriek ligt. "Ze werken hier alleen met legale werkvergunningen. En áls ze problemen veroorzaken, zullen ze direct terug naar huis worden gestuurd."
Twee Filipijnen lopen de supermarkt uit. Vooralsnog hebben ze alleen maar goede ervaringen met Polen, zeggen ze allebei. Ze zijn nu twee maanden in Plock. Daarvoor werkten ze als arbeidsmigrant in Saudi-Arabië. "Het is wel een stuk kouder hier, dat is even wennen", zegt de een. "Maar we verdienen hier evenveel", vult de ander aan. Hoelang ze in Polen zullen blijven, weten ze niet.