Pakistaanse oud-premier Khan veroordeeld tot 3 jaar cel
De Pakistaanse oud-premier Imran Khan is door een rechtbank in Islamabad tot een celstraf van drie jaar veroordeeld voor corruptie. Hij zou in de tijd dat hij premier was cadeaus die hij bij bezoeken aan het buitenland ontving hebben verkocht. Met de verkoop zou hij meer dan 600.000 euro hebben verdiend.
Khan was in afwachting van de uitspraak op vrije voeten. Hij is inmiddels aangehouden in zijn woning in Lahore en wordt per vliegtuig naar Islamabad gebracht. Zijn partij Pakistan Tehreek-e-Insaf (PTI) zegt dat hij al in beroep is gegaan bij het hooggerechtshof.
De populaire oud-premier heeft via sociale media een eerder opgenomen video verspreid. Daarin zegt hij dat hij in de gevangenis zal zitten op het moment dat zijn bericht zijn aanhangers bereikt. Hij hoopt dat ze "niet stil thuis blijven zitten". Khans partij heeft ook opgeroepen tot grootschalige, landelijke protesten.
Khan zegt dat hij onschuldig is. Hij is nu oppositieleider en kan door de veroordeling mogelijk niet meedoen aan de verkiezingen die uiterlijk begin november worden gehouden.
Afgezet
Aan zijn premierschap kwam in april vorig jaar een einde toen het parlement een motie van wantouwen tegen hem aannam. Daarna werden bijna 150 strafklachten tegen hem ingediend, waaronder aanklachten van corruptie en terreur.
Een maand later volgde zijn aanhouding. Dat leidde tot bloedige rellen. Op meerdere plaatsen in het land trokken zijn aanhangers de straat op.