Steenbergen en Schouten verrassen met WK-brons in Fukuoka
Marrit Steenbergen heeft voor een verrassing gezorgd door tijdens de WK zwemmen in Fukuoka het brons te grijpen op de 100 meter vrije slag. De 23-jarige Friezin klokte op het koninginnennummer van het mondiale titeltoernooi een tijd van 52,71. Daarmee dook ze 0,11 seconden onder haar persoonlijk record.
De wereldtitel ging naar Mollie O'Callaghan. De Australische, die eerder ook de 200 vrij op haar naam schreef, tikte aan in 52,16. Siobhan Haughey uit Hongkong eindigde als tweede in 52,49.
Op de 200 school zorgde Tes Schouten voor weinig minder dan een sensatie door ook het brons te pakken. De zwemster uit Bodegraven klokte een tijd van 2.22,63, een nieuw Nederlands record.
De wereldtitel was voor de Zuid-Afrikaanse Tatjana Schoenmaker, die de klok liet stoppen na 2.20,80. Achter haar kwam de Amerikaanse Kate Douglass tot 2.21,23.
Steenbergen, die zich met 52,82 als snelste voor de finale plaatste, vond het moeilijk haar race te omschrijven. "Goed", meende ze aanvankelijk bescheiden. Gaandeweg gaf ze het meer lading. "Dit is supergaaf. Bizar, zelfs."
Na het aantikken durfde ze niet naar het scorebord te kijken, bekende ze. In plaats daarvan keek ze naar de tribune, waar de rest van de nationale ploeg haar verrichtingen volgde.
"Toen ik ze zag juichen kon ik alleen maar denken: ik zal toch geen medaille hebben?"
Die had ze wel degelijk, het bronzen exemplaar. Het persoonlijk record was een bonus, al bleef ze tot haar spijt twee-honderdsten van een seconde verwijderd van het Nederlands record, dat op naam staat van Femke Heemskerk.
Vooraf hoopte ze mee te doen om de prijzen, zo klonk het. "Ik wilde vooral genieten. Dat ik dan zo'n tijd zwem, is heel apart."
'Boost'
"Ik ben blij dat ik uitgerekend in de WK-finale deze tijd heb gezwommen. Dat laat zien dat ik kan pieken als het moet. In baan 4 nog wel, die van de snelste zwemster van de halve finale, waar iedereen naar je kijkt. Het geeft me een boost dat ik deze kans pak."
De 100 vrij, het meest prestigieuze nummer, was haar derde individuele finale van het toernooi. Eerder eindigde ze als zevende op de 200 wisselslag en werd ze vijfde op de 200 vrij. Als estafettezwemster werd ze zesde op de 4 x 100 vrij en vierde op de 4 x 100 wissel mixed.
Schouten sprakeloos
Ook Schouten was sprakeloos na haar race. Haar geheim? "Ik heb me tot de laatste baan aan mijn raceplan gehouden."
Eenvoudig was dat niet, gebood de eerlijkheid haar te bekennen. Zo'n 25 meter voor de verlossende plaat zag Schouten dat een medaille in het verschiet lag. "Ik dacht: o jeetje, ik kom nu wel heel dichtbij."
Schouten sloeg zich bewonderenswaardig door de laatste baan heen. De laatste 50 meter vormen voor haar bijna altijd een enorme worsteling met zichzelf, zo vertelde ze.
Eigen ding
"Je moet zoveel mogelijk je eigen ding gaan en de verleiding weerstaan om mee te gaan met degenen die op dat moment voor je liggen. Onbewust probeer je toch altijd de strijd aan te gaan, ook al heb je je nog zo ingeprent om dat vooral niet te doen."
"Ik probeerde uit alle macht om me niet met mijn tegenstanders bezig te houden. Het enige waar ik aan dacht was dat ik het gas erop moest houden en het niet mocht verkloten."
Van dat laatste was geen sprake, getuige het feit dat ze haar eigen nationale record met acht-honderdsten van een seconde verbeterde.
De resterende 364 dagen staan voor Schouten, net als Arno Kamminga een pupil van Mark Faber, in het teken van Parijs. Ze ziet nog verbeterpunten en gaat daar aan werken. In de wintermaanden zal het zwemmen in het 25-meterbad op een laag pitje staan. Nogal logisch, lachte ze. "Op de Olympische Spelen wordt toch ook op de langebaan gezwommen?"