Oekraïens postbedrijf van levensbelang dicht bij het front
Het witte busje van postbezorger Serhej rijdt voorzichtig over de pontonbrug. De oude brug ernaast is kapotgeschoten door de Russen, die dit stuk in de regio Donetsk maandenlang bezet hielden. Nog een paar kilometer tot zijn bestemming, het postkantoor waar hij bijna 300 pakketjes gaat afleveren. Langs de zandweg staan bordjes met waarschuwende teksten: 'Opgelet, mijnen!'
Bang zegt hij niet te zijn op zijn dagelijkse route. "Wat heb ik te vrezen?", zegt hij. "Het is mijn baan. Iemand moet de post bezorgen." Aan zijn achteruitkijkspiegel hangen naast een Oekraïens vlaggetje iconen die hem beschermen.
Vorig jaar was dat wel anders. "Toen de Russen hier nog waren, zat ik in de schuilkelder. Toen was ik bang." Serhej wijst naar een ruïne langs de weg. "Kijk, de Russische handtekening, zo laten ze alles achter waar ze geweest zijn. Het was onze muziekschool." Geen enkel huis is ongeschonden, veel zijn er onbewoonbaar.
Geheim kantoor
Ook van het postkantoor waar Serhej zijn pakjes aflevert, was niets meer over. Maar inmiddels staat er weer een nieuw gebouw, zo goed als af. Aan het dak wordt de laatste hand gelegd. Binnen zijn medewerkers Maria en Natalja druk in de weer met alle pakjes.
"Tijdens de bezetting werkten we natuurlijk niet. Maar de eerste dag na de bevrijding zijn we weer begonnen. We hadden alleen geen gebouw. En dus werkten we vanuit het busje van Serhej", vertelt Maria.
Zo gaat het eraan toe bij de post, dicht bij het front. Het is een voorbeeld van hoe het grootste deel van Oekraïne 'gewoon' doordraait:
Nova Posjta, Nieuwe Post, het postbedrijf waar Serhej voor werkt, wil niet dat bekend wordt waar het postkantoor is omdat het daarmee mogelijk opnieuw een doelwit wordt voor Russische aanvallen. Het is het laatste postkantoor voor het front en het is er een komen en gaan van militairen die pakjes komen ophalen die ze online bestelden.
'Post van levensbelang'
"Wat hierin zit, kan ik niet laten zien", glimlacht Anton. "Ik kan je alleen zeggen dat het met de oorlog te maken heeft." De jonge militair met lichtblauwe ogen komt uit Zaporizja en is hier al een jaar gelegerd. "Het is oorlog. Ik kan niet zomaar even naar een winkel gaan om iets uit te zoeken. De post is voor ons van levensbelang."
Dat beaamt ook Bohdan, die wel wil vertellen wat hij heeft opgehaald. "Met deze reserveonderdelen krijg ik hopelijk mijn legervoertuig weer aan de praat. Gisteren besteld, en nu opgehaald, niet slecht toch in oorlogstijd?"
De Oekraïense post werkt snel. Sinds het begin van de oorlog is het assortiment van wat er bezorgd wordt veranderd. Minder brieven, meer eerste levensbehoeften. In veel pakjes zit voedsel, kleren of medicijnen. Op dit postkantoor is het overgrote deel van de bestellingen voor militaire doeleinden bestemd.
Niet ver hiervandaan wordt volgens het Oekraïense leger een nieuw Russisch offensief voorbereid. Postmedewerker Maria maakt zich zorgen. "De verschrikkingen van de vorige bezetting herinner ik me nog maar al te goed. Dat wil ik geen tweede keer meemaken."
Aan stoppen denkt ze niet. "Ik werk door tot het echt niet anders kan, tot het allerlaatste moment. Er is hier in het dorp niets te krijgen, inwoners en militairen zijn afhankelijk van mijn werk. Pas als het een kwestie van leven of dood is, hou ik ermee op", zegt ze vastberaden.
Ook inwoonster Zoja klinkt heldhaftig. "Er komt geen nieuwe bezetting door de Russen, dat weet ik zeker. Mijn man en ik zijn ons alvast aan het voorbereiden op de winter. Het is nu misschien 30 graden, maar straks kan het hier -20 worden. Als de Russen dan onze energievoorzieningen weer kapot maken, dan heb ik daar in ieder geval minder last van, want ik heb net een stroomomvormer opgehaald. Binnenkort komt er trouwens een nieuwe televisie, die heb ik ook al besteld."
Het bestelbusje van Serhej is inmiddels leeg. Als hij wegrijdt, steekt hij zijn hand nog even op naar postmedewerkers Maria en Natalja. "Tot morgen!"