Wat VVD wil, geldt al in Duitsland, maar daar wil coalitie er juist vanaf
"Het kan, maar ik vind het geen goed idee," zegt Mark Klaassen, universitair docent migratierecht aan de Universiteit Leiden over de plannen van de VVD om voor vluchtelingen het recht te beperken om gezinsleden te laten overkomen. De plannen leiden binnen de coalitie tot een scherpe breuk.
Wat de VVD wil, geldt al in andere Europese landen, waaronder Duitsland. Of het daar zo'n succes is, is de vraag. Klaassen wijst erop dat het in Duitsland heeft geleid tot tienduizenden procedures bij de rechter, waarvan de meeste door de statushouders werden gewonnen.
In Duitsland gelden twee verschillende vluchtelingenstatussen. Een deel van de vluchtelingen heeft een volledige status, omdat ze persoonlijk worden bedreigd, bijvoorbeeld vanwege hun seksuele geaardheid of politieke overtuiging. Andere hebben een zogeheten subsidiaire status, omdat de algemene toestand in hun land niet veilig is. Zij mogen blijven omdat ze bij terugkeer gevaar lopen, maar mogen slechts in beperkte mate verwanten laten overkomen.
Klaassen wijst erop dat in Nederland in de jaren 90 onderscheid werd gemaakt tussen wel vier groepen asielzoekers. Asielzoekers die waren gevlucht voor oorlog, wilden toen graag bewijzen dat ze ook persoonlijk werden bedreigd, omdat ze zo een betere asielstatus konden krijgen. "Er werd heel veel geprocedeerd en juist daarom is het verschil tussen de statussen afgeschaft", aldus Klaassen.
A- en B-status
De VVD wil nu in Nederland net als in Duitsland onderscheid maken tussen twee groepen asielzoekers. Het plan is als volgt: vluchtelingen krijgen een A-status als ze in hun thuisland moeten vrezen voor vervolging. Dat kan bijvoorbeeld gaan om een homoseksuele Iraniër. Iemand uit een land in oorlog, zoals Syrië, krijgt een B-status. Die persoon keert terug als de situatie in het land van herkomst weer veilig is. B-vluchtelingen zouden een tijdelijke verblijfsvergunning krijgen voor één tot maximaal drie jaar.
De andere regeringspartijen zijn hier niet per se op tegen, maar de pijn zit bij de beperking van het aantal 'nareizigers'. De VVD wil het recht om familie te laten overkomen drastisch beperken voor vluchtelingen met een B-status. Van deze groep zouden maximaal 200 familieleden per maand mogen nareizen.
D66 en ChristenUnie verzetten zich hiertegen. De ChristenUnie lijkt er het meest geharnast in te staan. Het zou namelijk niet alleen in strijd zou zijn met de mensenrechten, maar ook gezinnen uit elkaar scheuren, wat voor de christelijke 'gezinspartij' onacceptabel is.
Duitsland, met bijna vijf keer zo veel inwoners als Nederland, beperkt het recht op gezinshereniging voor statushouders met een subsidiaire bescherming sinds 1 augustus 2018 tot 1000 statushouders per maand.
In de meeste gevallen gaat het om Syriërs die hun land moesten verlaten wegens de burgeroorlog. Er is veel weerstand tegen de regeling.
"Laat broers en zussen niet achter"
De Duitse hulporganisatie Pro Asyl heeft er in 2021 een kritisch rapport over geschreven. De regeling heeft sinds 2018 duizenden gezinnen uit elkaar gereten, zegt Pro Asyl. "Als een jonge vluchteling uit Syrië naar Duitsland komt, een status krijgt, dan mogen zijn ouders komen, maar zijn zusje niet", staat in het rapport.
De huidige regering van sociaaldemocraten, Groenen en liberalen wil het recht op gezinshereniging tussen de twee groepen vluchtelingen weer gelijktrekken. "Wij zullen bij het nareizen van ouders naar hun kinderen, de minderjarige broers en zussen niet achterlaten", is te lezen in het coalitieakkoord.
Volgens docent migratierecht Klaassen is beperking van het recht van een minderjarig kind op gezinshereniging in strijd met de rechten van het kind. Rechters zullen dan ook altijd de mogelijkheid houden om in uitzonderlijke gevallen gezinshereniging toe te staan, zelfs als het maximumaantal nareizigers voor statushouders met subsidiaire status in die maand is bereikt.