Staatssecretaris: landelijke CDA werkt keihard aan relatie met afdeling Limburg

Het landelijke CDA zegt er alles aan te doen om de verhouding met de afdeling Limburg te herstellen. Er is in Limburg veel onvrede over de aanpak van de stikstofproblematiek en het leiderschap van Wopke Hoekstra. Inmiddels ligt de vraag op tafel of er een afscheiding moet komen.

CDA-staatssecretaris Vivianne Heijnen zegt dat er "keihard wordt gewerkt, zowel door de Tweede Kamerfractie als door kabinetsleden van het CDA om ervoor te zorgen dat we dit zo snel mogelijk weer in goede banen kunnen leiden".

Zaterdag werd op een tumultueuze ledenbijeenkomst in Limburg besloten om een commissie in te stellen die de toekomst van de afdeling in relatie tot de landelijke partij gaat onderzoeken.

Heijnen, die zelf eerder wethouder in Maastricht was, zal met een aantal landelijke CDA-collega's naar Limburg afreizen "om daar ook nog eens te bespreken: wat verwachten jullie precies van ons",

Zorgen over de partij

Binnen het CDA, niet alleen in Limburg, zijn grote zorgen over de staat van de partij. Bijna niemand ziet Wopke Hoekstra nog een keer lijsttrekker worden, blijkt uit een rondgang van Nieuwsuur.

Heijnen is het niet eens met de kritiek op de partijleider. Ze wijst erop dat Hoekstra aanvankelijk bedankte voor de functie en pas op uitdrukkelijk verzoek van de partijtop akkoord ging.

"Hij gaat er keihard voor", voegt ze daaraan toe. "Ondanks zijn drukke job als minister van Buitenlandse Zaken, waarvoor hij veel in het buitenland is, zie ik hoeveel afdelingen hij bezoekt en hoe intensief hij met de club bezig is. Ik ben juist heel erg te spreken over zijn inzet."

"Het is een lastige tijd", concludeert ze, "en dan is het gemakkelijk om naar iemand te wijzen, die daar bijna het symbool voor wordt."

In de zomer evalueren

CDA-staatssecretaris Van Rij is het met haar eens. Hij beaamt dat het niet goed gaat met de partij en dat de nederlaag bij de Provinciale Statenverkiezingen "een hele grote teleurstelling was".

"Maar dat is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van iedereen", zegt hij. "Wij dragen een extra grote verantwoordelijkheid als bewindslieden in dit kabinet. Het is helder dat er kritiek is en daar gaan we het uiteraard over hebben. Daar zullen we deze zomer voor gebruiken."