Palestijnen in Israël maken zich zorgen over 'hun eigen' bendes
Nasrah Habiballah
Correspondent Israël en de Palestijnse gebieden
Nasrah Habiballah
Correspondent Israël en de Palestijnse gebieden
Bij een druk verkeersknooppunt in het zuiden van Israël staat een groep demonstranten. Zo'n twintig mensen houden borden vast met de tekst 'Wij willen leven'. Flyers met dezelfde tekst delen ze uit aan automobilisten bij het verkeerslicht. Met het protest vragen ze aandacht voor het grote aantal moorden door criminele bendes binnen hun eigen Arabische gemeenschap in Israël.
Zo'n 20 procent van de Israëlische bevolking is Palestijns; zij worden ook wel Arabische Israëliërs genoemd. Binnen die gemeenschap zijn al jaren criminele bendes actief, maar die gebruiken steeds meer geweld. Dit jaar alleen al werden tot nu toe ruim honderd moorden gepleegd, drie keer zo veel als in dezelfde periode vorig jaar.
Wekelijk staan er daarom groepjes Palestijns-Israëlische demonstranten op verschillende plekken door het land. Ze vinden dat de Israëlische politie niet voldoende doet om de criminele bendes op te pakken.
Daders lopen vrij rond
Een van de betogers is Sarah Al-Atauni. Ze verloor drie jaar geleden haar zoon Mahmood. Hij was pas 16 jaar oud toen hij werd vermoord. "Hij was een lieve jongen en hij was gek op dieren", zegt ze terwijl ze een grote foto van haar zoon in haar handen heeft. Ze is boos op de politie en de overheid dat de moord nog steeds niet is opgelost. "Ik sta hier voor het recht van mijn zoon. Hij heeft er recht op dat zijn moordenaar de gevangenis in gaat."
Na drie jaar loopt de moordenaar van Mahmood Al-Atauni dus nog steeds vrij rond. En dat geldt voor de meeste moorden binnen de Arabische gemeenschap. De afgelopen jaren werd slechts 20 tot 35 procent van al die zaken opgelost. Bij moorden die gepleegd werden binnen het Joodse deel van de bevolking ligt dat aanzienlijk hoger, dit jaar op zo'n 80 procent. En dat geeft de Palestijnse mensen in Israël het gevoel dat ze geen prioriteit zijn voor de Israëlische politie.
"Als een Joodse jongen van 16 jaar vermoord zou worden, dan zouden ze de dader binnen vier maanden opgepakt hebben. Maar omdat wij Arabieren zijn, is de moord op mijn zoon na drie jaar nog steeds niet opgelost", zegt Al-Atauni.
Zwak
De Israëlische politie heeft een tekort aan geld en personeel en wordt over het algemeen gezien als zwak. Maar hun aanpak van criminaliteit binnen de Arabische gemeenschap is nog gebrekkiger, zegt hoogleraar recht Mohammed Wattad van onderzoeksinstituut INSS. Hij volgt de kwestie al jaren. "Ik weet niet hoe dat komt. Onverschilligheid, roekeloosheid of opzet?", vraagt hij zich af. "Maar het is wel hun plicht en ze hebben ook de middelen om dit probleem aan te pakken. Want ze hebben eerder succes behaald met de Joodse criminele organisaties. Dus waarom niet bij de Arabieren?"
De Israëlische politie wil ook na herhaaldelijk verzoek niet op vragen van de NOS reageren. Eerder zei een woordvoerder tegen een Israëlische krant wel dat er veel van de politie wordt gevraagd vanwege de grote wekelijkse protesten die al maanden worden gehouden tegen de hervormingsplannen van de regering-Netanyahu. Ook zei de woordvoerder dat er zo veel moorden zijn, dat het lastig bij te houden is.
Geheime dienst
Dat de huidige politieaanpak niet volstaat om de criminele bendes op te rollen, daarmee lijkt ook premier Netanyahu het eens te zijn. Nadat onlangs vijf mensen waren vermoord bij Nazareth, sprak hij een videoboodschap in. Daarin zei hij vastbesloten te zijn de geheime dienst in te schakelen om de politie bij te staan in het aanpakken van de criminele groepen.
Maar ook op dat plan is kritiek. "In een democratie zou de geheime dienst zich niet met dit soort civiele zaken moeten bemoeien. Dat is echt problematisch", zegt hoogleraar Wattad. Het verzoek om de dienst hierbij te betrekken kwam deels uit de Arabische gemeenschap zelf. Maar volgens Wattad kan men daar op de lange termijn spijt van krijgen: "Mensen realiseren zich niet wat dit voor gevolgen kan hebben voor hun rechten en privacy. Je zou de politie een aantal extra bevoegdheden kunnen geven onder streng toezicht om ze zo meer middelen te geven. Maar de geheime dienst zou zich hier niet in moeten mengen."
Voor Al-Atauni maakt het niet meer uit welke aanpak de regering kiest, als ze maar gerechtigheid krijgt voor haar zoon. "Wat ik vraag is heel simpel. Ik wil dat de persoon die mijn zoon heeft vermoord de gevangenis in gaat. Dat is rechtvaardig. En ik blijf demonstreren tot mijn zoon krijgt waar hij recht op heeft."