Meer vraag naar islamitische geestelijk verzorgers: 'Hulp bij slechtnieuwsgesprek'
Fatima Bajja
redacteur
Het aantal islamitische geestelijk verzorgers bij zorginstellingen neemt toe, blijkt uit cijfers van de Landelijke Vereniging van Geestelijk Verzorgers (VGVZ). Hun hulp is meer nodig, omdat het zorgpersoneel vaker te maken krijgt met religieuze en culturele dilemma's.
In vijf jaar tijd steeg het aantal islamitische geestelijk verzorgers van 21 naar 48. Hun taak is onder meer het zorgpersoneel helpen om breder te kijken naar patiënten uit andere culturen, waarbij het helpen bij vraagstukken waarmee artsen te maken hebben centraal staat.
"De behoefte groeit, omdat niet alleen het aantal migranten en migrantenkinderen in Nederland toeneemt, maar ook omdat de vraagstukken in de zorg daarmee diverser worden", zegt Mustafa Bulut. Hij is voorzitter van de islamitische sector bij de VGVZ en geestelijk verzorger in het Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis in Tilburg. Hij helpt bij slechtnieuwsgesprekken, grote drukte als er veel familie op ziekenbezoek komt en bijvoorbeeld bij gesprekken over pijnbestrijding.
Halal of haram?
Ook Toria worstelde met vragen toen haar vader niet wakker werd na een operatie. Zijn hersenactiviteit had op gang moeten komen, maar dat was niet gebeurd. De situatie was zorgelijk, zeker als er binnen 24 uur niets zou veranderen, want dan was herstel niet meer mogelijk. "Dat sloeg in als een bom", vertelt ze .
De arts beantwoordde haar vragen, maar met het dilemma over het wel of niet beëindigen van de behandeling, kon hij haar niet helpen. "Als wij akkoord zouden gaan met het beëindigen van de behandeling op de IC, zeggen wij dan dat hij mag sterven? En als we dat niet doen, is hij niet al bezig met sterven en houden we niet zijn ziel gevangen?"
Euthanasie kwam niet ter sprake, maar Toria wilde duidelijkheid van geestelijk verzorger Bulut over de behandeling. "Stoppen met de beademing, is dat haram, dus verboden? Of is ondersteunend in je geloofsbelijding, dus halal?", legde ze hem voor. Bulut sprak eerst met de artsen om te vragen of ze alles gedaan hadden wat ze konden. Toen ze daarop bevestigend hadden geantwoord, vroeg Bulut aan de familieleden of zij vertrouwen in de artsen hadden. Ook dat was het geval. Waarop Bulut zei dat het halal was.
Toria's vader overleed enkele dagen later.
Volgens Bulut kunnen geestelijk verzorgers een belangrijke brug slaan en zo rust brengen. "Omdat de meeste islamitische geestelijk verzorgers een bi-culturele achtergrond hebben, begrijpen zij zowel de taal van het medisch personeel als die van de patiënt en diens familie."
Zijn collega Fatma Katirci, werkzaam Questio Centrum voor Levensvragen, zegt dat islamitische geestelijk verzorgers steeds meer een noodzaak zijn. Ze merkt aan de vele vacatures dat er een groeiende behoefte is aan deze begeleiders. Katirci wijst er ook op dat de oorspronkelijke gastarbeiders aan het vergrijzen is en dat een groeiende groep moslimouderen zich in de laatste levensfase bevindt.
Cultuursensitief werken
Ook Pharos, het expertisecentrum gezondheidsverschillen, merkt dat meer wordt gevoeld dat zogenoemd cultuursensitief werken nodig is. "Het gaat nu om: hoe zorgen we ervoor dat er inclusief beleid is, organisaties een diverse groep mensen kunnen ondersteunen en individuele professionals rekening kunnen houden met culturele verschillen?", zegt directeur Patricia Heijdenrijk.
Pharos ziet nog wel knelpunten. Cultuursensitieve zorg betekent dat er in een reguliere zorginstelling op een goede manier wordt omgegaan met culturele verschillen. Het vraagt om een extra investering, zoals zorgen voor divers personeel en het inschakelen van een tolk.
Daarnaast kan er een tweedeling zijn, doordat een persoon met een migratieachtergrond automatisch wordt doorverwezen naar zorginstellingen die zich specifiek richten op mensen met alleen die achtergrond. Een reguliere instelling denkt dan dat er niets aan culturele verschillen gedaan hoeft te worden, omdat er bijvoorbeeld al een Marokkaanse ouderenzorginstelling is.
Daarentegen ziet Pharos wetenschappelijk bewijs dat de persoonsgerichte benadering gezondheidswinst oplevert. "Het is nu de hoogste tijd om papier om te zetten in praktijk."
Een open houding
Die persoonsgerichte benadering staat ook op de politieke agenda. Minister Helder voor Langdurige Zorg is bezig om cultuursensitieve zorg onder de aandacht te brengen bij zorgorganisaties en opleidingen.
Ze vindt het belangrijk dat deze zorg van goede kwaliteit is en persoonsgericht. "De culturele achtergrond van zowel de patiënt als de zorgverlener speelt daarbij altijd een rol en zijn daar vanzelfsprekend onderdeel van. Dat noemen we cultuursensitieve zorg. Juist om te voorkomen dat we de culturele achtergrond vóór de mens plaatsen."
Dat vraagt volgens haar om een open houding en het stellen van vragen zonder zelf in te vullen welke culturele elementen belangrijk zijn voor iemands kwaliteit van leven, vindt Helder. Later dit jaar praat de minister de Tweede Kamer bij over haar bevindingen.