Peter Koppert
NOS Nieuws

Met roofmijt en sluipwesp bouwde Peter Koppert een multinational

Miljarden kleine kriebeldiertjes hielpen Peter Koppert een wereldwijd zakenimperium op te bouwen. 2750 werknemers verdeeld over dertig dochterondernemingen, export naar honderd landen. De aanjager van biologische gewasbescherming overleed deze week op 73-jarige leeftijd.

"Hij was echt een pionier", zegt zijn zoon René, de derde generatie in het familiebedrijf. "Tegenwoordig is alles duurzaam, maar toen mijn vader begon, was chemie nog de gebruikelijke manier was om ziektes en plagen te bestrijden. Hij heeft helpen overtuigen dat biologie ook werkte."

Lichamelijke klachten die Peter Kopperts vader kreeg van chemische middelen stonden aan de basis van het succes. Jan Koppert was komkommerteler in het kassengebied bij Berkel en Rodenrijs. De plaag in zijn gewas, spint, werd resistent tegen de chemicaliën. Hij moest steeds meer gebruiken, waar hij vervolgens hoofdpijn van kreeg. "Wie last kreeg van het spuiten was mijn vader, niet het spint", zei Peter eens over de plaag waarmee alles begon.

De minuscule spinachtige beestjes waren funest voor telers. De oogst ging zichtbaar achteruit doordat de diertjes zich tegoed deden aan de plantensappen: doffe bladeren, gele vlekjes, komkommers slechts goed als veevoer. "Op het laatst kregen ze vooral in mei en juni het spint niet meer weg. Het kan wegkruipen en twee maanden zonder voedsel in leven blijven", zei Peter eerder over die tijd.

Roofmijt

Zijn vader hoorde dat in Zwitserland onderzoek werd gedaan naar een natuurlijke vijand: de roofmijt. Het lukte ze na een poosje deze methode succesvol toe te passen op hun eigen komkommergewas. De roofmijt vrat al het ongedierte op en ging vervolgens ook zelf dood als er geen eten meer was.

Omdat buren al snel langskwamen om het wondermiddel ook te gebruiken, richtten de Kopperts in 1967 een bedrijf op voor biologische bestrijdingsmiddelen. Al snel werden de kassen van de familie niet meer gebruikt voor komkommers, maar voor bonenplanten, het lievelingseten van het spint dat als voedsel voor hun roofmijten diende.

Toen Nederlandse telers in dezelfde periode ook te maken kregen met een nieuwe plaag, witte vlieg, zette Koppert in op de introductie van de sluipwesp. Dat diertje van slechts een paar millimeter groot legt eitjes in de larven van de plaagdieren en redt zo ontelbaar veel tomaten.

Sluipwesp (l) belaagt een boterbloemluis

Er waren sceptici. Natuurlijke bestrijding kost enige weken tijd, terwijl kwekers met kunstmatige middelen het ongedierte zo van hun gewassen zien vallen. Maar Koppert kon de voordelen opsommen: "Niet duurder dan gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. En die diertjes gaan dag en nacht door."

"Mijn vader moest echt tuintje op, tuintje af om klanten te overtuigen", vertelt zijn andere zoon Martin, ook topman in het bedrijf. "Maar hij geloofde in het product en hield van aanpakken."

Het leidde ertoe dat tegenwoordig 95 procent van de glastuinbouw gebruikmaakt van deze methodes. Het bedrijf groeide als kool: begin jaren 80 werkten er twintig mensen, vijf jaar later al het viervoudige. Door groeiend milieubewustzijn en aangescherpte richtlijnen voor chemicaliën kwam er ook internationaal interesse: Engeland eerst, toen Frankrijk, Spanje en veel verder.

Nog altijd met spint en witte vlieg helpt het bedrijf tegenwoordig bij de bestrijding van zo'n zestig plaagdieren, van vijftien soorten luis tot voor buitenstaanders vaak onbekende plagen als trips, bananenboorders of mineervliegen.

Omslag in bestrijding

Koppert heeft inmiddels een omzet van zo'n 390 miljoen euro per jaar. Het kweekt niet alleen meer natuurlijke vijanden voor plaagdieren, maar levert ook hommels voor bestuiving en ging zelfs op nog kleinere schaal werken: met schimmels en bacteriën op microbiologisch niveau. Het bezoekerscentrum dat het bedrijf in 2017 begon, werd geopend door koning Willem-Alexander.

Dat Koppert ondanks al dat succes niet een algemeen bekende naam is, kunnen de zoons wel verklaren. "Business-to-business valt minder snel op. Daarnaast zijn we vooral internationaal aanwezig, minder dan 5 procent van onze omzet komt uit Nederland. Maar in onze sector zijn we zeker bekend."

Hoogleraar biologische bestrijding in de glastuinbouw Gerben Messelink van Wageningen University & Research beaamt dat. "Het is een bedrijf waar we in Nederland trots op mogen zijn. Het heeft op de achtergrond veel invloed gehad op de hele maatschappij, een omslag in duurzame bestrijding."

"Koppert heeft een heel belangrijke rol gespeeld in de massaproductie van natuurlijke vijanden. Daar werd wel onderzoek naar gedaan, maar als het alleen in een rapport blijft hangen maak je de stap naar de praktijk niet. Door nauwe samenwerking met pioniers in proefstations hebben zij er een business van gemaakt."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl