Op basisschool de Verrekijker op de gezinslocatie in Katwijk zitten kinderen van uitgeprocedeerde asielzoekers
NOS NieuwsAangepast

'Desastreuze omgeving voor asielkinderen op gezinslocaties'

  • Rolinde Hoorntje

    Redacteur Binnenland

  • Rolinde Hoorntje

    Redacteur Binnenland

De ontwikkeling van kinderen van afgewezen asielzoekers op gezinslocaties wordt ernstig geschaad door de slechte leefomstandigheden. Dat staat in een onderzoeksrapport van Defence for Children.

Op gezinslocaties wonen gezinnen met minderjarige kinderen die Nederland moeten verlaten. Niet alleen de leefomstandigheden zijn er slecht, kinderen krijgen er ook niet de jeugdhulp die ze nodig hebben, staat in het rapport.

Gemeenten voldoen daarmee niet aan hun verplichting om jeugdhulp te organiseren. Defence for Children roept de overheid op gezinslocaties in de huidige vorm af te schaffen.

Desastreus

Defence for Children noemt in zijn rapport de leefomstandigheden op de locaties "desastreus voor het mentale welzijn van de kinderen". Gezinnen verblijven er vaak in één kleine ruimte, soms ook met andere mensen. Ze moeten vaak verhuizen en ervaren veel spanning door de dreigende uitzetting en een gevoel van uitzichtloosheid.

Af en toe worden andere gezinnen op de locatie hoorbaar van hun bed gelicht om te worden uitgezet. Ook merken kinderen dat hun ouders lijden onder de spanning. Meerderjarige bewoners mogen er niet werken of studeren, mogen de gemeente niet uit en hebben een dagelijkse meldplicht bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA).

De gezinslocaties zijn geïntroduceerd in 2011 om onderdak te bieden aan uitgeprocedeerde gezinnen met minderjarige kinderen. De locaties waren bedoeld voor kort verblijf maar in de praktijk woont een grote groep kinderen gemiddeld bijna drie jaar op een locatie.

Daarvoor zijn verschillende redenen. Regelmatig gaan ouders of de Staat nog in beroep tegen een beschikking van de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) of ouders doen opnieuw een asielaanvraag. Soms moeten gezinnen lang wachten omdat de autoriteiten van het land van herkomst niet meewerken aan hun terugkeer. Ook kunnen de juiste papieren onvindbaar zijn, zoals een geboorteakte.

Dit voorjaar kwam de Inspectie van het Onderwijs al tot de conclusie dat veiligheid en onderwijs geen vanzelfsprekendheid zijn op deze gezinslocaties. De woonplekken zijn sober ingericht en bedoeld om een gezin voor te bereiden op vertrek.

Gezin op twintig vierkante meter

Sara (16) uit Irak verblijft al twee jaar met haar jongere zusjes, oma en ouders op een kamer van twintig vierkante meter op de gezinslocatie in Katwijk. "Het is moeilijk. Het is niet echt een huis, meer een kamer die we met zijn zessen delen."

"De keuken en wasruimte aan het eind van de gang moeten we met anderen delen. De kamers zijn best klein. Mijn zusje is 3 en mijn andere zusje is bijna 6. Ik vind het heel lastig om me te concentreren op huiswerk," zegt Sara. Ze doet een mbo-opleiding en wil graag verder leren voor tandarts. "Maar dat mag niet. Als ik 18 ben moet ik stoppen met studeren. Dat geeft me veel stress."

Sara woont al tien jaar in Nederland. Ze was zeven toen ze naar Nederland kwam.

Haar beide zusjes zijn in Nederland geboren. Tussen 2014 en 2017 verbleef het gezin in gewone asielzoekerscentra, daarna op gezinslocaties. "Vroeger maakte ik veel vrienden, nu niet meer. De eindstand is dat je toch weer moet verhuizen," zegt Sara. In totaal is het gezin zeventien keer verhuisd.

Therapie heeft geen zin

Als jeugdarts is Petra de Jong, naast de huisarts, poortwachter psychische zorg op de gezinslocatie in Katwijk. Regelmatig spreekt zij jongeren met depressieve klachten. Ze trekken zich terug, kampen met slapeloosheid, beschadigen zichzelf of hebben suïcidale gedachten. "Door het vele verhuizen en de uitzichtloosheid verliezen deze kinderen het vertrouwen in anderen en de toekomst. Ze zitten in een sociaal isolement en overleven op de automatische piloot." Elke keer als een gezin verhuist, komt een kind ook opnieuw op de wachtlijst voor jeugdhulp.

Hulpverleners sturen kinderen die door Petra de Jong zijn doorverwezen, vaak terug. De GGZ zegt dat therapie geen zin heeft omdat deze kinderen nu op een zó onrustige plek zitten dat ze er niet vatbaar voor zijn.

Als De Jong kinderen wil doorsturen naar laagdrempelige opvoedhulp is er vaak geen plek: op haar locatie is er één jeugdhulpverlener op ongeveer 325 kinderen. "Ik probeer de kinderen te stutten en te steunen waar dat kan, maar ook wij hebben geen tijd en expertise om dit gat in de zorg te overbruggen."

Het COA onderschrijft veel van de zorgen uit het rapport van Defence for Children en noemt de huidige situatie in de gezinslocaties "verre van ideaal". Eerder noemde het COA de manier waarop uitgeprocedeerde gezinnen worden opgevangen "een politieke keuze".

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl