De eeuwige discussie: borst- of flesvoeding?

  • Jeanine Duijst

    redacteur NOS op 3

  • Salwa van der Gaag

    redacteur NOS op 3

  • Jeanine Duijst

    redacteur NOS op 3

  • Salwa van der Gaag

    redacteur NOS op 3

Het is een langlopende discussie: is borstvoeding nou écht beter dan flesvoeding, of maakt het niet zo veel uit?

Iedere maand komen er tientallen studies bij en het lijkt erop dat borstvoeding het steeds vaker wint van de fles. Toch zijn keiharde conclusies erg ingewikkeld, want bij ongeveer elk onderzoek zijn kanttekeningen te plaatsen.

Zo ook bij een nieuwe publicatie waarbij onderzoekers keken of adolescenten die borstvoeding kregen als baby, op latere leeftijd betere schoolprestaties hadden. Het antwoord: ja.

Maar wat nou als je ermee worstelt of geen borstvoeding wil geven. Moet je je dan zorgen maken om dit soort uitkomsten? NOS op 3 ging op onderzoek uit en komt met geruststellende conclusies:

Is borstvoeding echt beter dan flesvoeding?

Onderzoekers van de universiteit van Oxford volgden ongeveer 5000 Britse kinderen vanaf het begin van deze eeuw tot aan het einde van hun middelbare schooltijd. Ze deelden de kinderen in op basis van hoelang ze borstvoeding kregen: helemaal niet, een paar maanden of langer dan een jaar. Uiteindelijk vergeleken de onderzoekers de schoolprestaties.

Uitkomst? Kinderen die langer dan 12 maanden borstvoeding kregen, hadden 39 procent meer kans om hun wiskunde en Engels examen te halen dan kinderen die nooit borstvoeding kregen. De onderzoekers benadrukken dat dat verschil niet per se alleen door borstvoeding hoeft te komen.

Kanttekeningen

Net als veel andere onderzoeken naar de effecten van borstvoeding, heeft ook dit onderzoek tekortkomingen. Het is heel moeilijk om bepaalde gevolgen toe te schrijven aan borstvoeding. Dat er een verband is, wil nog niet zeggen dat het ook de borstvoeding is die een bepaald voordeel veroorzaakt.

Dat geldt ook voor het nieuwe Britse onderzoek. "De effecten zijn niet groot en lijken te blijven bestaan als je rekening houdt met sociaaleconomische factoren", licht hoogleraar vroege ontwikkeling aan de Universiteit van Amsterdam Tessa Roseboom toe.

"Maar het is niet uit te sluiten dat een deel van de relatie toch ook door sociaaleconomische factoren kan worden verklaard." Hoogopgeleide vrouwen geven vaker borstvoeding, dus het kan ook gewoon zo zijn dat zij slimmere kinderen krijgen. Dat hoeft niet aan borstvoeding te liggen.

Experimenten

Roseboom licht toe hoe onderzoek naar borstvoeding er in de ideale situatie uitziet: experimenten leveren het beste bewijs. Dan kunnen onderzoekers twee groepen maken waarbij het enige verschil wel of geen borstvoeding is. Daarbij bepaalt het lot wat proefpersonen moeten doen voor een onderzoek en speelt eigen voorkeur geen rol.

In het geval van borstvoedingsonderzoek zou dat betekenen dat moeders niet zelf mogen beslissen of ze hun baby borstvoeding geven. "Vind maar eens vrouwen die dat willen doen."

Dat is ooit één keer gedaan bij een studie in Belarus. "Daarbij is met name gekeken naar de effecten op de korte termijn", zegt Roseboom. Daardoor is met zekerheid te zeggen dat kinderen die borstvoeding kregen minder kans hebben op middenoorontsteking, maagdarminfecties en luchtweginfecties.

Daarbij gaat het om een paar procenten. Zoals bij middenoorontsteking: kinderen die geen borstvoeding kregen, hadden een kans van 6 procent daarop in het eerste levensjaar. Baby's die het wel kregen, 3 procent. "Dat lijkt een klein verschil, maar het is een halvering van het risico op een ziekte en dat vind ik een groot effect", zegt Roseboom. "Als je het bijvoorbeeld hebt over autogordels en dat zou de kans op letsel halveren, dan denk ik dat de meeste mensen er wel voor kiezen."

Roseboom benadrukt ook: "De kans is nog steeds het allergrootst dat een kind de ziekte niet krijgt." En ook: "Het is niet alsof je je kind een slechte start geeft als je geen borstvoeding geeft."

Deel artikel: