Turkse Nederlanders kunnen weer stemmen, Erdogan grote favoriet buiten Turkije
Turkse Nederlanders kunnen vanaf vandaag voor de tweede keer in korte tijd stemmen voor de presidentsverkiezingen in Turkije. De tweede ronde is nodig omdat geen van de kandidaten in de eerste ronde een meerderheid haalde.
Zittend president Erdogan was onder Turken in Nederland populairder dan in eigen land. Ruim twee op de drie kiezers in Nederland stemden voor hem, terwijl hij over de gehele linie bleef steken op 49,2 procent.
Dat was net niet genoeg om de winst te claimen, maar hij deed het beter dan de peilingen voorspelden, ondanks een economische crisis en een zware aardbeving in het land. Zijn tegenstander en oppositieleider Kemal Kilicdaroglu eindigde op 45,1 procent.
Dat het verschil onder Turkse Nederlanders groter was, heeft te maken met hun afkomst, zegt turkoloog en journalist Zehra Kaya. "Als je kijkt naar de verkiezingsuitslag in Turkije per provincie, zie je dat grote steden en kuststeden overwegend stemmen op CHP, de partij van Kilicdaroglu. En Anatolië, het binnenland, stemt vaker op Erdogan. Veel Turkse Nederlanders komen oorspronkelijk daarvandaan."
Erdogans aanhang vindt hem volgens Kaya een sterke leider vanwege zijn weerstand tegen het Westen, de verbeterde infrastructuur in Turkije en het opheffen van het hoofddoekenverbod. Turken uit Anatolië zijn overwegend islamitisch, in de grote steden en kuststeden wonen meer seculieren.
Ook in andere landen met een grote Turkse gemeenschap is Erdogan populairder dan in eigen land. 57 procent van de Turken in het buitenland stemde op de president en 40 procent op Kilicdaroglu. In Nederland waren die percentages 68 en 29.
Bij deze stemlocatie in Amsterdam trof onze verslaggever ook Erdogan-stemmers:
In totaal gingen buiten Turkije ruim 1,8 miljoen mensen verdeeld over 74 landen naar de stembus, volgens cijfers van het Turkse staatspersbureau Anadolu. Het grootste deel van deze kiezers woont in de Europese Unie.
"Je ziet dat er grote steun is voor Erdogan in landen waar in de jaren 60 en 70 grote groepen gastarbeiders terechtkwamen, zoals Nederland, maar ook België en Duitsland", zegt Turkije-correspondent Mitra Nazar.
"Dat is een conservatieve arbeidersklasse die traditioneel meer heeft met de AKP, de partij van Erdogan, dan met de seculiere Turkse oppositie. Die mensen verlieten Turkije voordat Erdogan op het toneel verscheen, en hebben geen goede herinneringen aan de seculiere regeringen die voor hem aan de macht waren."
Kilicdaroglu verliest niet overal. In het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten kreeg hij verreweg de meeste stemmen. Dat valt te verklaren, zegt Nazar. "In bijvoorbeeld Amerika is er geen grote Turkse gemeenschap zoals in Europa. Bovendien zijn veel Turken in die landen al eerder geëmigreerd, tussen de jaren 40 en 70. En die groep lijkt vooral seculier te zijn."
De uitslag van de tweede ronde in Nederland is niet moeilijk te voorspellen: ook de komende dagen zullen Turks-Nederlandse kiezers vooral op Erdogan stemmen.
Maar ook in Turkije is het naar verwachting minder spannend dan in de eerste ronde. Toen stond Kilicdaroglu voor in de peilingen, maar inmiddels heeft de zittend president dat omgedraaid.
En toch is de race nog niet helemaal gelopen, denkt turkoloog Kaya, want Erdogan kan nog een fout maken in zijn campagne de komende week. "En Als Kilicdaroglu de niet-stemmers mee krijgt in de tweede ronde, kan hij nog winnen. Want er wordt verwacht dat de opkomst nog hoger zal zijn dan in de eerste ronde."
Ook maakt de oppositieleider kans als de derde kandidaat, Sinan Ogan, zijn achterban oproept om op Kilicdaroglu te stemmen. Ogan, de kandidaat van een extreemrechtse en ultranationalistische alliantie, kreeg in de eerste ronde 5 procent van de stemmen en is dus afgevallen. Maar zelfs als Ogan een dergelijke oproep doet, dan is het volgens Kaya de vraag of zijn kiezers daarnaar gaan luisteren.