Iran is executie-koploper, maar steeds meer moordenaars worden er vergeven
Iris Houben
redacteur Online
Iris Houben
redacteur Online
De cijfers in het nieuwste rapport van mensenrechtenorganisatie Amnesty International liegen er niet om: met 576 uitgevoerde doodstraffen in 2022 is Iran opnieuw een van de landen met de meeste executies ter wereld. Het zijn er ook veel meer dan in 2021, 83 procent meer. Volgens mensenrechtenorganisatie Iran Human Rights (IHR) is dat een gevolg van de aanhoudende anti-regeringsprotesten. De Iraanse overheid zou de doodstraf gebruiken om demonstranten te intimideren.
Maar hoewel Iran een van de koplopers blijft in het uitvoeren van doodstraffen, zijn er ook steeds meer terdoodveroordeelden die door de families van hun slachtoffers worden vergeven. Zij ontkomen daarmee aan hun doodvonnis. Waar IHR in 2015 nog 262 gevallen van vergeving rapporteerde, werden er afgelopen jaar 624 terdoodveroordeelden gespaard.
Hoe kon ik mijn kinderen ooit iets leren over barmhartigheid als ik zelf een man zou laten sterven?
Dat meer veroordeelden in leven blijven is grotendeels het werk van de Forgiveness Movement, een beweging van Iraniërs die zoveel mogelijk nabestaanden ervan probeert te overtuigen de moordenaar van hun geliefde te vergeven.
Dat is geen gemakkelijke taak, weet de Iraanse Mahboubeh Ramezani. Twintig jaar geleden vergaf zij de moordenaar van haar broer toen hij op het punt stond geëxecuteerd te worden. Nu probeert ze familieleden van slachtoffers te overtuigen hetzelfde te doen. "Want", zo zegt ze, "hoe kon ik mijn kinderen ooit iets leren over barmhartigheid als ik zelf een man zou laten sterven?"
Qisas
Op verschillende misdrijven staat in Iran de doodstraf, zoals drugsmisdrijven en morele of religieuze misdaden. Ook moordenaars krijgen in de regel de doodstraf, al geldt daarvoor speciale wetgeving in het islamitisch recht, ingevoerd na de Iraanse Revolutie van 1979.
Deze wet, ook wel Qisas genoemd, is gebaseerd op het oog-om-oogprincipe: wie een ander doodt, krijgt zelf de doodstraf.
"Familieleden hebben recht op vergelding", zegt Arzoo Osanloo, hoogleraar recht, samenleving en rechtvaardigheid aan de Universiteit van Washington. "Bij moord is dat de doodstraf, maar nabestaanden kunnen ook kiezen voor Dija, een schadevergoeding." Ook kunnen ze van vergelding afzien door de dader te vergeven.
Qisas leidt soms tot controversiële rechtszaken. "Het begrip 'moord' is in Iran enorm breed", legt Osanloo uit, "er is geen duidelijk onderscheid tussen moord en doodslag, zoals in veel westerse landen wel het geval is."
Daardoor kan het voorkomen dat de doodstraf wordt opgelegd in het geval van een ongeluk, zelfverdediging of na huiselijk geweld. Alhoewel officieel verboden, zijn er ook voorbeelden van minderjarigen die ter dood werden veroordeeld.
Wat wij van families vragen is onbeschrijfelijk.
De eerste vergevingsinitiatieven ontstonden in de jaren negentig, nadat een paar tieners de doodstraf hadden gekregen voor een straatgevecht met dodelijke afloop. Sindsdien zijn er tientallen sociaal werkers, advocaten, beroemdheden en activisten die proberen om gevangenen voor de doodstraf te behoeden.
Ramezani is één van hen. Samen met twee andere vrouwen bezoekt ze familieleden van slachtoffers, vaak op aanvraag van advocaten of familieleden van daders. "Wat wij van families vragen is onbeschrijfelijk", vertelt ze. "Meestal doen ze hun deur niet eens open. En als ze dat wel doen schelden ze ons uit. We zijn ook weleens geslagen."
Toch houden ze vol: "We blijven staan totdat ze naar ons willen luisteren. Dan leggen we uit dat we goede bedoelingen hebben en vrede willen verspreiden. Vaak mogen we dan binnenkomen en praten, maar lang niet altijd."
Toch is er ook kritiek op de vergevingsbeweging. Zo vragen sommigen zich af of de verantwoordelijkheid van vergeving wel bij familieleden kan worden neergelegd. "Nabestaanden worden eigenlijk twee keer slachtoffer. Niet alleen door de moord, maar daarna ook door het Qisa-systeem", zegt Osanloo.
In sommige gevallen spelen ook financiële overwegingen een rol. "De economische omstandigheden in Iran zijn slecht", zegt Ramezani. "Sommige families vergeven in ruil voor geld."
"Het proces is totaal ongereguleerd", beaamt Osanloo. "Ik heb krankzinnige bedragen voorbij zien komen. Soms vragen families geen geld, maar willen ze gecompenseerd worden met de bouw van een moskee of godsdienstlessen."
Compassie
Voorlopig is Ramezani niet van plan om te stoppen met haar vergevingswerk: "Het is enorm uitputtend om families van vergeving te overtuigen, maar het geeft ontzettend veel voldoening. Tot nu toe hebben we meer dan honderd mensen gered van de doodstraf."
Osanloo verwacht een toename van het aantal vergevingszaken: "Deze beweging krijgt steeds meer momentum. Wanneer onderdrukking in een land toeneemt, zie je dat burgers meer compassie voor elkaar hebben."