China scherpt anti-spionagewet aan, maar wat wel of niet mag is onduidelijk
In China is een ingrijpende wijziging van de anti-spionagewet aangenomen. Daardoor wordt het naar verwachting nog lastiger voor bedrijven, onderzoekers en journalisten om in het land te werken. De al grote bevoegdheden van de autoriteiten worden met de wijzigingen verder verruimd.
De wettekst is nu zo veranderd dat het delen van informatie die ook maar iets te maken heeft met de nationale veiligheid verboden wordt. Waar precies de grens ligt van wat wel en wat niet mag, is niet duidelijk.
Het hoogste wetgevende orgaan van China keurde de wijzigingen gisteren goed. Het is voor het eerst sinds 2014 dat China de anti-spionagewet aanscherpt. De nieuwe regels gaan volgens staatsmedia in per 1 juli.
In de wet worden voortaan ook cyberaanvallen als spionage aangemerkt. Verder mogen de autoriteiten door de nieuwe wet meer gegevens verzamelen bij anti-spionageonderzoeken.
Wantrouwen
Het beschermen van de nationale veiligheid is een van de hoogste prioriteiten van de Chinese president Xi Jinping. Analisten zien in deze wetswijziging bewijs voor het toenemende wantrouwen tegen de Verenigde Staten en hun bondgenoten. Critici waarschuwden al dat de wet willekeurig tegen dissidenten kan worden gebruikt.
De afgelopen jaren heeft China tientallen mensen opgepakt op verdenking van spionage. Rechtszaken worden net als zaken die verband houden met de nationale veiligheid gewoonlijk achter gesloten deuren behandeld.