Wapens in de fabriekshallen van Verney-Carron in Saint-Étienne
NOS Nieuws

Franse wapenbedrijven bloeien op door oorlog Oekraïne

  • Frank Renout

    correspondent Frankrijk

  • Frank Renout

    correspondent Frankrijk

Links staan stevige zwarte automatische wapens naast elkaar in een rij. Rechts hangen jachtgeweren met fraaie houten kolven. In een rek staan dubbelloopse flashball-geweren.

"Vroeger maakten we alleen jachtgeweren, maar sinds een paar jaar ook automatische wapens voor het leger", vertelt directeur Pierre Cauquelin van Verney-Carron. "Onze wapenfabriek staat al meer dan 200 jaar hier in Saint-Étienne."

Verney-Carron is een van Frankrijks oudste producenten van geweren. De vlag hangt er nog net niet uit, maar de stemming is prima. Want legers in de hele wereld staan dezer dagen in de rij voor wapens en munitie. "We willen onze productie komende jaren verdubbelen", zegt Cauquelin.

Groei tot 40 procent

Dat zeggen ook andere wapenproducenten in Saint-Étienne. NBC Sys, dat hier gasmaskers produceert, zegt in 2023 een groei van 30 tot 40 procent te verwachten.

"Het aantal mensen dat in en rond Saint-Étienne in de defensie-industrie werkt is de afgelopen jaren met 30 procent gestegen", zegt politicus en bestuurder Hervé Reynaud. "Er zitten hier nu veertig wapenbedrijven met 2000 werknemers. En dat aantal blijft groeien."

Saint-Étienne wordt wel dé wapenstad van Frankrijk genoemd. In de volksmond is de bijnaam Armeville. Al in de middeleeuwen zaten hier de vaklieden die het wapentuig voor het Franse leger maakten. Vanaf 1764 werden ze de officiële leverancier voor de strijdkrachten van de koning. Zo'n honderd jaar later verrees in Saint-Étienne de eerste landelijke wapenfabriek: de Manufacture Nationale d'Armes.

De gebouwen staan er nog. Aan de noordkant was de slijperij waar ooit messen en degens van soldaten werden gescherpt. Aan de oostkant lag de ijzersmederij voor vuurwapens.

Saint-Étienne kende in de jaren 90 als wapenstad een flinke terugval. Na de val van de Berlijnse Muur daalden de westerse defensie-uitgaven. De spanningen tussen Oost en West leken voorbij. Wapenbedrijven kwamen in problemen, banen werden geschrapt.

Assemblage bij wapenfabriek Verney-Carron in Saint-Étienne in 2002. Sindsdien gaan de zaken veel beter

Maar dat tij is volledig gekeerd. Na de aanslagen van 11 september 2001 kwamen alle seinen weer op rood te staan. Uit cijfers van onderzoeksinstituut Sipri blijkt dat de militaire uitgaven in de wereld de laatste twintig jaar bijna zijn verdubbeld, tot ruim 2000 miljard dollar.

En in die cijfers is de oorlog in Oekraïne nog niet eens meegenomen. Sinds de Russische invasie in 2022 realiseren veel Europese landen zich dat ze onvoldoende zijn voorbereid op een langdurige oorlog. Er zijn simpelweg onvoldoende wapens en munitie in voorraad om lange tijd de landsgrenzen te verdedigen.

"Europese landen zijn daarom bezig hun defensiebudgetten te verhogen of willen ze gaan verhogen. Hoe dichter je bij Rusland komt, hoe meer wapens er worden gekocht. In Frankrijk gaan de defensie-uitgaven trouwens al sinds 2015 omhoog", vertelt Julien Malizard, econoom en defensiedeskundige van onderzoeksinstituut IHEDN.

Frankrijk regelt alles zelf

Het Franse budget wordt primair in eigen land besteed, om niet afhankelijk te zijn van buitenlandse leveranciers. "Frankrijk wil autonoom zijn en zijn eigen wapens produceren", zegt Malizard. "Het geld wordt dus geïnvesteerd in de eigen Franse defensie-industrie. Dat zorgt ook voor banen en economische groei in Frankrijk zelf."

De Franse bedrijven profiteren ook van een groeiende vraag uit het buitenland. Zo maakte de Franse multinational Nexter vóór de oorlog in Oekraïne bekend twee Caesar-kanonnen per maand te maken. Nu zijn dat er vier per maand, en volgend jaar acht per maand.

Ook de veertig defensiebedrijven in en rond Saint-Étienne profiteren van de opleving. "We merken echt dat het klimaat is veranderd", zegt directeur Cauquelin van Verney-Carron.

"Vergeet ook de toeleveranciers en onderaannemers van de defensie-industrie niet: daar werken ook nog eens ontzettend veel mensen", aldus Hervé Reynaud, die in het bestuur van Groot-Saint-Étienne zit. "We zijn trots dat we als stad bij kunnen dragen aan de verdediging van het land, aan de verdere uitbreiding van defensie. Voor ons als Saint-Étienne voelt het een beetje als een wederopstanding."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl