Verhuurders verkopen woningen om nieuwe middenhuur- en belastingregels
Particuliere verhuurders zeggen hun woningen te verkopen omdat de huuropbrengst door kabinetsbeleid te laag wordt. Uit een rondgang van de NOS onder verhuurders blijkt dat het niet alleen gaat om de plannen van minister De Jonge om maximale huren in te voeren voor een groot deel van de huurwoningen in de vrije sector, maar ook om de verhoging van de vermogensbelasting op huizen die worden verhuurd. Die maatregel is dit jaar al ingegaan, de andere plannen moeten volgend jaar volgen.
Makelaars in Amsterdam zien duidelijk dat er nu meer voormalige huurwoningen verkocht worden. "Absoluut ja. Je zag het al een beetje vorig jaar en sinds de jaarwisseling is het behoorlijk toegenomen", zegt Jerry Wijnen, voorzitter van de Makelaarsvereniging Amsterdam. "Mensen besluiten dat een woning niet meer in de verhuur komt. Ik merk het in de dagelijkse praktijk en collega's ook."
"Verhuren wordt onaantrekkelijk", zegt de 61-jarige Paul Uijtewaal, die drie woningen in Hilversum verhuurt. "Zo heb ik een woning die ik nu voor 1350 euro verhuur en die zou terugvallen naar 1000 euro, want die valt straks onder de middenhuurregels. En vervolgens word ik in box 3 hoger aangeslagen en dan is het rendement wat je had gehoopt helemaal weg."
Zodra de zittende huurders vertrekken gaat hij verkopen. "Ik stop ermee en met de opbrengst koop ik vastgoed in een ander land, waar ik wel de spelregels vooraf kan vaststellen en waar iedereen zich eraan houdt."
30.000 euro vertrekpremie
Verhuurder Dirk van Hees wil vanwege de nieuwe regels zo graag van een verhuurde woning in Amsterdam af dat hij de huurders een hoge vertrekpremie biedt. Dan kan hij de woning leeg verkopen. "Ik moet eerst de huurders uitkopen, die bied ik 30.000 euro als ze iets anders vinden. Het is nu absoluut aantrekkelijker om te verkopen dan de woning aan te houden, zelfs als ik die 30.000 euro kwijt ben. Ik heb het allemaal laten doorrekenen door een fiscalist en accountant."
"Ik heb eigenlijk niet zoveel problemen met het puntensysteem van De Jonge", zegt de Rotterdamse verhuurder Margreeth (achternaam bekend bij de redactie). Ze is 58, werkt als zelfstandig ondernemer en verhuurt twee woningen. De opbrengst is bedoeld als haar pensioen. "Maar door de combinatie met de enorme verhoging van de box 3-belasting hou ik een netto rendement over van zo'n 1 procent. Dat is ook niet voldoende om nog iets te doen aan isolatie en woningverbetering."
"De huurder van een van de twee appartementen is voornemens te vertrekken. Als ik een goede opbrengst kan krijgen, dan verkoop ik dat appartement. Dit is zo ontzettend nadelig voor heel veel goedwillende particuliere verhuurders, het kabinet moet hier echt serieus naar kijken."
Kleinere huurmarkt, meer koop?
Door de verkoop van huurwoningen kan de huurmarkt kleiner worden ten gunste van de koopmarkt. Het kabinet houdt hier al rekening mee, maar vindt dat niet per se erg.
"Als de woning wordt verkocht aan een middeninkomen die anders zou huren, dan neemt tegelijkertijd de vraag naar middenhuur af. Het betreffende middeninkomen heeft immers een betaalbare woning gevonden, alleen is dit geen huur-, maar een koopwoning", aldus minister De Jonge in een toelichting bij zijn wetsvoorstel.
Dan is het wel de vraag of er genoeg huurwoningen overblijven voor mensen die niet willen of kunnen kopen en ook geen socialehuurwoning kunnen krijgen, bijvoorbeeld door lange wachtlijsten of omdat ze daarvoor te veel verdienen.
"Huurders kunnen mijn huizen vaak niet kopen", zegt verhuurder Frans Vellema. Hij heeft zeven panden die hij wil verkopen. "Ze hebben bijvoorbeeld een te kort arbeidsverleden en kunnen nog geen hypotheek krijgen. Ik denk dat de woningnood groter wordt."
Woonbond niet bezorgd
De Woonbond, belangenbehartiger van huurders, verwacht ook dat een deel van de huurhuizen koophuizen worden, maar maakt zich daar geen zorgen over. "We zien het vooral als een omkering van wat er afgelopen jaren is gebeurd: mensen die koopwoningen wegkaapten om te verhuren", aldus een woordvoerder.
Van alle woningen in Nederland was in 2021 zo'n 57 procent een koopwoning. Daarna volgen sociale huurwoningen: zo'n 34 procent. Zo'n 8 procent is een vrijesector-huurwoning. Die sector groeide de afgelopen tien jaar wel, in 2012 was nog maar 4 procent een vrijesectorwoning.