Niets-aan-de-hand-show Formule 1 in Jeddah, een jaar na de aanslag daar
De grand prix is omstreden en dat zal voorlopig zo blijven, maar de Formule 1 heeft in Saudi-Arabië in de roos geschoten. De deal levert jaarlijks tientallen miljoenen oliedollars op en de race op het bloedstollende 'snelste stratencircuit ter wereld' spat van het scherm.
Ondanks de controverse die aan de race (gisteren gewonnen door Sergio Perez) kleeft, twijfelt niemand meer aan de toekomst van deze grand prix. Sterker nog: Saudi-Arabië bouwt een nieuw circuit bij hoofdstad Riyadh en aast al op twee races per jaar.
Ook een nationale renstal staat op de verlanglijst, hoewel Fernando Alonso's team Aston Martin dankzij hoofdsponsor Aramco, Arabische financiers en een groene huiskleur al aardig in de richting komt.
Een jaar na de aanslag praten coureurs liever over kerbstones en tracklimits en leek het in Jeddah of ze geen actieve herinnering meer hadden aan de alarmerende 2022-editie.
Gouden bron
Na financiële tegenslagen en geannuleerde races in de covid-jaren heeft het Formule 1-management in Saudi-Arabië een gouden bron aangeboord. Een staat die met ongekende sportbudgetten zwaait om zichzelf op de wereldkaart te zetten.
De grand prix in Jeddah is hét prestigeproject van de koninklijke familie en de nationale hoogwaardigheidsbekleders. Alles op het Corniche-circuit is premium. De koningklasse van de autosport wil duurzaam worden, maar strooit met straaljagerstunts en vliegt een batterij VIP's in. Als racetoetje serveert de organisator een drone-lichtshow uit samen met een ongeëvenaarde dosis siervuurwerk.
"Dit is de derde keer in anderhalf jaar dat de Formule 1 hier is en we zetten nog steeds puntjes op de i", zegt circuitdirecteur Martin Whitaker. "Autosport staat hier nog in de kinderschoenen, maar met dit evenement zorgen we dat Jeddah verandert in een bruisende stad. En we helpen mensen aan een baan."
Rebellen
Toch leek het een jaar geleden uitgesloten dat de Formule 1 in 2023 zou terugkeren. Aanleiding: een voltreffer van de Jemenitische Houthi-rebellen. Met een raketaanslag zetten ze een oliedepot van staatsbedrijf Aramco in lichterlaaie.
Het incident gebeurde tijdens een Formule 1-trainingssessie. Eerst was er verwarring. Max Verstappens teamgenoot Pérez dacht dat zijn motor was geploft en meldde zich via de boordradio. "Ik ruik iets geks in de cockpit. Willen jullie even checken wat er aan de hand is?"
Het bleek een raketinslag op een steenworp afstand van de paddock. Wat begon als een donker wolkje werd al snel een imposante, brede vlek die de blauwe lucht boven havenstad Jeddah verdrong. Het getroffen oliedepot ligt in de achtertuin van het circuit: hemelsbreed tien kilometer. Bovendien is Aramco geldschieter van de race. Om te zeggen dat de Houthi-aanslag de Formule 1 in het hart raakte, is dus een understatement.
Staart tussen de benen
"Ik ben blij dat de race erop zit en wil hier zo snel mogelijk weg", zei zevenvoudig wereldkampioen Lewis Hamilton vorig jaar na het vallen van de vlag. De Mercedesrijder die zichzelf graag neerzet als wereldverbeteraar was van meet af aan uiterst kritisch over de race in Saudi-Arabië, een land dat vooral op het gebied van mensenrechten een slechte reputatie heeft.
Hamilton was een van de coureurs die na de aanslag geen zin meer had om in zijn cockpit te stappen. Na een urenlange nachtelijke bijeenkomst met alle coureurs, de Formule 1-top en veiligheidsexperts ging het licht op groen. De race werd gered door een geavanceerd antiraketsysteem: nieuwe incidenten bleven achterwege, maar de sport verliet het land met de staart tussen de benen.
De oliedollars waren keihard in botsing gekomen met dat andere speerpunt van autosport: veiligheid.
"Niemand is in gevaar geweest. Het doorgaan van de race was verantwoord", vond Formule 1-topman Stefano Domenicali na afloop. Hij beloofde ook dat de veiligheid minutieus zou worden geanalyseerd en indien nodig aangescherpt. Dat is gebeurd. De beveiliging heeft een upgrade gekregen. Zichtbaar en onzichtbaar.
Veel toegangswegen waren afgelopen weekend hermetisch afgesloten, het wemelde van de beveiliging en Ubers waren niet welkom in de buurt van het Formule 1-territorium.
Speciale WhatsAppgroep
Voor aanwezige journalisten kwam een speciale WhatsAppgroep voor calamiteiten, compleet met medische adviezen. In de appgroep bleef het zoals gehoopt stil. Calamiteiten bleven achterwege, maar de opluchting was voelbaar. Ook bij de hoofdrolspelers.
We zijn hier om te racen. Meer zeg ik niet.
Coureurs zijn dol op het uitdagende circuit, maar aan volzinnen over de nervositeit na de aanslag en het repressieve imago van het regime willen ze hun vingers niet branden. Vragen stellen mag, maar de antwoorden zijn per definitie kort of ontwijkend. Een bloemlezing:
"Ik wil de vraag hoe het is om hier terug te zijn niet beantwoorden. Ik hou van dit circuit. We zijn hier om te racen. Meer zeg ik niet", trapte Valtteri Bottas (Alfa Romeo) af. Yuki Tsunoda (AlphaTauri) en Alex Albon (Williams) kopten Bottas' voorzet meteen in. "Ik ben het met Valtteri eens", zeiden ze. Deurtje dicht.
Ergernis bij Hamilton
"We moeten er maar van proberen te genieten. Het is een geweldige baan en ik ga ervanuit dat de autoriteiten niet liegen over onze veiligheid", vulde Carlos Sainz (Ferrari) aan. "Ze verzekerden ons dat we veilig zijn. Daar vertrouw ik op."
Lando Norris (McLaren) ging een stap verder. "Wat we hier doen als Formule 1 is goed." Pérez viel hem bij. "We kunnen als sport het land op sleeptouw nemen en het leven van de mensen beter maken. Daar mogen we trots op zijn."
Over de gebeurtenissen van vorig jaar ging het niet.
Opmerkelijk was de houding van Hamilton. Het Formule 1-icoon leek zich mateloos te storen aan de slappe teksten van zijn collega-coureurs en reageerde cynisch op vragen over Saudi-Arabië. "Ik heb weinig toe te voegen. Behalve dat ik het met alles wat de andere coureurs zeggen niet eens ben. Jullie mogen zelf interpreteren wat ik daarmee bedoel."
Pas na stevig aandringen gaf Hamilton tekst en uitleg. "Heb ik overwogen hier niet te racen? Ach, als ik niet meedoe gaat de race gewoon zonder mij door. Ik probeer iedereen bewust te maken van de leefomstandigheden hier. Dé antwoorden heb ik ook niet, maar onze sport doet niet genoeg. Ik hoop dat iedereen na de race veilig naar huis terugkeert."
Uiteindelijk gaf Nyck de Vries nog het eerlijkste antwoord van het hele veld. "Natuurlijk weet ik wat er is gebeurd. Daar mag iedereen wat van vinden, maar ik ben coureur en hou me er niet mee bezig", zei de Fries. "Als je onderdeel bent van dit circus is het gewoon de tweede race. Daarom ben ik alleen gefocust op het circuit."