VS haalt opnieuw onbekend object neer, nu boven Canada
Opnieuw is in Noord-Amerika een onbekend object uit de lucht geschoten door een Amerikaans gevechtsvliegtuig. De F-22 haalde het cilindervormige object neer in het Canadese luchtruim, nadat de Canadese premier Trudeau daar opdracht voor had gegeven. Canadese militairen zullen de wrakstukken verzamelen voor analyse.
Het object werd opgemerkt door NORAD, de organisatie die waakt over het luchtruim van de VS en Canada. Die sprak van een "vliegend object op grote hoogte" boven het noorden van Canada. Daarop stuurden de VS en Canada gevechtsvliegtuigen naar de plek waar het object was gesignaleerd.
Trudeau zegt dat hij met de Amerikaanse president Biden heeft overlegd over het object. Het Witte Huis heeft bevestigd dat Trudeau en het Pentagon toestemming hebben gegeven voor het neerschieten van het object. Dat gebeurde boven het territorium Yukon.
De Canadese premier verstuurde een tweet over het incident:
De Canadese minister van Defensie Anita Anand wil niet speculeren over de herkomst van het object, dat volgens haar de vorm had van een cilinder. Volgens Anand was het kleiner dan de Chinese ballon die vorig weekend door de VS werd neergehaald, maar vertoonde het object wel gelijkenis met de ballon.
In de Amerikaanse staat Montana was er vannacht eveneens commotie over een mogelijk vliegend object. Een stuk van het luchtruim boven de staat, dicht bij de Canadese grens, werd tijdelijk afgesloten. Volgens NORAD zijn gevechtsvliegtuigen opgestegen om een "afwijking" te onderzoeken, maar werd er niets gevonden. Inmiddels is het luchtruim weer vrijgegeven door de luchtvaartautoriteiten.
Vrijdag werd ook al een onbekend object neergehaald. Dat bevond zich boven de Arctische zee bij Alaska, vlak bij de Canadese grens.
Het is niet duidelijk of het nieuwe object gerelateerd is aan het object van vrijdag, of aan de ballon die vorige week uit de lucht werd geschoten. Volgens de Amerikanen werd daarmee gespioneerd, maar China ontkent dat.
Sensoren verstoord
Over het object dat bij Alaska werd neergehaald is ook nog veel onduidelijk. Militaire teams zijn erop uitgestuurd om wrakstukken te verzamelen op het ijs voor de Amerikaanse kust. Voordat het werd neergeschoten werden F-35-gevechtsvliegtuigen ingezet om inlichtingen over het object te verzamelen.
De piloten kwamen echter met verschillende beschrijvingen terug, meldde een coördinator van de Nationale Veiligheidsraad, een adviesorgaan van het Witte Huis. Sommigen zeiden dat het object sensoren van hun toestellen verstoorde, maar anderen hadden daar geen last van.
Ook zeiden enkele piloten dat ze geen duidelijke manier van voortstuwing konden zien en dat niet duidelijk was hoe het object op 12 kilometer hoogte in de lucht kon blijven. Het werd neergeschoten omdat het op die hoogte een gevaar vormde voor het vliegverkeer.