Ook in hoger beroep 20 jaar cel geëist tegen Bouterse om Decembermoorden
Het Openbaar Ministerie (OM) in Suriname heeft in hoger beroep opnieuw 20 jaar cel geëist tegen oud-president Desi Bouterse vanwege zijn betrokkenheid bij de moord op vijftien politieke tegenstanders in 1982.
Het OM benoemde nu ook expliciet dat Bouterse bij een veroordeling gevangen gezet zou moeten worden. Die 'gevangenneming' werd door justitie eerder niet specifiek benoemd.
Bij zijn eerdere veroordeling, in 2019, was Bouterse nog president. Ook toen kreeg hij 20 jaar celstraf voor zijn rol in de Decembermoorden. Hij ging in verzet bij de krijgsraad, die in 2021 ook tot dezelfde straf kwam, maar ook geen gevangenneming eiste. Sinds juli dient het hoger beroep in de zaak.
De verwachting is dat de rechter later dit jaar uitspraak doet. Bouterse is op dit moment de leider van de grootste oppositiepartij in Suriname.
Bouterse heeft zelf altijd zijn betrokkenheid bij de Decembermoorden ontkend. Hij vindt dat hij alleen politiek verantwoordelijk is, omdat hij in 1982 bevelhebber was van het leger. De rechtszaak noemt Bouterse steevast politiek gemotiveerd.
Op de eerste dag van het hoger beroep, eind juli vorig jaar, zei Bouterse dat een aantal ontlastende verklaringen over hem niet in het oorspronkelijke vonnis was opgenomen. Ook ontkende hij voorbedachte raad bij de moorden. Volgens de oud-leider waren de slachtoffers uit op een staatsgreep en werden ze op de vlucht door militairen doodgeschoten.
Terug naar Fort Zeelandia
Eind november bezocht Bouterse voor het eerst als verdachte Fort Zeelandia, de plek waar de moorden zijn gepleegd. Het Hof van Justitie hield hier een zittingsdag in de hoop dat zo herinneringen zouden bovenkomen bij de verdachten en getuigen in de zaak. Bouterse zei na afloop van de zitting dat hij heeft geprobeerd zich de zaak "weer voor de geest" te halen.
Bekijk ook de onderstaande terugblik over de Decembermoorden: