FPÖ wint bij deelstaatverkiezingen Oostenrijk, ÖVP ondanks verlies grootste
De verkiezingen in de Oostenrijkse deelstaat Neder-Oostenrijk zijn gewonnen door de conservatieve regeringspartij ÖVP, ondanks een verlies van bijna 10 procentpunten. De ÖVP van bondskanselier Nehammer kreeg volgens prognoses 39,9 procent van de stemmen. Dat is het slechtste resultaat in de deelstaat sinds 1945.
Tweede werd de rechts-populistische FPÖ, met 24,2 procent. Dat is 9,4 procentpunt meer dan bij de vorige verkiezingen. De sociaal-democraten eindigden als derde met 20,6 procent van de stemmen, de Groenen als vierde met 7,6 procent.
Neder-Oostenrijk ligt in het noordoosten van het land, rond de hoofdstad Wenen. Het is de grootste deelstaat van Oostenrijk. De verkiezingen worden daarom ook gezien als graadmeter voor de landelijke politiek.
Door de uitslag heeft de landelijke regeringscoalitie van ÖVP en Groenen geen meerderheid meer in de Bondsraad, de Oostenrijkse Eerste Kamer. Het wordt daardoor moeilijker om wetgeving door het parlement te krijgen.
Landelijke thema's
Volgens peilingen hebben mensen zich bij het uitbrengen van hun stem laten leiden door landelijke thema's als inflatie, migratie en klimaatbeleid. Bondskanselier en ÖVP-leider Nehammer zei over de uitslag dat het slechte tijden zijn voor degenen die regeren, omdat veel mensen ontevreden zijn. Zijn partij heeft ook last van een corruptie-onderzoek.
FPÖ-leider Kickl sprak van een "dag van vrijheid" voor de inwoners van Neder-Oostenrijk en verwacht gevolgen voor de politiek in Wenen. In landelijke peilingen zijn de rechts-populisten nu de grootste partij, ondanks de Ibiza-corruptieaffaire uit 2019. In maart en april zijn er nog twee deelstaatverkiezingen.