NOS Sport

Hoe een klein clubje het vrouwenijshockey in Nederland op de kaart wil zetten

  • Jonna ter Veer

    redacteur NOS Sport

  • Jonna ter Veer

    redacteur NOS Sport

Als ijshockeyster Zoë Barbier (27) van de Red Eagles Den Bosch de puck naar de hoek ziet gaan, kijkt ze eerst achter zich. Komt er een mannelijke tegenstander aan, die twee keer zo zwaar is als zij, dan duikt ze de hoek niet in. Op haar hoede voor een bodycheck.

"Teamgenoten worden boos op me, roepen 'waarom ga je er niet op af?!'. Maar ze snappen het niet: ik ben een vrouw, ik wil niet in de kreukels liggen."

Barbier speelt als een van de weinige vrouwen in de eredivisie. Daarin zitten alleen maar mannenteams. Mannen die groter en zwaarder zijn, mannen die vanaf de onder 15-teams mogen 'bodychecken' en elkaar hard tegen de boarding mogen stoten. Iets wat bij vrouwen onderling verboden is, omdat de fysieke risico's te groot zijn.

Al vijf keer hersenschudding

Krijgen mannen een beuk dan volgt er een blauwe plek, of ze breken misschien iets. Maar Barbier, een vrouw, heeft tussen haar 17de en haar 25ste al vijf keer een zware hersenschudding gehad. Van de laatste moest ze zeven maanden revalideren in het speciale revalidatiecentrum bij de KNVB in Zeist. "Vrouwen zijn kleiner, dus je krijgt alle bodychecks op je hoofd."

Zoë Barbier wapent zich tegen een bodycheck bij de Red Devils

Het is dus nogal wat om als vrouw te ijshockeyen tussen de mannen. Maar in Nederland kan het niet anders. De sport wordt op alle niveaus gedomineerd door mannen. Er zijn wel wat recreatieve damesteams, maar lang niet bij elke club. Als je als meisje talent hebt, moet je in een jongensteam ijshockeyen.

Je leert daar ontzettend veel, zeggen speelsters, je wordt "fysiek en mentaal sterker". Maar het kost ook energie. "Je moet respect afdwingen, omdat ze er bij voorbaat vanuit gaan dat je er als meisje niks van bakt." De enige optie? "Je keihard bewijzen en zo snel mogelijk one of the guys worden", zegt Barbier. "Dat houdt in: hard werken, een goeie pass geven zodat zij kunnen scoren."

"Ik had niet anders gewild dan met jongens spelen", zegt Britt Wortel (25), die net als Barbier voor TeamNL uitkomt. "Daardoor ben ik zo goed geworden. Ze beschermden me en zagen me als een soort zusje."

Tactiek voor beha-wissel

Die ervaring deelt Barbier ook. Maar het kan ook anders gaan. Wortel kent verhalen van meisjes die werden weggepest door jongens die niet met meisjes wilden spelen. Of meiden die als lastig werden gezien, bijvoorbeeld vanwege het omkleden.

Sommige clubs hebben geen aparte vrouwenkleedkamer, zodat je je in het scheidsrechtershok moet omkleden. "Of je kleedt je wel om bij de jongens, wat ik als tiener deed", zegt Barbier, "maar dan moest ik tactieken verzinnen om m'n sportbeha aan te trekken."

  • Amsterdam Tigers
    Amsterdam Tiger U15 (met drie meisjes, van wie twee op de foto)
  • Victor de Vries
    Amsterdam Tigers Women teamfoto seizoen '22/'23

"Meiden moeten veel meer moeite doen voor deze sport dan jongens. Ze lopen tegen een muur op van ongelijkheid. Wij willen er ook een vrouwenwereld van maken." Aan het woord is Jenny Goessens, general manager van de meisjes U18, dat dit weekend zijn eerste WK-wedstrijd speelt in het Schotse Dumfries.

Oud-speelster Goessens zet zich sinds 2010 samen met haar moeder in voor het vrouwenijshockey in Nederland. Soms wel 40 uur per week - vrijwillig. Ze lobbyde bijvoorbeeld net zo lang tot er in 2017 groen licht voor een nationaal U18-selectieteam voor vrouwen kwam. Een team dat een halfjaar later op het WK in Mexico goud won.

"We hadden toen een uitzonderlijke goede lichting", zegt ze lachend.

De medaille betaalde zich uit in nieuwe aanwas: "Vijf jaar geleden hadden we 54 meiden om uit te kiezen voor de nationale U18, in 2022 waren dat er 120." Dat is nog steeds weinig, zeker als je bedenkt dat in 1981 het eerste vrouwenijshockeyteam in Limburg werd opgericht. Maar het is een begin.

U18-speelster Danique Koghee, toen ze 9 was en nu in Amerika (16)

Goessens zou het liefst zoveel mogelijk meisjes en vrouwen kennis willen laten maken met de sport.

IJshockey wordt beschouwd als de sport waar je, na boksen, de meeste skills voor nodig hebt, zoals kracht, snelheid, wendbaarheid en oog-hand-coördinatie. Voetbal staat op plek tien. In landen als Amerika, Canada en Zweden is ijshockey een van de populairste sporten en is er een professionele vrouwencompetitie.

Helaas is in Nederland de spoeling aan speelsters dun. Er zijn geen professionele vrouwenteams op hoog niveau.

Dus spelen sommigen noodgedwongen in de eredivisie voor mannen met alle risico's van dien. De helft van TeamNL speelt bij een club in het buitenland. "Meiden vertrekken op steeds jongere leeftijd naar het buitenland", zegt Goessens.

20.000 euro per jaar

Danique Koghee (16), die komend weekend uitkomt voor de U18 in Dumfries, vertrok vorig jaar naar Amerika waar ze vijf wedstrijden per weekend (!) speelt.

"Prof-ijshockeyster worden is Danique's grote droom", zegt haar moeder Elly van der Leij. "We betalen rond de 20.000 euro per jaar voor haar, exclusief onkosten, om haar in Amerika te kunnen laten wonen en spelen."

Zo zijn er nog een stuk of vijf Nederlandse meiden die nu bij buitenlandse clubs spelen. In Canada heb je zelfs speciale high schools voor ijshockey.

Goessens noemt deze Nederlandse leegloop zonde. "Het kost ouders veel geld en Nederland raakt talent kwijt."

In een vrouwenteam speel je vrijer, met meer zelfvertrouwen. Je hoeft je geen zorgen te maken om bodychecks.

IJshockeyster Zoë Barbier over het verschil tussen mannen - en vrouwenteams

Om die reden wil ze een ijshockey-academie in Sittard-Geleen realiseren, waar meiden vanaf een jaar of vijftien intern verblijven en elke dag aan school en topsport kunnen doen. In april start ze samen met de IJshockeybond met een pilot van een week.

Plezier en kansen

Maar tot het zo ver is, moet vrouwenijshockey op de kaart worden gezet. Om meisjes vaker te laten samenspelen, is Goessens met een aantal andere voorvechters een vrouwencompetitie gestart.

Die begon klein, met vier clubs. Maar inmiddels doen er negen mee. Alle niveaus en leeftijden zitten door elkaar heen. Er is te weinig ijstijd om de vrouwen regelmatig te laten trainen. Maar elk weekend een wedstrijd lukt wel.

Ze crossen het hele land door, van Geleen tot Heerenveen. Voor sommige meisjes zijn dit de enige wedstrijden die ze spelen, omdat ze niet goed genoeg worden bevonden voor de jongenscompetitie. Anderen zitten wél bij een selectieteam en spelen nu maar liefst twee wedstrijden per weekend.

"De competitie gaat vooral om het plezier en geeft meisjes de kans om onderling wedstrijden te spelen", zegt Barbier, die sinds kort ook assistent-coach van de meisjes U18 is. Samen met haar TeamNL-collega Britt Wortel startte ze vorig jaar het eerste vrouwenteam van Amsterdam, de Amsterdam Tigers Women.

Zoë Barbier, coach Max Farrill en Britt Wortel van Amsterdam Tigers Women

De internationals schreven een meerjarenplan en hebben een duidelijke visie, zegt Wortel. "We willen het niveau van vrouwenijshockey in Nederland omhoog krijgen."

In hun team spelen meiden zo jong als twaalf jaar, die bij een jongens-selectieteam zitten, als ook recreanten. En dus zijzelf, Oranje-internationals van in de twintig.

'Je trots voelen'

"Het gaat ons er niet om dat we zelf zo goed mogelijk spelen", zegt Wortel, "maar vooral dat de meiden uit ons team zich ontwikkelen en zich trots kunnen voelen op het ijs." Dus scoren ze liever niet zelf, maar passen ze de puck naar andere speelsters.

Beide vrouwen hadden graag gewild dat ze in hun jeugd ook de mogelijkheid hadden gehad om met meiden onderling te spelen.

"In een vrouwenteam speel je vrijer, met meer zelfvertrouwen", zegt Barbier, die eerder in Oostenrijk op het hoogste niveau met vrouwen op het ijs stond.

"Je hoeft je geen zorgen te maken om bodychecks, je hebt de tijd om de puck te controleren, omdat vrouwen minder snel zijn. Bij de Red Eagles hoeft een tegenstander maar één keer af te zetten en hij is bij me."

U18-wedstrijd Nederland-Oostenrijk

Hoe het haar lukt om mee te komen in de manneneredivisie? Ze heeft haar gebrek aan snelheid en kracht leren compenseren. "Ik kan het spel goed lezen, dat zie ik bij alle vrouwen. En je speelt tactischer."

Kleine beetjes succes

Goessens en andere voorvechters zien hoe hun inspanningen langzaam z'n vruchten afwerpen: de vrouwencompetitie, de actieve werving gericht op meisjes via sociale media, de Girls Dag zorgen voor meer nieuwe aanmeldingen.

Volgens de IJshockeybond is nu vijftien procent van alle ijshockeyers vrouw. Vijf jaar geleden was dat nog vijf procent.

"Het is een geweldige sport, het zou voor iedereen toegankelijk moeten zijn", zegt Goessens.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl