Ooievaartelling moet dit jaar invloed vogelgriep uitwijzen
Ooievaarstichting Stork vraagt natuurliefhebbers dit weekend weer ooievaars te turven voor de jaarlijkse telling. Het aantal dieren dat niet naar Zuid-Europa trekt maar in ons land overwintert groeide gestaag de afgelopen jaren. Bij de eerste telling waren er nog 500 exemplaren, de afgelopen twee jaren werden er 986 en 991 geteld.
De stichting is dit jaar vooral benieuwd hoe groot de invloed van vogelgriep is op de groep. Sinds 2020 kampt Nederland met een bijzonder besmettelijke variant van die ziekte, met name onder trekvogels.
Deelnemers kunnen hun scores doorgeven via een website, of zo nodig per mail of telefonisch. De stichting registreert het liefst welke dieren precies hier achterbleven, dus aangeraden wordt een telescoop te gebruiken om ringnummers af te lezen.
Milieustraten populair
In 1995 telde de stichting voor het eerst hoeveel ooievaars in Nederland overwinteren. Sinds 2011 wordt de telling jaarlijks gehouden.
Volgens Stichting Ooievaars Research en Knowhow waren er vorig jaar een aantal opvallende concentraties te zien, vooral bij afvalverwerkingsbedrijven bij Oss en Utrecht, waar respectievelijk rond de 150 en 50 vogels werden geteld. Ook milieustraten bij Tilburg, Wassenaar, Alphen aan den Rijn en Apeldoorn waren populair.