De vrouwen van 2022: Bol adviseert na succesjaar 'groter te dromen dan je soms durft'
Marc van Veen
Marc van Veen
In de laatste week van 2022 blikken we terug op het voorbije sportjaar met zes Nederlandse vrouwen die successen beleefden. Vandaag in de vierde aflevering: atlete Femke Bol.
Ze stapt met een grote glimlach de sponsorruimte naast de atletiekbaan van sportcentrum Papendal binnen. Het is de bosrijke omgeving waarin Femke Bol de afgelopen jaren de basis legde voor haar indrukwekkende opmars in de internationale atletiekwereld, de plek waar ze zich thuis voelt en voorbereidt op wedstrijden. Ze is uitgegroeid tot het boegbeeld van een succesvolle atletiekgeneratie, zelfverzekerd en vol energie.
"Soms mag je groter dromen dan je eigenlijk durft", stelt de 22-jarige atlete monter vast in haar terugblik op 2022. Dat was een ongekend succesjaar, met twee zilveren plakken op zowel de WK outdoor als de WK indoor en een niet eerder vertoonde serie van drie Europese titels in de buitenlucht.
Van dat laatste kunststukje in München moest ze vooraf wel overtuigd worden door haar coaches Laurent Meuwly en Bram Peters. Voor Bol was het aanvankelijk een droom, die in Zuid-Duitsland werkelijkheid werd.
Start seizoen met blessure
Wie haar aan het begin van 2022 had gezegd dat ze een seizoen na haar olympisch brons in Tokio zó succesvol zou zijn, had ze nog net niet voor gek verklaard. Bol begon het jaar namelijk met een blessure, wat ze nog niet eerder had meegemaakt. "Ik had in het olympische jaar heel grote stappen gezet en vroeg me oprecht af: kan ik dit weer waarmaken?", zegt ze nu.
"Het was geen grote blessure (spierscheurtje, red.), maar ik had wel in de gaten dat het niet zo ging als in 2021. Hoe ga je daarmee om? Hoe werkt zoiets? En uiteindelijk heb ik het in 2022 nog beter gedaan dan het jaar ervoor. Het was een supermooi jaar, bizar eigenlijk."
Bol is een atlete die graag met een plan werkt en dat ook tot in perfectie wil uitvoeren. "Dat uitvoeren moet precies zo gaan als ik heb bedacht. En het jaar erop moet het weer zo gaan en het jaar daarop ook weer. Het is echter topsport en het gaat natuurlijk nooit zo. Ik heb afgelopen jaar vooral geleerd dat er meerdere wegen naar Rome leiden."
'Er is altijd een nieuwe weg'
"Ik heb geleerd dat het niet zo hoeft te gaan als het jaar ervoor. Dat het niet altijd goed hoeft te gaan. Dat er altijd een nieuwe weg is, een nieuw focuspunt. Zeker op het niveau waarop ik nu zit, ga ik geen enorme sprongen meer maken met mijn tijden zoals de afgelopen jaren. Het komt nu aan op finetuning."
"Maar topsport kent altijd verrassingen, is altijd anders dan je verwacht", zegt de Nederlandse recordhoudster op de 400 meter vlak (49,44) en 400 meter horden (52,03).
Bol houdt alles van haar trainingen en wedstrijden bij. Ze beschikt over een grote verzameling boekjes waarin alles minutieus is bijgehouden. Met haar coaches bedenkt ze elke wedstrijd vooraf hoe die moet verlopen. In de aanloop naar een race luistert ze meestal naar muziek. "Muziek die me blij maakt. Nederlandse muziek, niets bijzonders. Ik focus me altijd heel erg op mezelf, mijn eigen race en mijn eigen plan."
"Door de jaren heen is dat eigenlijk altijd hetzelfde geweest. En ik kijk als ik niet hoef te lopen vaak naar series. Ik probeer energie te sparen voor een wedstrijd. Ook in m'n hoofd. Ik heb geleerd hoe ik mijn hoofd een beetje kan uitzetten en me kan focussen wanneer het moet."
Bubbel
Bol geeft toe dat ze als topsportster vaak in een bubbel leeft. Ze is voorlopig gestopt met haar studie aan de universiteit van Wageningen. De combinatie met topsport werd te zwaar en studeren kan later ook nog.
"Ik merkte dat het allemaal veel energie kostte. Ik wil iets bijzonders doen, bij de besten van de wereld horen. Dan is het niet zo gek dat het misschien te veel is om naast dit leven ook te studeren. Ik ben nog zo jong en kan mijn hele leven nog studeren. Als ik met atletiek klaar ben, zal ik ook daarin wel mijn weg vinden."
Ze volgt wel wat er allemaal in de wereld gebeurt. "Zeker wel, de oorlog in de Oekraïne, bijvoorbeeld. De nummer twee en drie van de 400 meter horden op de EK komen uit Oekraïne, Viktorija Tkatsjoek en Anna Ryzhykova. Het zijn mijn favoriete concurrentes. Het is heel heftig om hun verhalen te horen. Rondom een toernooi probeer ik me daar deels voor af te sluiten, maar ik probeer het wel te volgen. Wat zich daar afspeelt, is heel erg."
De zilveren plakken op de WK in de hal en buitenlucht waren geweldige momenten, maar het echte hoogtepunt volgde bij de Europese kampioenschappen in München, waar ze met succes voor goud ging op de 400 meter, de 4x400 meter én de 400 meter horden, haar lievelingsnummer.
Een trotse Bol over haar unieke trilogie: "Ik heb daar iets gedaan wat ik zelf niet had gedacht te kunnen", zegt ze met een glimlach. "Hoe ga ik dat doen? Is er dan iemand geblesseerd?'', hield Bol zichzelf voor toen haar coaches aangaven dat een unieke prestatie met drie keer goud tot de mogelijkheden behoorde.
"Ik heb daar uiteindelijk gedaan wat ik kon en nog beter dan dat. Ik heb supertijden neergezet en ben mentaal tijdens het hele toernooi sterk gebleven, want op een gegeven moment slaat de vermoeidheid wel toe tijdens zo'n evenement. Ik ben er supertrots op. Die drie titels hebben me geleerd dat je groter mag dromen dan je eigenlijk durft."
Bol, die ondanks haar opvallende prestatiereeks tot woede van haar coach Meuwly niet bij de eindkandidaten zat voor de titel van Sportvrouw van het Jaar, stelt eisen aan zichzelf. Hoge eisen zelfs, zegt ze er zelf over. Maar ze stelt zich ook kwetsbaar op.
Vertrouwen
"Ik denk weleens: kan ik dat echt wel? Ik vertrouw Laurent en Bram zo, dat ik weet dat als zij zeggen dat ik het kan, het waarschijnlijk ook wel mogelijk is. Ze vroegen mij: durf je dit aan, wil je het risico nemen om misschien wel drie keer naast het podium te eindigen? Ik moest er zelf in geloven, anders zou ik het nooit halen. Wat Sifan Hassan op de Olympische Spelen in Tokio deed (twee keer goud, eenmaal brons, red.) inspireert me alleen maar. Dat was echt superknap."
Bol won in 2022 al haar wedstrijden, met uitzondering van de races die ze liep tegen een olympisch kampioene van Tokio. Ze verloor alleen van Sydney McLaughlin (olympisch kampioene 400 horden in 2021) en Shaunae Miller-Uibo (olympisch kampioene 400 meter in 2016 en 2021).
"Uiteindelijk wil je alles winnen, maar het zijn echt grote namen waar ik tegen loop. Dalilah Muhammad, olympische kampioene 400 meter horden in 2016, heb ik dit jaar voor het eerst verslagen. Op de horden loop ik tegen de beste atlete van de wereld ooit. McLaughlin heeft het wereldrecord dit jaar echt verslonden. Natuurlijk heb je liever goud dan zilver, maar ik haal heel veel motivatie uit het lopen tegen de beste van de wereld. Het brengt mij alleen maar naar een hoger niveau."
Als we er straks achter komen dat vijftien passen tussen de horden beter is, gaan we dat doen.
Met Peters en Meuwly werkt Bol keihard aan een hoger niveau. Daarvoor dient op de 400 meter horden de aanpassing naar een andere techniek. Waar ze normaal gesproken vijftien passen tussen de horden zet, moet in 2023 de overgang naar veertien passen gestalte krijgen.
"Ik ben inmiddels druk bezig met de techniek. We gaan kijken hoe het met een pas minder tussen de horden gaat", verduidelijkt ze de uitdaging voor komend seizoen. Het is een ingrijpende aanpassing die ze met haar coaches nastreeft. Met vijftien passen kan Bol steeds hetzelfde been voor de afzet gebruiken. Een pas minder betekent dat ze de ene keer links afzet en de andere keer met rechts.
Groter lopen
"Die vijftien passen die ik nu gebruik zijn eigenlijk net iets te klein voor me, want mijn natuurlijke pas is iets groter", legt ze het technische deel uit. "De 400 meter is een enorme puzzel. Ik moet dus leren 'groter te lopen' en met het andere been over de horden te springen. Dat is wel moeilijk. Ik heb nu eenmaal een favoriet been om af te zetten."
"Mijn coach zei: je bent 22. Je kunt de rest van je carrière nog vijftien passen tussen de horden doen tot de finish. Als we er straks achter komen dat dat het beste is, dan gaan we dat doen, maar je mag soms ook wel een risico nemen en de uitdaging aangaan. Over minder dan twee jaar zijn de Spelen in Parijs. We gaan zien hoe dat gaat uitpakken."