Kabinet wil uitspraken over nareizigers laten schorsen
Het kabinet wil in verschillende zaken de uitspraak laten schorsen waarin rechters hebben bepaald dat familieleden van statushouders naar Nederland mogen komen. Staatssecretaris Van der Burg van Justitie schrijft aan de Tweede Kamer dat hij waar mogelijk een voorlopige voorziening aanvraagt bij de Raad van State.
Rechters hebben in individuele zaken al een aantal keren een streep gezet door het besluit van het kabinet dat nareizen door gezinsleden tijdelijk wordt gestopt. Volgens het kabinet mogen statushouders hun familieleden pas laten overkomen als ze in Nederland een woning hebben gevonden. Maar in diverse rechterlijke uitspraken staat dat dat juridisch niet door de beugel kan.
Eerder al beroep aangekondigd
Vorige week werd al duidelijk dat Van der Burg bij de Raad van State in hoger beroep gaat tegen die uitspraken. Zo wil het kabinet duidelijkheid van de hoogste rechter over de juridische houdbaarheid van de nareisbeperking. De staatssecretaris voegt daar nu dus aan toe dat hij ook probeert te bewerkstelligen dat in afwachting van het beroep de uitspraak van de lagere rechter niet hoeft te worden gevolgd.
In zijn Kamerbrief wijst Van der Burg op één uitspraak waarin de rechtbank bepaalde dat hij binnen 24 uur de gezinsleden van een statushouder een inreisvisum ('machtiging voor voorlopig verblijf') voor Nederland moest geven.
In afwachting van het hoger beroep heeft de Raad van State deze uitspraak inmiddels geschorst, meldt de staatssecretaris aan de Kamer. Zolang in deze zaak nog geen beslissing in beroep is genomen, hoeft hij de gezinsleden dus nog geen toestemming te geven om naar Nederland te reizen, schrijft Van der Burg.