Geboortehuis ayatollah Khomeini in brand gestoken
Er gaan beelden rond uit Iran waarop te zien is dat het huis van de overleden ayatollah Ruhollah Khomeini in brand wordt gestoken. De beelden zijn geverifieerd door de persbureaus Reuters en AFP.
Maar het Iraanse staatspersbureau Tasmin noemt de berichtgeving over de brand "een leugen". Volgens de officiële Iraanse lezing had zich slechts een groep mensen bij het pand verzameld en is het huis gewoon toegankelijk voor publiek.
Fundamentalistisch
Khomeini riep in 1979 de islamitische republiek uit in Iran, na de zogeheten Iraanse Revolutie waarbij het regime van de pro-westerse sjah Mohammad Reza Pahlavi viel.
Khomeini is overleden in 1989. Onder zijn bewind, dat duurde tot aan zijn dood, voerde hij een fundamentalistische agenda door. Zijn voormalige woning is tegenwoordig een museum dat aan hem is gewijd.
Juichende mensen
De video van de brand is gemaakt in de stad Khomein, waar Khomeini's naam aan is ontleend. Wanneer de beelden zijn gemaakt, kan niet onafhankelijk worden bevestigd. Op de beelden is het donker.
In de video staan juichende mensen die langs het huis lopen. In de verte bij het huis zijn vlammen te zien. Of er schade is, is niet bekend.
Al twee maanden is het onrustig in Iran. Sinds de dood van de Koerdisch-Iraanse Mahsa Amini gaan mensen in Iran de straat op om te demonstreren. De 22-jarige vrouw werd in september opgepakt, omdat ze haar hoofddoek niet volgens de regels droeg. Volgens getuigen is ze door de politie mishandeld, ze overleed later in het ziekenhuis.
Sindsdien streven de demonstranten naar het einde van de islamitische republiek. Bij protesten zijn al geregeld afbeeldingen van Khomeini in brand gestoken.
Eerdere demonstratie herdacht
De afgelopen drie dagen namen de Iraanse demonstraties in intensiteit toe. Daartoe was door meerdere actiegroepen opgeroepen, omdat het deze week precies drie jaar geleden was dat een eerder grootschalig protest tegen het regime met harde hand was neergeslagen.
Het gaat om demonstraties tussen 15 en 17 november 2019, toen tienduizenden mensen de straat opgingen. In eerste instantie was dat uit protest tegen het besluit van de regering om de brandstofprijzen fors te verhogen, maar de demonstraties mondden uiteindelijk uit in een anti-overheidsprotest.
Het bewind greep hard in. De betogingen werden met geweld neergeslagen, met honderden doden tot gevolg. Schattingen lopen uiteen van enkele honderden tot meer dan 1500 dodelijke slachtoffers.
Om de repressie van 2019 te herdenken sloten de afgelopen dagen meerdere winkels in het land hun deuren. In de hoofdstad Teheran gingen onder meer winkels dicht in de historische grote bazaar. Ook legden sommige medewerkers van grote overheidsondernemingen hun werk neer, zoals in de staal- en olie-industrie.
