Natuurcompensatie voor Tweede Maasvlakte moet beter, oordeelt rechter
Binnen zes weken moet het kabinet komen met een plan voor natuurcompensatie op de Tweede Maasvlakte, het uitbreidingsproject van de Rotterdamse haven. De rechtbank in Utrecht heeft dat bepaald in een zaak die was aangespannen door natuurorganisaties.
Het plan voor natuurcompensatie moet komen van minister Van der Wal (Natuur en Stikstof). De rechtbank suggereert bijvoorbeeld een verbod op bodemberoerende visserij in het gebied. Hierbij wordt gevist op soorten die dicht bij de bodem leven.
Daarnaast is het Havenbedrijf Rotterdam volgens de rechtbank in overtreding omdat compensatie tot nu toe "nog niet goed is uitgevoerd". Het Havenbedrijf stelde eerder dat het zelf niet voor compensatie kon zorgen, omdat alleen de minister daarvoor de mogelijkheden heeft.
"Maar het Havenbedrijf mag zich van de rechtbank nu niet achter de minister verschuilen bij de uitvoering van de compensatie", luidt het oordeel van de rechtbank. Minister Van der Wal moet erop toezien dat het Havenbedrijf de compensatie goed naleeft.
Zeven natuurorganisaties stapten in april naar de rechter:
De Tweede Maasvlakte werd tussen 2008 en 2013 gecreëerd voor de uitbreiding van de Rotterdamse haven. Het gebied werd aangelegd in de Noordzee, gedeeltelijk in Europees beschermd natuurgebied.
De landwinning mocht van het kabinet doorgaan, op voorwaarde dat de natuur zou worden gecompenseerd die door het project verloren ging. Zo moesten in het gebied rustplekken worden aangewezen voor dieren, en de bodemberoerende visserij moest aan banden worden gelegd.
Maar die compensatie bleef na de aanleg achter, stelden zeven natuurorganisaties in april. Onder meer Natuurmonumenten, het Wereld Natuur Fonds en de Vogelbescherming stapten daarom gezamenlijk naar de rechter. Zij vonden dat de overheid en het Havenbedrijf Rotterdam actie moeten ondernemen om de schade aan de natuur alsnog te compenseren.
